Poëzie

BOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2022

Hildegard van Bingen: Symphonia: Gezangen

door Lisanne Vroomen

Dankzij de inspanningen van vertaler Patrick Lateur zijn de liturgische gezangen van de zieneres en theologe Hildegard van Bingen (1098-1179) uit de Symphonia armonie celestium revelationum toegankelijk in een Nederlandse vertaling. Het is bijzonder dat deze twaalfde-eeuwse vrouw nog steeds tot ons kan spreken, maar door de afstand tussen haar wereld en de onze is een introductie op zijn plaats.
 
Hildegard van Bingen
Hildegard van Bingen werd in 1098 geboren in Bermersheim. Ze werd als tiende kind voorbestemd voor het kloosterleven. Op haar veertiende werd zij met twee andere meisjes ingemetseld in een kluis bij het mannenklooster St. Disibodus. Het aantal vrouwen op de Disibodenberg nam daarna echter toe, waardoor St. Disibodus zich ontwikkelde tot een dubbelklooster. Vanaf 1136 werd Hildegard moeder-overste van dit klooster. 
 
Al vanaf jonge leeftijd kreeg Hildegard visioenen die ze enkel besprak met haar biechtvader. In 1141 draagt God haar naar eigen zeggen op zijn woord niet alleen in zich op te nemen, maar ook uit te dragen. Nadat paus Eugenius III (1145-1153) haar profetische gaven heeft erkend, gaat zij met hulp van een secretaris haar visioenen op schrift stellen. Dit zal leiden tot een drietal omvangrijke visioenenboeken. Daarnaast schrijft ze ook genees- en natuurkundige handboeken en liturgische gezangen. De erkenning van haar profetische gaven is erg bijzonder. We weten immers dat het ook heel anders af kan lopen met vrouwen die beweren in contact te staan met het hogere – denk bijvoorbeeld aan Jeanne d’Arc of Margareta Porete die beiden op de brandstapel om het leven zijn gekomen.  
 
Ook buiten de boekenwereld drukt Hildegard haar stempel. In 1152 sticht ze haar eigen klooster op de Rupertsberg. Daarnaast maakt ze ook reizen om te preken, een unicum voor een vrouw. In 2012 werd Hildegard door Benedictus XIV heilig verklaard. In hetzelfde jaar is zij ook tot kerkleraar uitgeroepen. Dat maakt haar samen Theresia van Avila, Catharina van Siena en Theresia van Lisieux tot een van de weinige kerkleraressen.  
 
Belang van liturgische zang  
Het werk van Hildegard van Bingen krijgt geregeld wetenschappelijke belangstelling in het Nederlandse taalgebied. Zo verscheen vanaf 2015 de vertalingen van haar drie visioenenboeken Scivias. Ken de wegen bij Uitgeverij Verloren van de hand van Mieke Kock-Rademakers. Patrick Lateur is echter de eerste die zorgt voor een vertaling van de liturgische gezangen van Hildegard en dat terwijl deze toch een belangrijke plek in het oeuvre van Hildegard innemen. In de theologie van Hildegard wordt zang namelijk gezien als een spiegel van de kosmische harmonie en een voorafschaduwing van de hemel. Ze noemt haar liturgische gezangen niet voor niets Symphonia armonie celestium revelationum  -- oftewel ‘harmonische muziek van de hemelse openbaringen’. Met deze gezangen kan men in het hier en nu al in tune zijn met de hemelse zaligheid.
 
Daar komt bij dat zang een manier is om de ziel te verheffen én om lof te uiten ten opzichte van God, Jezus of Maria. Zo worden de engelen in Scivias regelmatig weergegeven terwijl ze al zingende God loven. Het verheffen van de ziel is voor Hildegard belangrijk, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de vrouwen die zij als moeder-overste begeleidt. Scivias is te lezen als een pelgrimstocht van de ziel en eindigt niet toevallig met een zang- en mysteriespel (Ordo Virtutum) over de opgang van de ziel. Deze opgang of verheffing is niet direct het onderwerp van de Symphonia, maar het is wel belangrijk om te realiseren dat religieuze liederen binnen en buiten de liturgie ingezet kunnen worden om hierbij te ondersteunen. Zo hangt Symphonia significant samen met andere werken van Hildegard.  
 
Vrouwelijke liturgie?

Hildegard besteedt in haar gezangen aandacht aan verschillende thema’s: de vader en de zoon, de heilige geest, engelen en heiligen, waaronder Disibodus en Rupert. Wat opvalt is toch wel een grote aandacht voor vrouwen, met 16 liederen voor de maagd Maria een 5 liederen voor heilige maagden, weduwen en onschuldige kinderen en 6 liederen voor de heilige Ursula. Vrouwen worden positief weergegeven in de gezangen, met uitzondering van Eva. Zo omschrijft Hildegard Eva in lied 16 als de brenger van het kwaad. Dit leidt echter weer tot een lofzang op Maria, die dit kwaad heeft uitgewist. Deze spiegeling van Eva en Maria komt vaker voor in de liederen. In lied 20 wordt de vrouw omschreven als kroon op de schepping van God:
 
‘de vrouw die hij tot spiegel maakte
van heel zijn schoonheid
ter omhelzing
van heel zijn schepping’
 
Vervolgens worden Eva en Maria geïntroduceerd als tegenpolen in goed en kwaad:
 
‘Want die vrouw
die God tot moeder maakte van allen,
heeft haar schoot verscheurd
met wonden van onwetendheid,
bracht voor haar nageslacht
alleen maar leed.
 
Maar, o Dageraad,
uit uw schoot
verscheen een nieuwe zon,
die alle schuld van Eva wiste
en die door u de mensen een zegen schonk groter
dan de schade hun toegebracht door Eva.’
 
Hoe hoog Hildegard Maria heeft zitten, blijkt een lied later. Hier omschrijft ze dat God naar Maria kijkt ‘zoals een arend / zijn oog richt naar de zon.’ Met andere woorden God kijkt naar Maria zoals de menselijke ziel naar God. Hoewel de grote nadruk op Maria natuurlijk niet vreemd is binnen het christelijke geloof van de twaalfde eeuw, speelt er bij Hildegard meer mee. Maria is de dienstmaagd des heren waarin het woord vlees is geworden. Op die manier ziet Hildegard zichzelf ook, omdat zij Gods woord via haar visioenenboeken omzet in schrift. Dat maakt Maria tot een belangrijke identificatiefiguur.
 
De vertaling
Hildegard maakt in haar gezangen gebruik van stijlfiguren, zoals alliteratie. Verder speelt ze ook regelmatig met de dubbele betekenis van Latijnse woorden. Zo noemt ze Maria ‘virga’, wat twijg betekent, maar uiteraard echoot hier ook het woord ‘virgo’ maagd in door. Patrick Lateur heeft ervoor gekozen om Latijnse tekst en Nederlandse vertaling naast elkaar weer te geven. Dit is een goede keuze, omdat zo de stijlfiguren uit het Latijn ook zichtbaar blijven als ze niet vertaald zijn of niet te vertalen zijn. Het vergt wel van de lezer dat hij Latijn machtig is om de volle betekenis van de teksten te ervaren.
 
Achter in het boek staat een korte introductie over Hildegard. Ook voegt Lateur per liturgisch gezang aantekeningen toe. In één alinea schetst hij per lied thematiek, verwijzingen en andere opvallende zaken. Dat maakt de gezangen toegankelijker en is zeker een waardevolle toevoeging. De uitleg is in mijn ogen soms wat summier, zeker in vergelijking met de uitgebreide inleiding die Mieke Kock-Rademaker biedt bij Scivias. Verder wil ik ook wijzen op de uitgave van de liederen van Hadewijch, onder redactie van Veerle Fraeters en Frank Willaert uit 2009 bij Historische Uitgeverij. Zij kiezen voor een weergave met annotaties in de marge. Dit is overzichtelijk en inzichtelijk en voorkomt geblader van voor naar achteren. Wat mij betreft is dit een best practise bij de uitgave van middeleeuwse liederen.
 
Desondanks kan de vertaling van Patrick Lateur zeker gelden als een sleutel tot de wereld van Hildegard. Deze uitgave is des te belangrijker omdat juist zang voor haar zo belangrijk is geweest bij het vormgeven van het religieuze leven op de Rupertsberg.
 
Hildegard van Bingen: Symphonia: Gezangen, Halewijn, Antwerpen 2022, 248 p., ISBN: 9789085286592

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri