Nederlands proza

BOEKEN NR. 8, OKTOBER 2022

Jan Siebelink: Brengschuld

door Jooris van Hulle

Kern in het oeuvre van Jan Siebelink is de roman Knielen op een bed violen, waarin hij het beklijvende relaas deed van de ‘bekering’ van zijn vader. Hoe het Hans Sievez en zijn vrouw Margje verder ging nadat vader Hans zich geroepen wist en zich steeds nadrukkelijker aansloot bij de broeders die hem op het rechte spoor van het geloof wisten te houden, daarmee de kwekerij verwaarlozend en het gezin tot steeds verdere ingrijpende geldnood veroordelend, is voor Siebelink het thema waarrond ook zijn later werk blijft cirkelen.    

In zijn bewust heel summier gehouden roman Brengschuld laat de auteur dit keer zien hoe Ruben, de oudste zoon in het gezin en tot op zekere hoogte zijn alter ego, terugblikt op de teloorgang van de kwekerij. De 84-jarige Ruben krijgt op zijn verjaardag een brief toegestuurd, die afkomstig is van de dochter van hun vroegere huisbaas. Hij had op zijn sterfbed de wens uitgedrukt dat de familie Sievez nooit het huis mocht worden uitgezet. Op die manier wilde hij vader Hans bedanken voor het feit dat die hem ooit uit handen van de Duitsers had gered. Ruben beseft hoe anders alles had kunnen lopen mocht hij deze op een onooglijk blaadje neergekrabbelde laatste wens eerder in handen had gekregen.
 
Ooit was Ruben bij hun buurman, een stinkend rijke aannemer, gaan aankloppen om hem om hulp te vragen omdat zijn ouders in acute geldnood zaten. De aannemer had geld geroken, hij koopt een deel van de kwekerij op om er zogezegd een manege op te trekken voor zijn dochters. Blijkt nadien dat het om een tennishal ging en dat daarbij de bezoekers voor blijvende overlast zorgden. Pas nu, op zijn 84ste, beseft Ruben ten volle wat hij door zijn tussenkomst bij de aannemer heeft veroorzaakt. Het schuldgevoel is hij nooit meer kwijt geraakt. In een verhaal waarin heden en verleden mekaar doorkruisen, brengt Siebelink in kaart hoe belastend het voor Ruben is geweest de teloorgang van de kwekerij mee te moeten maken. Schrijnend is onder meer het gegeven dat hij zichzelf, onmachtig als hij zich voelde, kwetste door zich in de armen te kerven: zijn psychische onmacht en ontreddering kon hij alleen proberen te overwinnen door het lichaam als het ware ter verantwoording te roepen.
 
Voor de lezer die vertrouwd is met het oeuvre van Jan Siebelink komen heel wat herkenbare elementen terug: vader die het hoofd buigt bij elke nieuwe tegenslag, moeder die de hele situatie veeleer gelaten aanvaardt, de jongste zoon, Tom, die zich afkeert van de vader en vlucht in een marginaal bestaan… Hoe Ruben en Tom uiteindelijk elkaar terugvinden na de dood van hun moeder is dan weer een vernieuwend element in de kwekerij-saga.
 
De titel van de roman verwijst naar het feit dat ieder maand weer Ruben het huurgeld naar de huiseigenaar bracht. En veelzeggend, als een vooruitwijzing naar de latere brief van diens dochter, is er het feit dat zij het is die hem erop wijst dat het in wezen een ‘haalschuld’ moet zijn omdat het aan de eigenaar is het huurgeld te komen ophalen. Hoe dan ook, in beide gevallen weegt het woord ‘schuld’ zwaar door.  
 
Wat van Brengschuld een op en top geslaagde roman maakt, is de structurele aanpak: in suggestieve bewoordingen maakt Siebelink duidelijk dat Ruben, net op de dag dat hij 84 wordt, een beroerte krijgt die hem – letterlijk dan – de greep op de werkelijkheid doet verliezen. Een werkelijkheid die er heel anders had kunnen uitzien… En ook: de aandacht voor de schoonheid van de natuur, die spreekt uit de doorleefde beschrijving van de bloemen en planten die gedijen in de serres van de kwekerij, zet de tegenstelling met de wereld van beton en geldgewin nog eens nadrukkelijk in de verf.
 
Jan Siebelink: Brengschuld, De Bezige Bij, Amsterdam, 2022, 173 p. ISBN 9789403180519. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri