Vertaald proza

BOEKEN NR. 6, JUNI 2021

Karl May: Winnetou

door Jen de Groeve

De nobelste zoon van het stervende volk  

Hoewel de tijd al vele jaren achter mij ligt, dat ik in de ban raakte van onversneden helden met nobele trekken en een even nobel hart, heb ik het eerste deel Karl Mays Winnetou-trilogie (1893), met wijsneuzige terughoudendheid, maar ook met plezier gelezen. Deze eerste integrale vertaling kwam er mede op initiatief van de Karl May Vereniging en is gebaseerd op de historisch kritische uitgave van het Duitse Karl May Gesellschaft. Ze moet leiden tot een grotere erkenning van het werk van May als wereldliterair erfgoed. Want wij kennen Old Shatterhand, Winnetou en Sam Hawkens van jongensboeken uit de jaren 1960 en ‘70, maar voor Karl May (1842-1912) dienden zijn indianenverhalen (dat zijn ze in de beide betekenissen van het woord) een romantische missie.
 
In Winnetou stelt de ik-persoon, die vanuit Duitsland naar het wilde Westen is getrokken en als surveyor gaat werken aan de aanleg van de spoorlijn, zichzelf met veel ironie voor als een ‘greenhorn’. Een greenhorn -- de Lucky Luke-lezer weet het wel -- die ‘ziet de pootafdrukken van een turkey aan voor een berenspoor’, legt een laaiend kampvuur aan en is verbaasd dat de indianen hem vinden, laadt zijn geweer verkeerd om, snelt naar de rechter als hij een oorvijg krijgt in plaats van de dader neer te knallen, poetst zijn laarzen, godbetert, en neemt een badspons mee naar de prairie. De greenhorn is goed voor bladzijdenlang gesneer wanneer de vers in de VS aangekomen ik-persoon onder de bescherming van échte westmannen aan zijn job begint. Maar wat blijkt? Hij die het westen alleen maar kent uit boeken, breekt in geen tijd een onwillig paard, schiet bizons alsof hij nooit anders deed, velt in zijn eentje een grizzly met een mes en veegt met alle schoeljes de vloer aan. Hij weet zijn vuisten zodanig goed te gebruiken dat ze hem misschien wel ‘Old Shatterhand’ moeten gaan noemen. En wat opvalt, hij legt alleen degenen neer die het verdienen, want hij onderscheidt feilloos de goeden van de slechteriken.
 
Old Shatterhand komt al snel tegenover de Apache-indianen te staan. Het opperhoofd van de Mescalero en zijn zoon Winnetou komen de spoorweglui vertellen dat ze ongewenst zijn op hun grondgebied. Old Shatterhand, die een baken van cultuur en beschaving is tussen zijn barbaarse metgezellen, ziet het meteen: Winnetou is een uitzonderlijke indiaan, de verpersoonlijking van een natuurlijke orde die haast verdwenen is: ‘zijn gezicht was bijna nog edeler dan dat van zijn vader […] Ik voelde dat hij een goed mens was en buitengewoon begaafd moest zijn’. Ze starten als vijanden, maar worden bloedbroeders. Twee volstrekt rechtschapen helden zullen in dat ‘duistere en bloeddorstige land’ waarvan ‘de bodem bij elke stap die je zet met bloed is doordrenkt’ hun heroïsche strijd voeren. Leest u nog verder of is dit al te veel voor het gezond verstand en de gezonde smaak? Winnetou gaat anders nog ruim 400 bladzijden op hetzelfde elan verder.
 
Ger Tielen, voorzitter van de Nederlandse Karl May Vereniging, stelt dan wel dat we de schrijver geen recht doen als we zijn Wild West-verhalen als jeugdboeken bestempelen, maar het is toch geen goed idee om als volwassene de bliss van je jeugdlectuur te willen herbeleven in Winnetou. May had zelf wel een volwassen publiek voor ogen en Jaap van Marle, hoogleraar literatuurwetenschap, pleitte er in het Karl May-symposium van 2012 voor om hem toch serieus te nemen, ook al tarten de avonturen die hij opdist, regelmatig het gezond verstand en is enige ernstige psychologische uitdieping van de karakters onbestaande. Maar May was een kind van zijn tijd en Van Marle evalueert hem als een romantisch schrijver die zijn lezers wil onderrichten met stichtende vertellingen over het onrecht dat de bewoners van gekolonialiseerde gebieden wordt aangedaan (in die zin wijst hij op verwantschap met Mulatuli). May deed dat met spanning en avontuur, want daarmee kon hij het brede publiek boeien. Zijn missie blijkt uit zijn inleiding, waarin hij het onrecht aanklaagt dat de indianen is aangedaan, als had hij het uit de eerste hand van zijn goede, trouwe vriend Winnetou.
 
Feit is wel dat we tot nu toe in het Nederlands de échte Karl May niet konden lezen, want we kennen hem vrijwel uitsluitend uit intensief bewerkte versies voor jongeren – van het eerste deel van Winnetou zouden er zo’n 11.000 variaties bestaan. Gerard Koolschijn wees er op het symposium in 2012 op dat er voor een Nederlandse vertaling die May recht doet, een topvertaler aan te pas zou moeten komen. En dat is dan nu gebeurd, twee topvertalers zelfs, Josephine Rijnaarts en Elly Schippers, hebben Winnetou vertaald in prettig lezend, goed afgewogen modern Nederlands. Recht doen aan de stijl van een negentiende-eeuws boek en daarbij de lezer van vandaag aanspreken, dat ligt niet voor de hand. Maar de vertalers geven May de eer die hem toekomt, in haar ‘Nawoord bij de vertaling’ schrijft Josephine Rijnaarts:
 
‘De taal van Karl May (1842-1912) is zo fris en volstrekt niet gedateerd, dat we zeker bij de verhalende delen en de vaak geestige dialogen bijna het gevoel hadden het boek van een tijdgenoot te vertalen.’
 
Een lastige kwestie was dan weer wel de vertaling van beladen termen als ‘roodhuiden’. In het Duits is er geen probleem, ‘Rote’ en ‘Weiße’ zijn logische antoniemen, maar tegenover het Nederlandse ‘roodhuiden’, dat tot voor kort gangbaar was maar nu als racistisch wordt ervaren, moest een evenwaardig alternatief komen te staan. ‘Blanken’ kon niet, want dat wordt als neerbuigend beschouwd tegenover de bevolkingsgroepen die niet-blank (lees niet-puur, niet-zuiver) zijn. Rijnaarts en Schippers vonden een oplossing in de vertaling van ‘Weiße’ door ‘withuiden’. Roodhuiden tegenover withuiden, beide denigrerende termen en dus in evenwicht.
 
Deze uitgave laat wel degelijk zien dat Karl May beter verdiende dan de vele bekorte en sterk bewerkte jongensverhalen die we tot nu toe hadden. De levendige taal, de puntige dialogen, de humor, de doordachte verhaalopzet houden je aan het lezen, ondanks lange moraliserende passages, het hemeltergende superioriteitsgevoel van de ik-persoon en de overtrokken heroïek. Bovendien is Mays aanklacht tegen Amerika’s expansiedrang en het systematisch laten verdwijnen van de oorspronkelijke culturen ondanks het romantische pathos nog altijd relevant.
 
Karl May: Winnetou, IJzer, Utrecht 2021, 452 p. ISBN 9789086842100. Vertaling van Winnetou I door Josephine Rijnaarts en Elly Schippers. Distributie EPO

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri