‘Het was tijd voor
mijn grote droom.’ Regisseur Alex Desmedt watertandt bij de gedachte aan een
draaischijf. Een theaterstuk kan daarmee met tijd en plaats spelen, terwijl het
publiek die flukse wissels moeiteloos aankan. Maar in Tom Lanoyes De
draaischijf loopt er met elke schijf wel iets mis. Behalve met de
opportunistische Desmedt, die de lezer al sissend verleidt.
Met De draaischijf heeft
Lanoye na Mortier, Olyslaegers en Hertmans zijn grote collaboratieroman vast,
die zich afspeelt in Antwerpen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Onmiskenbaar
draagt de roman Lanoyes afdruk als theateradept. In de persoon van succesregisseur
Alex Desmedt krijgt de lezer stevige lezingen theatergeschiedenis, van Wagner
tot Beckett en Pinter. Zelf blijkt Desmedt een Midas, Faust en Mefistofeles.
‘Niet alles
verliep zoals het moest zijn en niet alles verdient achteraf begrip, laat staan
genade.’ Postume verteller Alex Desmedt kijkt terug op zijn leven als directeur
van de Antwerpse theaters. Twee ‘knekelknechten’ bestellen zijn simpele kist
ter aarde. Er zijn geen rouwenden, er speelt geen dodenmars, en de kist trekt
niet naar het Schoonselhof, dat Antwerpenaren hun Père-Lachaise durven te
noemen.
Nochtans verandert alles wat
Desmedt aanraakt in goud. Na een gedwongen ontslag installeert de voormalige
directeur van de Bourla een draaischijf in een ander obscuur zaaltje. Die zal
dienen om Oscar Wildes Salomé nieuw leven in te blazen. Hij rekent zich zegezeker
tot de motor het begeeft. Alex improviseert à la Flamande door het
mechanisme te vervangen met een paardenmolen, die hij uit tijdgebrek niet
verhult. Criticus Herman Teirlinck ziet er theatergeschiedenis in: ‘Lof om de
verkeerde redenen valt te verkiezen boven kritiek om de juiste redenen.’ Maar
de tragiek van Midas is die van het ongewilde goud.
Tijdens de bezetting erkent de
Duitse Stadtkommissar de waarde van een theatermidas als Desmedt. Met hem
kunnen zij de Antwerpenaar overtuigen van de Duitse cultuur. Zijn broer en
overtuigd zwarthemd Rik belt de gevluchte Alex om terug te keren naar de Bourla:
‘Ik hing op en wist genoeg. Ik werd gevraagd. Om wie ik was, om wat ik
betekende.’
Voor
de fine fleur van de collaboratie boekt Alex met De Vlaamse leeuw een
moeiteloos succes. Zolang hij zijn geliefde Lea Liebermann en andere Joodse
leden van het gezelschap weert, kan Alex opnieuw directeur worden de Antwerpse
theaters. ‘Niet aarzelen. Tekenen.’ Lea weet dat Alex niet kan weigeren.
Faustiaans denkt hij van de Duitse bezetter te kunnen profiteren, zonder te
hoeven collaboreren: ‘Ik was ze gewoon allebei. Terzelfder tijd. Zoals het een
geniaal acteur betaamt. Een maestro van de dubbelrol.’
Alex speelt de rol van
passivist, die uitblinkt in niets doen en ondergaan. De bezetter vraagt hem
naar Den Haag om het Deutsches Theater in den Niederlanden te dopen met Faust.
Ook Goebbels en Göring zullen present tekenen. Vanwege de ‘grootste en vernuftigste
draaischijf die ik in mijn bestaan zou mogen aanschouwen’ kon Alex niet anders.
Maar opnieuw weigert de draaischijf dienst. En toch, terwijl onderduikers
schuilen in de luster boven het podium, wordt het stuk weerom een succes. Alex
minimaliseert: ‘Ik kan niet anders dan deze marteling te ondergaan.’
De lezer moet zich
hoeden, want Faust blijkt Mefistofeles. Niet voor niks is Alex’ motto
‘onderspeel je hand.’ Daar is ook de vertelling schatplichtig aan. Subtiel
positioneert Alex zich als slachtoffer. Slechts in enkele scénes weerklinkt het
venijn, zoals tijdens de receptie na Faust:
‘Iemand als ik mag niet anoniem
blijven, een naamloze in deze massa. Ik heb zoveel meer in mijn mars dan de
meesten hier. Sommigen moeten minstens leren weten wie ik ben. Waarom kwam ik
anders naar hier?’
Hij moet en zal de hand van Goebbels en Göring schudden.
Alex Desmedt verleidt en zaait
twijfel. Haast nergens is hij te betrappen. Hij slaagt er zelfs in de lezer aan
zijn kant te krijgen. Durft Desmedt het werkelijk niet aan zijn fouten in de
ogen te kijken? Of luisteren we naar de manipulatieve sisseltong van een
narcist? Lanoye voert een magnifiek personage op, die eigenlijk de enige
performante draaischijf blijkt.
Overvloedige verwijzingen naar theaterstukken maken de
tekst bijwijlen stug, al blijft de roman een frisse portie fictie op klassieke
wijze. Geen essayistische beschouwingen of filosofische intertekstualiteit,
maar een plot, een lastig personage en een hypnotische
taal. Meer heeft De draaischijf niet nodig om haar lezer een groots rad
voor de ogen te draaien.
Tom Lanoye: De draaischijf, Prometheus, Amsterdam 2022,
473 p. ISBN 9789044649321. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan