Poëzie-uitgeverij P heeft in zijn fonds een aparte reeks
plaquettes, de ‘Parnassus Retroreeks’, in oorsprong een initiatief van Dirk
Christiaens. Daarin verschijnen kleine bloemlezingen van onderhand vergeten
Vlaamse dichters uit de vorige eeuw; de keuze uit hun werk gaat vergezeld van
een kort essay waarin de betreffende auteur wordt gesitueerd en toegelicht. Na
eerdere boekjes over onder meer Jozef de Belder en René de Clercq verscheen nu
een aflevering met gedichten van Hugo Verriest, die een eeuw geleden overleed.
Hugo Verriest
is voor velen volstrekt onbekend, voor anderen hooguit nog een naam uit een
vaag verleden. Zijn faam was in de negentiende eeuw nochtans aanzienlijk. Hij
was leerling van Guido Gezelle en leraar van Albrecht Rodenbach, als zodanig
een van de vertegenwoordigers van de zogenaamde ‘West-Vlaamse school’ in onze
literatuur. Hij was actief als Vlaming, als pastoor in Ingooigem (waarover
Stijn Streuvels in zijn memoires mooie bladzijden schreef), als essayist en ook
als dichter. Vooral zijn maatschappelijke engagement dient onderstreept, iets
wat eerder in een uitvoerige biografie van Romain Vanlandschoot terecht
gebeurde.
De
literator Verriest is echter in de loop der jaren geheel van het toneel
verdwenen. In zijn elegante inleiding schetst Luuk Gruwez, net zoals Verriest
afkomstig uit het West-Vlaamse Deerlijk, die teloorgang van een reputatie op
een persoonlijke maar tegelijk historisch-documentaire manier. Hij belicht de
verdiensten van de pastoor in de Vlaamse beweging, zijn toch wel uitzonderlijke
respect voor andersdenkenden (iets wat van zijn leermeester Gezelle niet meteen
gezegd kan worden), zijn diplomatieke en organisatorische talenten… Over de
literaire waarde zegt hij echter opvallend weinig, en dat is geen toeval. De
keuze van gedichten – die toch het beste van Verriests poëzie moeten etaleren –
laat zien hoe de dichter vooral moraliserende gebruikslyriek heeft geschreven.
Veel van zijn gedichten verwijzen naar de grote ogenblikken in een mensenleven
(het overlijden maar evenzeer de eerste communie), en in die verzen komt de
priester met zijn geloofsovertuiging en zijn menselijke insteek sterk naar
voren. Andere gedichten focussen op de natuur, die vanzelfsprekend als het
hoogtepunt van de schepping wordt beschouwd. In al die gevallen klinkt
duidelijk de invloed door van Gezelles poëzie, maar Verriest mist de
taalvirtuositeit van zijn leermeester waardoor de meeste gedichten niet veel
meer zijn dan netjes opgevulde sjablonen. Het meest interessant zijn nog de
meer verhalende gedichten waar Verriest zich enigszins aan het keurslijf van
rijm en metrum weet te onttrekken. In gedichten als het vers over het kasteel
van Rumbeke of de zee klinkt een eigen stem door, rustig vertellend en
mediterend maar zeker het beluisteren waard.
Een echte herontdekking van Hugo
Verriest als dichter zal deze gelegenheidsuitgave wellicht niet realiseren,
laat staan een hernieuwde belangstelling en waardering voor zijn werk als
dichter. Toch is dit mooi uitgegeven boekje een interessant document van een
lang vervlogen tijd en een vervlogen literatuur.
Hugo Verriest: De
grote wateren der zee, P, Leuven 2022, 59 p. ISBN 9789493138841
deze pagina printen of opslaan