‘Mensen zeggen dat het werk hun
stress oplevert, maar kijk hoeveel stress zij ervaren als ze dat werk uit hun
handen laten vallen en op vakantie gaan. […] Niet de routine, maar
het doorbreken ervan veroorzaakt onrust.’
Deze
bedenking schrijft Gert-Jan van den Bemd in de proloog bij Branco & Julia toe aan Branco die op weg is naar ergens in
Frankrijk. En meteen ook reikt de auteur de lezer een aantal ijkpunten aan die
verder aan bod zullen komen in de roman: er is de vondst van oude foto’s, er is
de aanschaf van het gedichtenbundeltje ‘Mensagem’ (‘Boodschap’, 1934) van
Fernando Pessoa die in Branco het verlangen deed ontwaken zelf ook schrijver te
worden, ‘ik schrijf, dus ik ben’.
Hoe
Branco en Julia naar elkaar worden toe gedreven, heeft veel te maken met het
toeval. Op de Feira da Ladra (‘de dievenmarkt’) van Lissabon, waar hij, zich
voordoend als een verarmde bezoeker, rondwaart, vindt Branco een reeks
foto’s – meer dan vierhonderd in totaal
– die het leven moeten verbeelden van een vrouw, die later Yvette zal blijken
te heten. Dat net op het moment van aankoop Julia er al twee foto’s heeft
uitgekozen, maakt dat hij het gevoel zal hebben dat zijn collectie niet
volledig is. Branco zoekt toenadering tot Julia en samen zullen zij Yvette
achterna reizen naar Saint-Michel in Frankrijk, waar ze ooit moet hebben
gewoond met haar man Lucky.
Meteen wordt de opbouw van de
roman gekaderd: het eerste deel speelt zich af in Lissabon, deel twee bevat het relaas van de reis naar Frankrijk, waarbij ook
Valerio, Julia’s leermeester op de schilderacademie waar zij naakt poseert voor
een stelletje amateur-schilders, aanwezig is. Branco en Julia, de schrijver op
zoek naar een onderwerp en de beeldende kunstenares die ervan droomt ook écht
carrière te maken: het zijn de motieflijnen waarop Van den Bemd zijn roman
heeft geënt. In alternerende ik-fragmenten waarin beide hoofdfiguren aan het
woord worden gelaten, wordt duidelijk wat beiden zowat naar de rand van de
samenleving heeft geduwd.
Branco,
ooit een gewaardeerd leraar, is ontslagen nadat aan het licht is gekomen dat
hij een relatie had met een leerlinge (#MeToo mocht nu eenmaal niet ontbreken
in de roman) en heeft zich nadien ‘omgeschoold’ tot volleerd antiquair: op de
rommelmarkt koopt hij waardeloze spulletjes op, die hij nadien oppoetst en voor
heel veel geld verkoopt aan wie het maar wil geloven dat ze ook echt antiek
zijn. Voortgestuwd door het voorbeeld van Pessoa bijt hij zich vast in zijn
voornemen een roman te schrijven. Op dit niveau van de roman ontwikkelt Van den
Bemd een aantal boeiende, vaak met veel ironie beladen ideeën rond het
schrijverschap. Branco koopt een notitieboekje om invallen te noteren en een
elegante balpen, ‘Nu had ik geen excuus meer. Ik had de tijd, ik had de
materialen, niets hield me meer tegen om te gaan schrijven. Er was maar één
bezwaar: ik ontbeerde een ongelukkige jeugd, een zwaar leven vol ellende en
verdriet, of een onbereikbare liefde. Ik moest het zien te stellen zonder schrijversgoudmijn.’
Even lijkt het ernaar dat
hij op basis van de foto’s van Yvette wel genoeg stof weet te verzamelen, maar
gaandeweg zijn zoektocht naar wie Yvette nu echt is geweest, stuit hij op de
barrière tussen werkelijkheid en verbeelding: ‘Ik realiseerde me dat de sporen
van Yvette niet beperkt bleven tot een stapel oude foto’s. Daarop was ze
abstract, niet meer dan een afbeelding van een vrouw. Maar ze had echt geleefd.
[…] Die
gedachte was opwindend, maar op een bepaalde manier ook beangstigend.’ En finaal is er de agnitio, het inzicht dat
hem zal doen beseffen dat het schrijven te hoog is gegrepen voor hem: ‘Al
verricht ik onderzoek tot ik een ons weeg, met schrijven kom ik geen steek
verder. Schrijven vereist meer dan het verzamelen van gegevens.’
Parallel aan dit van Branco ontwikkelt Van den Bemd het
levensrelaas over Julia: zij weet zich geroepen tot het kunstenaarschap, maar
ontbeert de nodige financiële middelen. Daarom gaat ze naakt poseren, daarom
klust ze bij als kamermeisje in een hotel, daarom maakt ze schilderijtjes die
ze verkoopt op de Feira da Ladra en die tegemoet komen aan wat de toerist nu
eenmaal verlangt, daarom ook gaat ze in op het verzoek van een rijke
ambassadeursvrouw een muurschildering te maken voor de kinderkamer in haar
protserige villa… Even wordt de indruk gewekt
dat ze haar carrière echt zal kunnen voortstuwen als ze op basis van de twee
foto’s van Yvette die in haar bezit zijn, werken heeft gemaakt die letterlijk
en figuurlijk uit de band springen. Maar dan wordt duidelijk dat ze toegevingen
zal moeten doen, zeker als Valerio een expositie wil gaan organiseren, vooral
dan voor eigen gewin. En hoe zij aan Branco
wordt gelinkt, heeft weer te maken met het toeval: zij vindt het aantekenboekje
dat de schrijver-in-spe verloren is…
Branco & Julia is, binnen de context van een verhaal over twee mensen die
elkaar vinden – ook in de liefde, zo blijkt uit het slothoofdstuk – , in de
eerste plaats een doordacht opgebouwde en bijzonder vlot lezende roman over de
impact van het kunstenaarschap op iemands leven.
Gert-Jan van den Bemd: Branco en Julia, Manteau, Antwerpen 2022, 264 p. ISBN 9789022338704.
Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan