Poëzie

BOEKEN NR. 9, NOVEMBER 2021

Frans Kuipers: de Lach van de Sfinx

door Dirk De Geest

De jongste bundel van Frans Kuipers, de Lach van de Sfinx (met de wat vreemde hoofdletters in de titel), is geheel opgebouwd rond twee reeksen waarvan de gedichten de opeenvolgende letters van het alfabet dragen. Die reeksen worden van elkaar gescheiden door een lang fragmentarisch gedicht dat de titel ‘Zonnesteen’ heeft meegekregen. De zonnesteen is een mineraal waaraan allerlei magische, antidepressieve eigenschappen worden toegeschreven, maar het is ook een steen die als navigatiemiddel in de richting van de zon zou kunnen dienen. Voor de dichter is het allereerst een magisch woord, ook al door de wijze waarop hemel en aarde, licht en zware substantie erin worden samengebracht.  

De zon vormt daardoor een soort van leidmotief in een caleidoscopische wirwar van associaties. Die stukjes verwijzen naar mythologieën maar ook naar de wetenschap of naar de alledaagse ervaring om de weldoende effecten van de zon te omcirkelen; zelfs citaten uit vroegere gedichten vinden daarin een plaats. Dat leidt tot een overdaad aan informatie, een woekering van betekenissen en meningen, maar vooral tot een sprankelend vuurwerk aan ideeën die gelanceerd worden en meteen weer verdwijnen achter andere uitspraken. Het is de werkwijze van een dichter die weigert zich achter een vaststaande waarheid of een statische werkelijkheid te verschuilen.
 
Die enorme beweeglijkheid is ook kenmerkend voor de twee grote reeksen in deze bundel. In het spoor van de dichter wordt de lezer bruusk van associatie naar associatie gevoerd: een wirwar van beelden en motieven, maar ook een meerstemmige veelheid aan stijlen. Sommige passages zijn geschreven in een ‘gewoon’ taalgebruik, maar het gaat evenzeer om pathetische retoriek of om haast hymnische aaneenschakelingen van beelden waarmee een personage wordt opgeroepen of aanroepen. Het ik wil duidelijk komen tot een soort van positiebepaling, maar die identiteit is erg vluchtig en tegenstrijdig. Links en rechts worden verwijzingen ingelast naar een kindertijd, een studietijd, een verblijf op kamers en zoveel meer maar die autobiografische gegevens worden niet uitgewerkt. Het zijn echo’s van een leven dat uiteindelijk tot stand komt in de magie van de taal zelf. In die zin is het geen toeval dat de realistische laag maar een onderstroom vormt, dat de gedichten uitpuilen van verwijzingen naar de literatuur, naar de mythologie, naar de verbeelding van sprookjes.
 
Op die manier is deze bundel een lofzang op de menselijke geschiedenis maar nog meer op de natuur en de kosmos. De vitaliteit die aan elk bestaan ten grondslag ligt, wordt geroemd en verbeeld op alle denkbare manieren. De ouder wordende dichter weigert te vervallen in gezeur of in elegische herinneringen. Integendeel, hij laat zich voortdrijven op de intense ritmiek van de poëtische taal, die even raadselachtig is als evocatief. Er staat op elke bladzijde in deze meeslepende bundel meer dan er staat, en net dat houdt de lezer van de eerste tot de laatste letter vast.  
 
Frans Kuipers: de Lach van de Sfinx, Atlas/Contact, Amsterdam 2021, 78 p. ISBN 9789025470579. Distributie VBK België

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri