Nederlands proza

BOEKEN NR. 5, MEI 2022

Martin Michael Driessen: Het licht aan het einde van de loop

door Katja Feremans

Martin Michael Driessen (1954, Bloemendaal) vertelt graag verhalen rond de kracht van het noodlot. Nu eens domineert de tragiek, zoals in Rivieren – het boek dat hem in 2016 de ECI Literatuurprijs en zijn doorbraak bij het grote publiek opleverde, dan weer is het onontkoombare menselijke drama verpakt in een parabel met komische noten, zoals in De pelikaan.  

Ook in Het licht aan het einde van de loop staat het noodlot centraal, en wel dat van een kogel. Hij, de verteller van het boek, zit aan het begin van zijn ‘autobiografie’ weggestopt in een doosje in de nachtkastla van een tandarts in Palm Beach. In dezelfde lade ligt de antieke revolver waarvoor hij voorbestemd is en die hij Henry noemt.
 
De tandarts komt door een dosis tegenspoed in zak en as te zitten en haalt zijn revolver onder het stof vandaan. De kogel is in zijn schik, want hij belandt in Henry’s magazijn. Samen wisselen ze daarna door een opeenvolging van lotgevallen enkele keren van eigenaar. Eerst komen ze in handen van een bende drugs dealende boefjes. Zij dumpen de revolver op hun beurt in het struikgewas langs de kant van een weg. Daar wordt hij gevonden door het zoontje van een brave familievader, annex vertaler. Die verbergt de revolver in zijn boekenkast.
 
Tijdens dit hele traject maalt het in het hoofd van de kogel. Net als een mens wil hij gekend worden, een opgave hebben. Zijn grootste schrikbeeld is om ‘onder waarde afgevuurd’ te worden, lees vanuit primitief sentiment, racistische haat of een stompzinnige, criminele afrekening. Het macho mannenwereldje, waarin de kogel zich schijnbaar toch het meest in zijn element voelt, is ver weg in de boekenkast van de vertalende familievader Lenny, die met zijn vrouw en twee kinderen aan Lake Henderson in Vermont woont. In die vredige sfeer begint de kogel zich voor te stellen dat geen noodlot hebben misschien wel het hoogste is wat voor zijn soort weggelegd is.
 
De sfeer kantelt echter door het bezoek van de Nederlandse schrijver Michael, wiens werk Lenny vertaalt. Michaels aanwezigheid zorgt initieel voor een frisse wind, waar ook de kogel van opveert. Hij ‘wil genomen worden’, of nog: ‘ik wil een gespannen haan achter me weten.’ Hij kan zich Michael perfect voorstellen als de laatste man in zijn leven, als zijn verlosser. Dit gevoel wordt alleen maar sterker naarmate de Nederlander meer en meer grimmigheid blijkt binnen te brengen. Is Michael er daadwerkelijk de man naar om de trekker over te halen?
 
Het onbehagen dat Michael parten speelt, is ingegeven door onvrede met zichzelf. Zo wil het onder meer met zijn schrijven niet erg vlotten. Zolang de sfeer nog niet helemaal bedorven is, doet Lenny nog pogingen om zijn gast op te monteren, onder meer door Michaels verhalencyclus Dodendansjes te prijzen – Martin Michael Driessen nam in Mijn eerste moord en andere verhalen zelf drie Dodendansjes op.
 
Die link met zijn eigen werk heeft iets schelms, net als de doorboorde rechterbovenhoek van het boek. Het licht aan het einde van de loop is een origineel, geestig en verrassend kunststukje over de zin van het leven en over verlangen. Niets menselijks is de vertellende kogel immers vreemd, en uit de pen van Martin Michael Driessen geloof je het nog ook.
 
Martin Michael Driessen: Het licht aan het einde van de loop, Van Oorschot, Amsterdam 2022. 89 p. ISBN 9789028221048. Distributie Elkedag Boeken

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri