Een van de centrale
taken van de wetenschapper is het overbrengen van wetenschappelijke kennis naar
het brede publiek. In dit kloeke boekwerk, dat een bijgewerkte en uitgebreide
versie is van de lang uitverkochte eerste editie, hebben redacteuren Johan
Braeckman en Linda Van Speybroeck een hele reeks specialisten samengebracht om,
elk vanuit hun eigen onderzoek, de lezer in te wijden in de geschiedenis van de
biologie. Dat is om verschillende redenen interessant. Vooreerst omdat, zoals
de samenstellers zelf aangeven, de geschiedenis van de biologie een wat
veronachtzaamde discipline is die zich best in wat meer aandacht zou mogen
verheugen. Daarnaast is het ook gewoon zeer boeiend en verhelderend om zicht te
krijgen op die geschiedenis, onder meer omdat ze belangrijk is om het heden te
begrijpen. De wortels van de biologie als discipline, het ontstaan van de plantkunde
en de wetenschappelijke classificatie van soorten, de ontwikkeling van de
evolutieleer, de ontdekking van het DNA: het zijn allemaal ontwikkelingen die
tot op vandaag blijven doorwerken.
Bovendien wordt de biologie vandaag ook regelmatig onder
verdenking gesteld vanuit ideologische hoek. Zo is er de tendens tot het
ontkennen van het biologisch geslachtsverschil in de discussies rond
seksualiteit en gender, waar sociaal-constructivistische theorieën, wars van
enige wetenschappelijke basis, opgeld maken, of de populariteit van
wetenschappelijk ongefundeerde alternatieve geneeswijzen, die vaak worden
gevierd onder de noemer van subjectieve ‘gesitueerde kennis’. Voor wie beslagen
op het ijs wil komen in dergelijke discussies is het goed om enige kennis van
zaken te hebben. Een specifiek historische invalshoek is daarbij nog om een
derde reden van nut, namelijk omdat biologen uit het verleden nogal eens
valselijk van racisme of ‘superioriteitsdenken’ worden beschuldigd, zeker als
hun onderzoek zich met het omstreden soortbegrip bezighield. Kortom, de
wetenschappen staan onder verdenking in de nieuwerwetse correcte denkkringen,
en de biologie staat vooraan in de rij als er klappen vallen. In zo’n context
is het belangrijk dat het publiek toegang heeft tot correcte informatie.
Alleen al daarom is
het moeilijk om zich voldoende te verheugen over deze bundel, waarin hoofdstuk
na hoofdstuk in heldere taal de geschiedenis van de biologie zich ontrolt. Het
verhaal begint met een uitmuntende lange uiteenzetting over de antieke Griekse
natuurfilosofie en het werk van Aristoteles (een bijdrage van Danny Praet) en
ontrolt zich dan via Galenus en de scholastiek naar de gebruikelijke
verdachten, zoals Linnaeus, Lamarck, Humboldt en Darwin, om te culmineren in
een reeks bijdragen over gedragsbiologie (met aandacht voor het werk van Konrad
Lorenz, Niko Tinbergen en Jane Goodall) en een aantal essays die de bakens
uitzetten van waar de biologie in de toekomst heen kan evolueren. Binnen die
rijkdom is er bovendien ruimte voorzien voor figuren die minder vaak op het
voorplan komen. Zo is er een mooi, zij het korter, hoofdstuk over Maria Sibylla
Merian en een verdiende en terechte herwaardering van (en voor velen, zoals
ondertekende, ongetwijfeld eerste kennismaking met) Jan IngenHousz, de bijna
anonieme ontdekker van de fotosynthese. Ook de kleine kanten van de mens komen
aan bod, bijvoorbeeld met een uitgebreide reconstructie van de rivaliteit
tussen Johannes Swammerdam en de bekender geworden Antoni van Leeuwenhoek – een
niet altijd fraaie geschiedenis van intellectuele achterbaksheid en misleidende
retoriek en zelfpromotie.
Het mooie van de bundel is dat de auteurs hun onderwerpen
op een omstandige en waar nodig complexe manier behandelen zonder bij de lezer
enige biologische voorkennis te veronderstellen. Technische termen worden
helder uitgelegd en de belangrijkste mechanismen worden in mensentaal van
toelichting voorzien, zodat de drempel om zich in de geschiedenis (maar via die
geschiedenis ook in de hedendaagse praktijk) van de biologie te verdiepen
vrijwel volledig wordt weggenomen. Bovendien komt elk hoofdstuk met een uitstekende
bibliografie waar je de belangrijkste bronnen vindt om je verder in een
onderwerp te verdiepen.
Al dit fraais is ten slotte ook nog prachtig geïllustreerd
met eigentijdse afbeeldingen, vaak in kleur, en verpakt in een aantrekkelijk
opgemaakte harde kaft, waardoor dit boek ook erg tot lezen uitnodigt. Hoewel de teksten van wetenschappelijk niveau zijn, hebben
de auteurs er toch een erezaak van gemaakt toegankelijk te schrijven. In het
algemeen leest dit boek echt als een trein. Hierdoor is het ook zeer geschikt
voor een breed publiek van geïnteresseerde lezers, zowel biologiestudenten als
– en misschien vooral – elke wakkere burger die al langer zocht naar dat ene
boek waarin hij (m/v) op behapbaar maar toch gedegen formaat kennis kan nemen
van grondinzichten en cruciale achtergronden uit de geschiedenis van de
biologie. Dat boek is er nu, dus u hebt geen excuus meer.
Johan
Braeckman en Linda Van Speybroeck (red.): Fascinerend leven. Een
geschiedenis van de biologie, Academia Press, Gent 2022, 742 p. : ill. ISBN
9789401478540
deze pagina printen of opslaan