Nederlands proza

Marten Toonder: De kunst van Toonder. Een persoonlijke keuze

door Jen de Groeve

Op 2 mei 2002. is Marten Toonder 90 jaar geworden. Groot feest in Rotterdam voor een toch al gevierd schrijver. Of de feesteling zelf zoveel reden ziet om te klinken, is niet zeker, want op een leven dat zowel op persoonlijk als op professioneel vlak bijzonder rijk en gelukkig mag worden genoemd, volgt nu een oude dag die wel erg eenzaam moet zijn. Marten Toonder heeft al zijn geliefden zien sterven en is vanwege zijn hoge leeftijd uit Ierland, het land waar hij de gelukkigste jaren van zijn leven doorbracht, moeten vertrekken om zich op de grijze efficiëntie van de Nederlandse gezondheidszorg te verlaten.  

De uitgave en heruitgave van Toonders werk, en dan in de eerste plaats van zijn Bommel-strips, heeft nog nooit echt stilgelegen, maar zo’n verjaardag is toch altijd een mooie gelegenheid voor een paar extra’s. De opvallendste extra is De kunst van Toonder met illustraties en cartoons die grotendeels dateren van voor het grote succes van de Toonder-studio’s. Je vindt de zo kenmerkende verbeeldingswereld van de Bommel-strips terug in een aantal mens-dierfiguren en sprookjesachtige personages die Toonder voor verschillende tijdschriften maakte. Er zijn ook een aantal voorstudies van zijn bekende personages, maar het opmerkelijkste deel van dit boek wordt gevormd door een groot aantal politieke tekeningen die Toonder tijdens de oorlogsjaren publiceerde. <br /> 
Aan de tekeningen gaan vijf artikels vooraf, waarin resp. Jaap van Heerden, M. Februari, Jan Wolkers, H.J.H. Hofland en Marcel Möring hun fascinatie voor de schrijver-tekenaar beschrijven. Ze tonen zich hier alle vijf fervente bewonderaars van Heer Bommel en Tom Poes, onbetwist de hoofdpersonen van Toonders oeuvre, maar die zijn slechts in de marge aanwezig in dit boek. In een uitgave die in de eerste plaats een ander, veel minder bekend en nauwelijks beschreven aspect van zijn werk behandelt, had ik op z’n minst een inleiding of commentaar op de gemaakte selectie verwacht. Het zijn prenten die de gruwel en de grauwheid van de oorlogsperiode genadeloos blootleggen, en die de vileine protagonisten van de wereldbrand in al hun monsterlijkheid te kijk zetten. Nergens anders in zijn oeuvre, dat nochtans doortrokken is van een scherp oog voor maatschappelijke dwalingen en afwijkingen, heeft Marten Toonder er zo de beuk in gezet. Hoe sterk kwaadaardige creaturen als Hocus Pas of Sickbock ook op de werkelijkheid geënt zijn, hoe zeer de samenleving in het Bommel-universum bij tijden ook op herkenbare wijze ontwricht raakt, het blijven abstracties van de werkelijkheid. En de kwade dampen, zoveel is zeker, trekken finaal altijd op, is het niet dankzij dan wel ondanks het optreden van een Heer van Stand. En helt in de continue strijd tussen goed en kwaad de balans steevast naar het kwaad over, wanneer de eenvoudige doch voedzame slotmaaltijd geserveerd wordt, is de oorspronkelijke orde altijd hersteld.
 
Je kan je daar van vergewissen in Het beste van Bommel, waarin negen Bommel-verhalen verzameld zijn. Ze dateren alle uit de periode 1959-1967 en het lijkt erop dat men de jarige met deze selectie werkelijk alle eer heeft willen bewijzen, want het verhaal ‘De windhandel’ (1959) kan je beschouwen als het beginpunt van “de gouden zestigers”; jaar na jaar verschenen sindsdien “uiterst krachtige en goed uitgewerkte ‘magische’ verhalen”. Toonder heeft ettelijke jaren nodig gehad om het bolle beertje uit de kinderverhalen waarmee het begon tot wasdom te laten komen en zijn thematiek de verfijning en de nuance mee te geven die de uniciteit van zijn oeuvre uitmaakt.
 
Marten Toonder is zonder meer uniek te noemen en wie de literaire Bommel-paperbacks en de autobiografie bezit, heeft het allerbeste van een groots oeuvre in huis. Het is aan de uitgever om kritisch te zijn in wat er uit de gigantische hoeveelheid teksten en strips die Toonder produceerde, geselecteerd wordt voor (her)publicatie.  
 
De kunst van Toonder, De Bezige Bij Amsterdam, 2002, 127 p. : ill. ISBN 9023401158
Het beste van Bommel, De Bezige Bij Amsterdam, 2002,      670 p. : ill. ISBN 9023401972
We zullen wel zien, De Bezige Bij Amsterdam, 2001, 117 p. ISBN 9023462416
Een heer in de kracht van zijn leven !, De Bezige Bij Amsterdam, 2001, 29 p. : ill. ISBN 9023470427
 
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf 2002

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri