Na Een verloren vriendin kon auteur en lerares
Italiaans-geschiedenis, Raffaella Romagnolo (1971), Italiës geschiedenis niet
loslaten. Even overwoog ze een sequel of een verhaal dat zich opnieuw in de
eerste helft van vorige eeuw zou afspelen, maar uiteindelijk keerde ze nog iets
verder terug in de tijd, meer bepaald naar de eenmaking van Italië. Zo komen
personages ook weer even in het Piëmontese dorpje Borgo di Dentro aanwaaien.
In
‘Aantekening van de auteur’ verwijst Romagnolo overigens expliciet naar die bronnen
die haar hielpen bij het doorgronden van de complexe ‘historische werkelijkheid’.
Net zoals voor haar andere roman verrichtte ze heel wat onderzoek. Italiës
eenmaking benadert ze hierbij niet vanuit het voorspelbare perspectief van de
hoofdrolspelers, zoals Giuseppe Garibaldi, maar vanuit wie in de marge van de
grote Geschiedenis stond, zoals de fotograaf Alessandro Pavia. Die vatte het
ambitieuze plan op om een album samen te stellen met foto’s van Garibaldi en
zijn ‘mille’. Die 1000 strijders hadden de nationalistische generaal begeleid
op zijn rebelse expeditie die tot de eenmaking van het hele Italiaanse
schiereiland zou leiden, en niet alleen van Noord-Italië zoals Victor Emanuel
II en staatsman Camillo Benso di Cavour oorspronkelijk hadden bedacht. Pavia
wilde niet alleen hun rol in de geschiedenis vereeuwigen, maar er meteen ook
een flinke duit aan verdienen.
De fotograaf zou zijn ambitieuze project echter nooit
afronden, maar hij haalde er wel de geschiedenisboeken mee. Ook het leven van
die ene fotograaf in de marge van de geschiedenis beschrijft Romagnolo trouwens
zijdelings, namelijk door de ogen van zijn veel jongere pupil, Antonio
Casagrande, een vondeling die Pavia uit het weeshuis Pammatone in Genua
wegplukt. Een hele opluchting voor de dan twaalfjarige Antonio, die flink
gepest wordt door zijn lotgenoten omwille van zijn beperking – Antonio is blind
aan een oog. Desondanks gaat er voor Antonio een nieuwe wereld open, die hij
leert vast te leggen voor het nageslacht. Gedetailleerde beschrijvingen leren
ons hoe Antonio zich het métier van fotograaf eigen maakt en hoe hij politici,
vrijheidsstrijders, soldaten, burgers en manifestanten op de gevoelige plaat
vastlegt, maar ook dames van lichte zeden. Uit die erotische foto’s kon je
indertijd behoorlijk munt slaan…
Zijn blinde oog lijkt Antonio bij het fotograferen helemaal
niet te hinderen, maar hij ervaart het toch als een vloek. Dat oog geeft hem
immers visioenen, een gedetailleerde vooruitblik op de dood van wie hij
observeert. Antonio leert gaandeweg dat het noodlot onvermijdelijk is en toch
wil hij zich daar niet bij neerleggen, zeker niet als het om zijn naasten gaat
– Antonio’s zoektocht naar het geluk en de liefde was al zo hobbelig verlopen. Het
leven van de fotograaf laat zich samenvatten zoals in het gedicht van Antonia
Pozzi, de eerste epigraaf van Antonio’s oog, gevolgd door twee andere
over fotografie:
‘Misschien is het leven wel echt
zoals je gewaarwordt in je
jonge dagen:
een
onsterfelijke levensadem
van hemel naar hemel
op zoek
naar ongekende hoogten.’
In interviews hamert Romagnolo erop dat precies in dat
gedicht Antonio’s avontuurlijke leven en de geboorte van zijn vaderland
samenvallen, die ‘jonge dagen’, zoals de roman oorspronkelijk zou heten. Op
zich brengt ze met Antonio’s oog een hele mooie en boeiende parallel,
waarin ze ook nog de opkomst van de fotografie verweeft. Dat is een beproefde
techniek die wel vaker voorkomt in historische romans en die mits correcte
verhoudingen gehanteerd worden ook heel beklijvende vertellingen kan opleveren.
Laat Romagnolo’s gefictionaliseerde geschiedschrijving hierin nu wat
teleurstellen. Als lezer voel je duidelijk dat de auteur zich gepassioneerd
heeft ingewerkt – in diezelfde interviews heeft ze het vaak over de complexe
fotografietechniek die haar toch wel wat hoofdbrekens kostte, maar in bepaalde
passages komt Romagnolo hierdoor te belerend over. De roman vervoert je dus
maar bijwijlen. Komt daarbij dat Antonio’s zienersoog wat vergezocht lijkt. Italiaanse
recensenten labelen Romagnolo’s roman als een edutainend boek voor
jongere lezers. Door mijn leeftijd behoor ik niet meer tot die doelgroep…
Raffaella
Romagnolo: Antonio’s oog, Signatuur,
Amsterdam 2021, 320 p. ISBN 9789056726980. Vertaling van Di luce propria
door Hilda Schraa. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan