Miriam Van hee is weer helemaal
terug met haar nieuwste bundel. Vanaf de eerste regels (en in feite al met de
titel) wordt de lezer ondergedompeld in haar geheel eigen universum. Dat
bestaat vooral uit personages die ‘onderweg’ zijn: onderweg in het leven, maar
ook vaak geografisch op reis. De dichter heeft inderdaad een voorkeur voor
vreemde, buitenlandse plekken die haar als het ware bewuster en intenser laten
kijken en voelen. Ook in deze bundel gaat ze op reis, naar onder meer
Oost-Europa en de Franse Cevennes. Het zijn omgevingen die het lyrische ik de
grens doen aftasten van het vreemde en het huiselijke: het exotische decor
wordt vrijwel steeds teruggekoppeld naar vertrouwde rituelen of herinneringen.
Net die subtiele verschuivingen zorgen voor een bijzonder effect, dat veelal
melancholisch genoemd kan worden. Niet toevallig bevat de titel een verwijzing
naar de tijd en de eindigheid. Veel gedichten voeren inderdaad het besef van
voorlopigheid of een aflopend tijdsbesef met zich mee. Het lyrische ik gaat
daar constructief mee om en in die zin is deze poëzie opvallend melancholisch.
Het verlies om wat voorbij is, wordt getemperd door wat zich nu voordoet. Het
verleden laat immers zijn sporen na in het heden, en in die zin gaat het niet
echt verloren.
Opmerkelijk is wel hoe Van hee bijzonder veel aandacht besteedt aan sprekende
details. Het kleine en onooglijke wordt onder haar pen een soort van
symbolische icoon, een object dat beladen is met betekenissen en waarden net
doordat het verbonden is met de geschiedenis van mensen en gemeenschappen. Die
historische dimensie van haar schrijverschap is ook in deze bundel erg
merkbaar. Daarnaast is er een opmerkzame blik waar het gaat om de natuur, om de
details van fauna en flora. Een vogel of een plant worden beschreven in hun
biotoop, vaak met behulp van personificaties waardoor het traditionele
onderscheid tussen subject en object, mens en ‘ding’ wordt ondergraven.
Bovenal is Van hee
echter de dichteres met een volstrekt eigen toon. Haar subtiele gevoeligheid
zit als het ware op de huid van de ogenschijnlijke objectieve registratie die
veel van haar verzen domineert. Haar zegging is bijzonder spreektalig, compleet
met associatieve verbanden, herhalingen en autocorrecties, maar tegelijk is de
verwoording doordacht en bijzonder functioneel. Herhalingen en contrasten,
verschuivingen en verspringingen zorgen voortdurend voor extra
betekeniseffecten, voor het uitstellen of integendeel het beklemtonen van
bepaalde interpretaties. Het lyrische ik verschijnt als lucide en opmerkzaam,
maar tegelijk ook als broos en ontvankelijk voor prikkels van buitenaf. Die
positionering draagt er ook toe bij dat de autobiografische achtergronden
bovenal omgezet worden in krachtige en vitale poëzie. Een overtuigender
pleidooi voor de poëzie én voor het leven is haast niet denkbaar.
Miriam Van hee: Voor
wie de tijd verstrijkt, De Bezige Bij, Amsterdam 2022, 52 p. ISBN 9789403183619. Distributie Standaard
Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan