9+ - Wie gesmuld
heeft van Mahmood en de bende van de
tijger (De Eenhoorn 2022) zal allicht ook genieten van Mahmood en de gouden honden. Jan De Leeuw borduurt vakkundig verder
op een beproefde succesformule.
Mahmood is als gevoelige dierenvriend heel herkenbaar, maar
tegelijk is hij ook heel bijzonder. Hij woont in de zoo, waar zijn vader
directeur is en hij elke morgen gewekt wordt door apen op zijn bed. En hij
heeft een heel bijzondere gave. In stressvolle situaties verdwijnt hij als het
ware in het hoofd van mensen of dieren en kijkt, beweegt en voelt hij met hen
mee. In het vorige boek werd hij voor even een muis en een tijger, in dit
tweede deel kruipt hij onder andere in het hoofd van een gier, waardoor De
Leeuw de stad vanuit vogelperspectief kan bekijken, wat tot originele
beschrijvingen leidt. Maar vooral boeiend is dat je als lezer op een andere
manier gaat voel-denken, bijvoorbeeld wanneer Mahmood voor even één wordt met
een ‘bezeten’ hond.
Jan de Leeuw weet ook hoe hij spanning moet opbouwen. Net als in het
eerste boek over Mahmood opent dit verhaal met een beklemmende proloog waardoor
de lezers meer weten dan de personages, wat de betrokkenheid vergroot. Bij
momenten wil je de personages waarschuwen voor de bestelwagen met de ijshoorn,
waaruit de woeste honden komen. Die zorgen voor paniek in de stad omdat ze niet
alleen katten maar ook mensen aanvallen. Grootste slachtoffers zijn de
asielzoekers in het park, die geen huis hebben om in te vluchten. In dat park
ontmoet Mahmood het meisje Zuri, dat in haar eentje door de stad zwerft en een
schuilplaats vond in een woonboot. Ze is dapper en kwetsbaar tegelijk, een
complex karakter dat De Leeuw knap neerzet. Samen weten ze de gewelddadige
bende te ontmaskeren die achter de hondenplaag zit. De confrontatie tussen
dappere, slimme kinderen en gewelddadige maar domme criminelen is een beproefd
ingrediënt in spannende verhalen dat de auteur ook in het vorige boek verwerkte.
Hoe spannend
die confrontatie bij momenten ook is, de afloop is wel voorspelbaar. De lezer
kan al snel raden dat het doel van de gemene Serena en haar handlangers het
goud van de Nationale Bank is en dat hun plan zal mislukken. De slechteriken
blijven ook stereotypen. Serena wordt als volgt geïntroduceerd:
‘Haar rode haren
kronkelden als dikke slangen langs haar nek, haar lippen, koraalrode messen,
tonen een rij scherpe tanden, maar het zijn haar ogen, twee gifgroene
smaragden, die hem doen terugdeinzen.’
Dat ze nietsontziend mensen laat
verscheuren wordt gemotiveerd door een zucht naar rijkdom:
‘Ik wil rijk zijn, Rainier. Ik
wil met geld gooien, kopen wat ik wil, wanneer ik het wil. Ik wil met een
cabrio door Parijs rijden, terwijl iedereen met groen van jaloezie nagaapt.’
De plot bevat
nog een aantal gezochte of al te gemakkelijke wendingen. Dat de burgemeester de
criminelen inhuurde om met wilde honden de vluchtelingen uit het park te
krijgen, wordt onvoldoende uitgewerkt om geloofwaardig te zijn. En het is wel
heel gemakkelijk hoe Mahmood (al dan niet in de gedaante van een dier)
belangrijke gesprekken van de boeven kan afluisteren. Ook de ‘oplossing’ voor
Zuri is wat goedkoop: ze mag op de woonboot blijven wonen nadat ze de eigenaar
redde uit de klauwen van de bende.
De oppervlakkige uitwerking van
plot en nevenpersonages wordt wel voor een deel gecompenseerd door een bij
momenten beeldrijke taal en interessante uitspraken die aan het denken zetten.
De stad wordt vanuit vogelperspectief beeldend beschreven:
‘In de cirkel om de heuvel heen
schieten de religieuze gebouwen als vreemdsoortige paddenstoelen op uit het
oude centrum. […] In de cirkel daaromheen staan de flatgebouwen, reusachtige
bewakers met hoekige schouders’.
Die beschrijving wordt op de volgende dubbele pagina knap
verbeeld in de zwart-wit tekening van Noëmi Plateau. Origineel is de opsomming
in de proloog van de ontwakende stad:
‘Ontdekkingsreizigers dromen van
nieuwe continenten, monniken dromen van skiverlof en gifmengers dromen van
familiefeesten. Stevige jongens dromen van dunne meisjes die op hun beurt
dromen van stevige hamburgers. Vluchtelingen in overvolle kamers dromen van…’
De harde en
ongenuanceerde uitspraken van mensen over de vluchtelingen in het park kunnen
zeker aanzetten tot discussie over deze brandend actuele problematiek.
Daarnaast verwerkt De Leeuw sporadisch ook andere uitspraken die tot nadenken
stemmen en het boek verrijken, zoals deze van Mahmoods vader: ‘de mens is het
boeiendste dier in de zoo.’
Jan de Leeuw, Noëmi
Plateau: Mahmood en de gouden honden, De Eenhoorn, Eke 2023, 214 p. : ill. ISBN
9789462916999
deze pagina printen of opslaan