Een moeder loopt met haar dochtertje van vijf door de
stad. Het kind loopt wijdbeens en stijf want ze heeft in haar broek geplast. Ze
heeft het koud, het is december. Ze zullen dan toch maar de bus naar huis nemen,
hoewel ze de rit maar nauwelijks kunnen betalen. En als ze een bedelaar
passeren wil het meisje hem per se iets geven. Moeder geeft toe, al blijft er nu
niet meer genoeg over voor de bus. Moeten ze toch nog te voet, met die natte
broek in de Noorse winterkou… Dus gaan ze naar het winkelcentrum om een
onderbroek te kopen. Er zijn er met strikjes, met kantjes, met paarse wolkjes…
‘Welke zullen we nemen, mama, welke denk je?’ Ze hebben zelfs niet genoeg geld
voor de allergoedkoopste. Stille wanhoop bij de jonge moeder: ‘ik wil
onzichtbaar zijn. Ik wil niet zijn wie ik ben’.
Thomas heeft een plan. Hij gaat
naar de kussenwinkel om een kussen te kopen voor zijn zoontje, dat komt
logeren. Daarna zal hij naar huis gaan om eten te koken. Hij heeft de hele
nacht het recept liggen lezen: ‘snijd de uien en de koriander fijn, bak de ui
goudbruin, doe de kip van PRIOR in de koekenpan.’ Het zal lukken, want hij is
nu ‘een gewone man’ en alles zal zijn zoals het zou moeten zijn. Maar het is
donker buiten, overal komen mensen vandaan en het voelt alsof zijn keel wordt
dichtgeknepen. De verkoopster in de kussenwinkel glimlacht aanvallend
tegen hem en stelt vragen die hij niet kan beantwoorden. ‘Weet je niet hoe oud
je eigen kind is?’
Rebekka loopt met haar broertje en zusje weg van huis. Ze gaan ‘naar een
geheime plek’ en daar zullen ze alles oplossen. Want tot nu toe ging het niet
goed. Rebekka moest op Mia en Mikael passen maar ze vertoonde ‘opstandig en
grensoverschrijdend gedrag’, zoals de instanties dat noemen. En toen kwam die
brief van de kinderbescherming. Daarom gaat ze nu, wadend door de diepe sneeuw,
met de kinderen naar het vakantiehuis van een vriendin ‘omdat alles daar is
zoals vroeger’ en misschien, misschien kunnen de instanties hen vergeten. Maar de
kleintjes hebben kou en zijn bang, kunnen niet meer verder. Rebekka’s jonge
leven is met verdriet beladen en ze twijfelt of het nog goedkomt: ‘Ik kan er
niet tegen dat mijn broertje zulke ogen heeft, want dat heb ik me afgevraagd,
of angst meegroeit met het lichaam, zoals andere littekens’.
‘We kunnen niet iedereen
helpen’, ‘De goede Thomas’ en ‘Grote zus’ zijn de titels van Ingvild H. Rishøi’s
Winterverhalen. Drie steengoede verhalen over mensen die sociaal en
psychisch kwetsbaar zijn, die om verschillende redenen niet goed mee kunnen in
een prestatiegerichte maatschappij. Het zijn ik-verhalen en dat perspectief is
ijzersterk, want hoe confronterend is het niet om door de ogen van een moeder
te kijken die haar kind zelfs het allernoodzakelijkste niet kan geven en daarin
door datzelfde kind getroost wordt. Of door de ogen van Thomas, emotioneel
overgevoelig, die vanuit onzekerheid en onvermogen ook in een vriendelijke
tegemoetkoming een bedreiging ziet.
Je inleven in de personages doet
pijn, ze zijn volhardend in hun wil om het goed te doen, maar ze missen
maturiteit. Er zijn wel sociale voorzieningen in deze Scandinavische welvaartstaat
en de verzorgingsmaatschappij heeft de steun aan de zwakkeren goed
gereglementeerd, maar dat biedt hun geen uitkomst. De angst om te falen heeft
zich in vastgezet in hun hoofd en in hun hart. ‘De derde keer dat je
kopje-onder gaat, verdrink je. Dat heb ik mijn hele leven al geweten.’
Rishøi’s schrijft
sober, minimalistisch bijna en dat sorteert effect. Ze is wars van
gevoelerigheid maar ontroert, ze lijnt de kwetsbaarheid van de personages duidelijk
af tegen het gebrek aan impact van de regelgevende instanties. De hulp die op
het einde van elk verhaal voor een streepje licht zorgt, komt intuïtief, van onverwachte,
puur menselijke acties.
Van Ingvild H. Rishøi verscheen in het Nederlands eerder haar
romandebuut Stargate. Een kerstvertelling (2021, Koppernik 2022). Winterverhalen
schreef ze al in 2014. Ze ontving er de prestigieuze Brage Prijs in de categorie ‘Open class’ en
de Prijs van de Noorse literaire kritiek. Rishøi’s stem
is diepmenselijk, subtiel en krachtig. Winterverhalen is een aanwinst in
het Nederlandstalig literatuuraanbod.
Ingvild H. Rishøi: Winterverhalen,
Koppernik, Amsterdam 2023, 179 p. ISBN 9789083323985. Vertaling van
Vinternoveller door Liesbeth Huijer. Distributie De Wolken
deze pagina printen of opslaan