Vooreerst de onbetwiste feiten. In 1881 ging de niet
onbesproken Spaanse architect Rafael Guastavino, geflankeerd door zijn (vierde)
zoontje, eveneens Rafael geheten, aan boord van een schip met bestemming New
York. Voorafgaand is er sprake van een op de klippen gelopen huwelijk en een financiële
zwendel die het hem onmogelijk maakte ooit terug te keren. De man sprak bij
vertrek geen woord Engels en had als bagage enkel zijn architecturale ervaring
- hoewel ook die bedenkelijk was. Hoe dan ook, in New York geraakte hij al snel
aan de slag, dankzij een ‘eigen’ procedé voor bouwconstructies, waar in feite weinig
nieuws aan was, maar dat bestond uit het upgraden van algemeen toegepaste
methodes voor gewelvenbouw in de Middeleeuwen door er ‘een handvol
portlandcement en een paar ijzeren krammen’ aan toe te voegen. Dat lustten de
Amerikanen best vanwege vuurbestendig, en dus stroomden weldra de opdrachten met
tientallen binnen. Ze bezorgden vader Guastavino en zijn zoon, die naar
Amerikaans model hun ‘uitvinding’ naarstig gepatenteerd hadden, op korte tijd een
reputatie om u tegen te zeggen en zelfs de pompeuze eretitel van ‘grondleggers van
de modernistische architectuur in Noord-Amerika’.
Zijn de materiële producten van het duo Guastavino in de VS, vooral in
New York, goed gedocumenteerd en nog altijd ter plekke te spotten, dan is er
veel minder geweten omtrent de interne drijfveren van het architectenpaar. Veel
daarvan blijft onder de radar, en nogal wat dubieuze situaties doen dubieuze
persoonlijkheden vermoeden. Dat maakt het voor een auteur als Andres Barba, die
een soort biografie rond beiden wil neerzetten, niet bepaald gemakkelijk, maar biedt
hem wel de gelegenheid om tentatief allerhande hiaten in te vullen, weliswaar
in vraagvorm, en gekleurd door zijn eigen smeuïge en lichtjes ironiserende kijk
op beider leven. De biograaf is altijd een exegeet, schrijft Barba in een
aantekening vooraf, ‘omdat hij moet interpreteren wat op verschillende manieren
kan worden uitgelegd, maar ook – en vooral -- omdat hij aan een leven een vorm
en betekenis moet toekennen die het bijna nooit heeft gehad’.
Wat dus in het geval van de
Guastavino’s kan worden beschouwd als de verwezenlijking van de American Dream,
kan even zo goed gereduceerd worden tot een geslaagde farce van een beetje
fraudeur die begrijpt ‘dat leven het allerbelangrijkste is’ en ‘dat de strijd
niet door talent wordt gewonnen, maar door degenen die nog over middelen
beschikken op het moment dat anderen met lege handen staan’. Vader Guastavino
is euforisch, zo beschrijft Barba de arrivistische architect, ‘omdat alles
mogelijk is, omdat hij de hele wereld heeft beetgenomen, hoewel beetnemen niet
het juiste woord is’. En zo de vader, zo de zoon. Als vader Guastavino in 1908
overlijdt, erft de zoon naast het familiebedrijf ook diens tomeloze ambitie en
ja, ook zijn existentiële angstgevoel.
Van een klassieke biografie mag je een zakelijke, netjes
geordende opsomming verwachten van de gebeurtenissen die het leven van de
persoon in kwestie vorm gaven. Maar Barba’s werk is allesbehalve een
‘klassieke’ biografie. Al worden de relevante feitelijkheden uit het leven van
de Guastavino’s niet uit de weg gegaan, toch is hij meer begaan met het peilen
naar de achtergronden die dit markante migrantenduo hebben aangedreven. Dat
doet hij door zelf het voortouw te nemen in beider levensverhalen: door ondeugende
bedenkingen te maken, vervelende vragen te stellen, kortom door het verhaal
naar zijn hand te zetten en compleet zelf te dirigeren, in een zulkdanig luchthartige
stijl dat alleen al daardoor de lezer op zijn hoede blijft en de ware inhoud
van dit ‘succesverhaal’ voorzichtigheidshalve een stuk gaat relativeren.
Andrés Barba: Het leven van Guastavino en Guastavino, De
Bezige Bij, Amsterdam 2022, 127 p. ISBN 9789403148717. Vertaling van Vida de
Guastavino y Guastavino door Irene van de Mheen en Jos Kockelkoren. Distributie
Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan