'Het ging altijd hetzelfde. Ik belde aan bij een of andere flat in
de periferie, of bij een oude, verwaarloosde woning in het centrum, in allerlei
hoeken en gaten van grotere of kleinere steden, bij de deur van een klein,
lelijk hol. Er werd opengedaan door mannen die met grijze verf leken te zijn
overgoten. Ze waren ongeschoren, hadden vermoeide ogen en keken nijdig. Ik
stelde me in het Tsjechisch voor, zei een paar zinnen en ze herkenden meestal
mijn Spaanse accent en probeerden al snel over te gaan op Spaans. Ze zeiden één
of twee zinnen, en stokten dan."Comprendes?" vroegen ze voor de
zekerheid.'
Na
een toevallig ontmoeting met een oude zigeunerin besluit een Spaanse studente
geschiedenis, Carmen, haar scriptie te wijden aan de Tsjechoslowaakse
Internationale brigadisten die gevochten hadden in de Spaanse burgeroorlog
(1936-1939). Delia, zoals de zigeunerin heet, vertelt haar van haar liefde voor
een van hen, een zekere Francisco die ze enige maanden voor het einde verborgen
had gehouden voor de oprukkende fascisten in de grotten van Sacromonte nabij
Granada.
Ze
krijgt een beurs en de belofte dat ze na afloop met een delegatie van
oudstrijders naar Madrid mag komen waar ze door de koning persoonlijk zullen
worden onderscheiden voor hun aandeel in de hevige gevechten in Teruel, Aragón,
Barcelona en Madrid. 'Wat een giller, verzucht één onder hen, een koning die
medailles ging uitdelen aan een stel kerels die voor de republiek hadden
gevochten.'
Die
ene, Frantĭsek Rek, luitenant in de compagnie Gottwald, peloton T.G. Masaryk,
is ongetwijfeld degene die Carmen het meest boeit omdat hij een van de weinigen
is die op de vraag naar hun drijfveren om in het verre Spanje te gaan vechten,
een zinnig antwoord tracht te formuleren. Bovendien blijkt hij de Francisco te
zijn waar Delia het over had.
Het verhaal wordt van dan af aan beurtelings door Carmen en
Frantĭsek verteld en neemt, zoals de flaptekst vermeldt, enkele verrassende
wendingen. Verrassend ook omdat het gebaseerd op ware gebeurtenissen en de
auteur zelf, Markéta Pilátova - jarenlang geïnteresseerd in de Spaanse en
Latijns-Amerikaanse taal en cultuur -, als tolk maandenlang een Spaanse
studente zou vergezellen tijdens haar onderzoek naar oud-Spanjestrijders in
Tsjechië. Ook de onderscheiding is echt, evenals het pensioen dat hen door
Spanje werd toegekend. De soms wat te opvallende geromantiseerde passages waren
niet echt nodig geweest om dit verhaal al zijn kracht en waarde te laten
behouden.
Markéta
Pilátová: De held van Madrid, Voetnoot, Amsterdam 2021, 76 p. ISBN
9789491738760. Vertaling van Hrdina od Madridu en van een nawoord voorzien door
Edgar de Bruin. Distributie EPO
deze pagina printen of opslaan