De schrijvers die vlak na de Tweede Wereldoorlog de literaire
wereld op zijn kop zetten en baanbrekend werk nalieten, zijn ondertussen
vrijwel allemaal bijgezet in de geschiedenis. De generatie van de Vijftigers
blijft hoe dan ook richtinggevend voor de naoorlogse literatuur, tot op de dag
van vandaag. Hun belang blijkt niet alleen uit de publicatie van hun werk en
hun canonieke status, ze krijgen ook allemaal hun biografie. Na onder meer
Lucebert en Andreus en voorstudies over Claus en Boon is het nu de beurt aan
Bert Schierbeek. En het dient meteen gezegd: Graa Boomsma heeft in alle
opzichten voorbeeldig werk geleverd.
Het boek van Boomsma bevat
ontzettend veel nieuw materiaal over het leven van zijn hoofdpersoon, maar het
doet veel meer dan dat. Het kadert leven en werk van Schierbeek in de
belangrijke gebeurtenissen van zijn tijd, in de maatschappelijke omwentelingen
maar ook in de internationale en de vaderlandse literaire ontwikkelingen.
Daardoor ontstaat het beeld van een zoeker en van een schrijver die, meer dan
veel van zijn generatiegenoten, openstond voor erg uiteenlopende invloeden.
Deze studie werpt aansluitend een nieuw licht op het oeuvre van Schierbeek,
maar tegelijk is Boomsma erg behoedzaam om werk en leven al te rechtstreeks op
elkaar te betrekken. In tegenstelling tot nogal wat zogenaamd ‘geruchtmakende’
biografieën van de jongste tijd stelt de biograaf zich terughoudend op, is hij
niet belust op sensatie en plaatst hij zichzelf doelbewust op de achtergrond.
Het is een aangename verademing een studie te lezen waar op elke bladzijde
inzichten te rapen vallen. Dat Boomsma goed schrijft en zijn boek de nodige
vaart weet te geven, is nog een extra surplus.
Voor velen is Schierbeek de man van één boek, het
legendarische Het boek Ik (1951), dat tegelijk met deze biografie
eindelijk nog eens wordt herdrukt (in een gecorrigeerde versie). Het is een
unieke tekst in onze literatuur, die tegelijk lyrisch en episch is en allerlei
mythische elementen combineert met allusies op de werkelijkheid. Het boek
ondergaat allerlei invloeden, van oosterse mystiek tot het modernisme van James
Joyce maar creëert bovenal een ware caleidoscoop aan anekdotes en literaire
genres. Na de lectuur van de betreffende hoofdstukken in de biografie wordt
duidelijk hoeveel gegevens indirect teruggaan op de levensloop en de pregnante
herinneringen van de auteur (onder meer zijn moeilijke familiale
omstandigheden), en hoe zijn boek pas na tal van eerdere aanzetten en pogingen
is tot stand gekomen. Boomsma laat daarbij overtuigend zien hoe Schierbeek
aansluit bij het bekende ‘vent-adagium’ van de vooroorlogse Forum-generatie,
die in literatuur de uitdrukking van een persoonlijkheid centraal stelde, maar
hoe hij daarbij bewust ook elementen uit het surrealisme betrekt.
In feite is deze
biografie gestoeld op enkele centrale lijnen in het leven van Bert Schierbeek.
Allereerst is er de liefde die zorgt voor een grote stabiliteit in zijn leven,
maar ook voor een enorme ontreddering als zijn vrouw Margreetje omkomt bij een
verkeersongeval. Het is een fase waarin de schrijver intens op zoek gaat naar
de transcendentie en de leegte, en daarbij komt zijn interesse voor Zen hem
bijzonder goed van pas. Daarnaast is er de enorme interesse van Schierbeek voor
de buitenwereld: de politieke gebeurtenissen van zijn tijd (te beginnen met de
Wereldoorlog) laten hem nooit onberoerd, en daarnaast is hij nieuwsgierig om
andere landen en culturen te bezoeken. Dat resulteert onder meer in een aantal
minder bekende (maar nog steeds best lezenswaardige) reisreportages. Die
ontmoetingen met het vreemde leiden ertoe dat de schrijver zich grondig
verdiept in religies en filosofieën, iets dat vooral in zijn latere poëzie
dominant zal worden.
De interesse van Schierbeek in diverse politieke en maatschappelijke
gebeurtenissen laat eveneens sporen na in zijn literaire werk, maar minstens
even relevant is zijn inzet voor het literaire bestel, onder meer via zijn
medewerking aan uitgeverij De Bezige Bij. Voorts zijn er de vele contacten met
beeldende kunstenaars, onder meer zijn samenwerking met Jef Diederen die
alleszins meer aandacht verdient. En, niet te vergeten, er is de blijvende
passie voor de literatuur en het schrijverschap. Schierbeek is een denkend schrijver,
en alleen al daarom verdient hij onze blijvende aandacht. De heruitgave van wat
meer van zijn teksten zou alleszins welkom zijn om het belang van deze
biografie extra te ondersteunen.
Graa Boomsma: Niemand
is waterdicht. De biografie van Bert Schierbeek, De Bezige Bij, Amsterdam 2021,
671 p. : ill. ISBN 9789403121611.
Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan