Letterkunde

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2022

Jan Fontijn: Stendhal. Een zwervende gelukszoeker

door Jan Baes

Nadat hij in 1801 tot zijn spijt Italië had moeten verlaten kon Stendhal (Henri Beyle, Grenoble 1783-Parijs 1842 ) pas in 1811 terug naar het land dat hij boven alles lief had. Het waren zijn gelukkigste jaren, die van de ontdekking van de Italiaanse kunst (Rossini, Rafaël, Correggio, Canova...), uitbundig geproefd tijdens zijn reizen naar Rome, Napels en Florence. Zijn aankomst in Firenze is memorabel. De extatische toestand die hem overvalt in de stad waar Dante, Michelangelo en Da Vinci hebben gewoond en zijn confrontatie in San Marco met het werk van Fra Angelico is bekend gebleven als het 'stendhalsyndroom'.  

Het zijn de jaren waarin hij zijn grootste liefdes beleefde, aanleiding voor het schrijven van wat hij zijn belangrijkste werk noemt: De l'amour (1822). Jaren ook van introspectie en een zoektocht naar zijn plaats in de wereld. Met zijn bekende openheid klinkt het zo; 'Wat is het "ik"? Ik weet er niets van. Ik ben op een dag wakker geworden op deze aarde; ik was verbonden aan een lichaam, aan een karakter, aan een lot. Zou ik me vergeefs gaan vermaken om die te willen veranderen en ondertussen vergeten te leven?'
 
Een uiterst moderne kijk op de mens. Jan Fontijn, die al sinds 1960 gegrepen is door Stendhal, zal in deze erg persoonlijke reis doorheen het leven en het werk van de 'zwervende gelukszoeker' meermaals de nadruk leggen op de actualiteit en het tijdeloze van diens geschriften, op de natuurlijkheid en het spontane karakter van zijn stijl, wat vooral opvalt in zijn autobiografische geschriften (Vie de Henry Brulard en Souvenirs d'égotisme), zijn dagboeken en de correspondentie, onder meer met zijn zuster Pauline.
 
Stendhal haatte alles wat kunstmatig, geaffecteerd en hypocriet was en dat lees je ook vandaag nog in schitterende romans als Le rouge et le noir en La Chartreuse de Parme. Daar lopen geen helden in rond maar mensen van vlees en bloed, die al struikelend door het leven gaan zonder zichzelf iets wijs te maken of zich anders voor te doen. En dat geldt in de eerste plaats voor hemzelf, die zijn hele leven het geluk najoeg en het bijwijlen ook vond. Niet zozeer in de relatie tot de anderen maar vooral in relatie tot de kunsten en tot het schrijven, waarin hij zonder enig retenu zichzelf kon blijven.
 
Een boeiende wandeling, niet aan de hand van een academicus die surft op eigen interpretaties en duidingen, maar samen met de echte liefhebber die de essentie van Stendhal wil treffen aan de hand van diens eigen geschriften en niet aarzelt, aan de hand van ettelijke citaten en vele uittreksels aan te tonen waarom deze 'gelukzoeker' nog altijd de moeite van het vinden waard is.
 
Jan Fontijn: Stendhal. Een zwervende gelukszoeker, Prometheus, Amsterdam 2021, 232 p. ISBN 9789044649499. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri