Het duurt eeuwig en dan is het voorbij, het
prozadebuut van de Amerikaanse Anne de Marcken, is een eigenzinnige en poëtische
roman over dood, verdriet en rouw.
Op een of andere manier is de vertelster opgestaan uit de
dood. Ze is een zombie, een ondode dus. ‘Ik ben vandaag mijn linkerarm
kwijtgeraakt,’ zo begint haar relaas. Haar arm, die er precies bij de schouder is
afgegaan, is lang niet het enige ingrijpende verlies dat haar tekent. Ze kijkt ook
aan tegen een leven dat voorbij is en mist haar overleden geliefde, tot wie ze
zich meermaals richt.
Ze heeft samen met nog andere ondoden een onderkomen
gevonden in een hotel. Net als haar lotgenoten valt ze – zombiegewijs – wel eens
ten prooi aan een honger die alleen kan worden gestild met mensenvlees. Dit overkomt
haar bijvoorbeeld wanneer ze bij een golfbaan twee tieners in elkaars armen
aantreft: ‘Alles is stil. Ik lig stil in het midden van de honger die eigenlijk
verdriet is, mijn hand stil op het mes stil in het dode meisje stil boven op
haar stille minnaar die nog leeft en stilligt, bewusteloos of verlamd van
angst. Alles is stil. De levende, de dode en de ondode. Ik druk mijn wang tegen
de blote rug van het meisje alsof het de koele tegel van een badkamervloer is.
Alsof het troost zal bieden. Maar haar huid is glibberig van het bloed en ik
draai mijn hoofd om en lik. Je zei altijd dat ik ontroostbaar was.’
De honger is dus
vooral een vergeefs snakken naar intimiteit en hechting, een knagende droefheid.
Vanuit ditzelfde gemis snijdt de vertelster onder haar hart een ruimte uit, om er
een dode kraai in te bewaren. Ze vond die vogel op straat en kon hem niet achterlaten.
Op een groot deel van haar weg zal ze dit bundeltje gevederde houvast met zich
meedragen.
Met
haar zet om een kraai op te voeren als gids bij rouw, staat Anne de Marcken
overigens niet alleen. Zo was de kraai er eveneens bij in Verdriet is het
ding met veren (De Bezige Bij 2023), het rouwverhaal waarmee Max Porter
debuteerde. Op zijn beurt stond de Britse auteur op de schouders van zijn
landgenoot Ted Hughes. In de zwarte vogel personifieerde die in zijn gedichtencyclus
Crow (Kraai, De Bezige Bij 2020) zijn verdriet na de zelfmoord van zijn
echtgenote Sylvia Plath, al had hij haar op het moment van haar tragische dood
al verlaten voor een ander.
Op een dag is de vertelster
van Het duurt eeuwig en dan is het voorbij in het hotel getuige van een
grotesk schouwspel, waarvan ze niet zeker weet of het al dan niet een droom was.
Daarna heeft ze nood aan een nieuw perspectief. Het westen trekt haar aan omdat
ze het associeert met achterlaten, met een laatste toevlucht en ook met
herinneringen aan haar geliefde. Onderweg daarheen komt ze langs het ene na het
andere verlaten stadje. Tussen ronduit onheilspellend en absurd wordt het bij
een autokerkhof, waar toch nog levenden rondhangen. Voor haar breekt daar de apocalyps
uit.
In de confrontatie met de haveloze mensen die ze daar opschrikt
met haar passage, raakt de verbinding tussen haar hoofd en haar lichaam verbroken.
Die dissociatie wordt op een krankzinnige maar niettemin toch invoelbare manier
in beeld gebracht. Door die hele gestoorde toestand is de laatste rechte lijn
naar haar einddoel een hele beproeving, maar ze bereikt wel degelijk haar bestemming. Uit
haar slotbedenking gaat zelfs een zweem van hoop uit:
‘Ik ben in de oceaan. Ik ben op
de kust. Ik probeer me te herinneren of te zien.
De ruimte tussen mij en mij is
jij. Dit is een mysterie.’
Anne de Marcken woont en werkt
als auteur en uitgever in Olympia, de hoofdstad van de staat Washington aan de
Amerikaanse noordwestkust. Haar roman is veel meer een poëtische rouwroman dan
een zombieboek, al draagt de bijzondere insteek van de ondoden wel aanzienlijk bij
tot de originaliteit ervan. Er gaat een indrukwekkende kracht uit van de surrealistische
gruwel en van de onthechte vorm van pijn en droefheid, die ze erin neerzet. Het
duurt eeuwig en dan is het voorbij is dan ook een bevreemdend, absurd maar tegelijk
betoverend mooi boek, waarin zelfs de nachtmerrieachtige taferelen hartroerend
uitdraaien.
Anne
de Marcken: Het duurt eeuwig en dan is het voorbij, Koppernik, Amsterdam 2025. 152 p. ISBN 9789083448138.
Vertaling van It lasts forever and then it's over door Karina van Santen en Martine
Vosmaer. Distributie De Wolken
deze pagina printen of opslaan