Populaire
schrijvers blijven misschien wel eeuwig jong in de ogen van hun fans, maar ook
op hen hebben de jaren wel degelijk een grote invloed. Toon Tellegen kijkt in
zijn jongste dichtbundel inderdaad de dood in de ogen. De eindigheid en de
vergankelijkheid zijn vanzelfsprekend al lang een belangrijk thema in zijn werk
– zowel zijn dierenverhalen en -romans als zijn poëzie – maar ditmaal treedt de
ouderdom erg nadrukkelijk op de voorgrond. Tellegen zou echter Tellegen niet
zijn als hij ook niet dat op zich tragische thema niet zou verpakken in
quasi-luchtige verzen en verhalen. Daarin ligt net de kracht van zijn oeuvre en
de grote impact die het op lezers kan hebben.
Daartoe heeft de dichter een
heel eigen universum gecreëerd, waarin niet alleen dieren kunnen praten maar
ook voorwerpen of abstracte krachten. Die veralgemeende personificatie is de
sleutel tot heel wat gedichten. Het dichterlijke ik komt zo immers veel nauwer
in contact met de wereld, die als een soort van alter ego of partner kan
verschijnen, die praat en denkt zoals mensen, die actief handelt. Dat vormt
vaak de aanzet voor verhalende gedichten waarin bijvoorbeeld beeldspraak
letterlijke vormen aanneemt en de aanleiding vormt voor een absurde
mini-intrige. De vreemde, haast sprookjesachtige of mythische setting neemt
echter niet weg dat Tellegens gedichten nooit vrijblijvend zijn. Integendeel,
net door die soms kinderlijke verbeelding slaagt de dichter erin waarheden te
verkondigen en vragen op te roepen die op zich pathetisch zouden klinken.
Poëzie is de vorm om uit te drukken wat zich anders niet zo genuanceerd en
inlevend laat verwoorden.
In deze bundel spelen, zoals gezegd, de ouderdom en de
nakende dood de hoofdrol. Het sprekende ik (soms ook verscholen achter een
derde persoon) kijkt lucide maar tegelijk ook verwonderd en vragend terug op
zijn eigen leven. Dat gebeurt vaak op een ironische of paradoxale wijze,
waarbij het einde van het vers het begin lijkt tegen te spreken. Veelal neemt
het gedicht daarbij de vorm aan van een verhaaltje of een ontmoeting. Dat stelt
Tellegen in staat om, in plaats van introspectieve mijmeringen, een soort van
ontwapenende theatrale enscenering aan te brengen. Het lijkt soms kinderlijk,
maar tegelijk werkt het op elke bladzijde. De lezer raakt verbaasd en
geïntrigeerd over de meest banale vaststellingen of clichés. Die spanning
tussen vervreemding en vertrouwdheid wordt stilistisch ten top gevoerd door de
ingenieuze spanningsopbouw, de spitse dialogen, de bijzondere personificaties
en beelden. Dit is, met andere woorden, Tellegen op zijn best.
Toon Tellegen: Tot de winter er op volgt, Querido, Amsterdam 2021, 56 p.
ISBN 9789021436821. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan