Letterkunde

BOEKEN NR. 6, JUNI 2023

Mathijs De Ridder: Paul Van Ostaijen, de dichter die de wereld wilde veranderen

door Jan-Bart Claus

Een klotedood stond Paul Van Ostaijen volgens Floris Jespers te wachten, ‘arm en ongelezen’ ging hij sterven. Het kan nogal verkeren. Na de bloemlezingen Besmette stad en De aftocht, en de monografie Boem paukeslag schreef Mathijs De Ridder een vuistdikke, meer dan negenhonderd pagina’s tellende biografie over het zot Polleken. In het boek plaatst De Ridder Van Ostaijen en zijn werk tegen de sociale en politieke achtergrond van het begin van de twintigste eeuw. Ontluikend flamingantisme, een toenemende liberalisering en een wereldoorlog zijn onderdelen van de lens waarmee De Ridder De dichter die de wereld wilde veranderen schreef. Per definitie is een biografie een achteruitkijkspiegel, maar niet deze.  

Jespers’ uitspraak is slechts een van de anekdotes die Van Ostaijens vernieuwingsdrift laten zien. Van Ostaijen en Jespers maakten deel uit van de ‘Samenwerkende Maatschappij Novy’. Daar hadden zij zich tot taak gesteld een nieuw, modern tijdschrift op te richten. Het Sienjaal zou het veelzeggend heten. Medestanders zoals Paul Joosten en Jos Léonard hadden echter al snel de indruk louter ontvangers te zijn van buitenlandse directieven, hun gezonden door de ‘Paus van Halensee’, naar de Berlijnse wijk waar de verbannen Van Ostaijen verbleef. Léonard vond bovendien dat Van Ostaijen zelf weinig orthodoxie aan de dag legde. Zij moesten het met tweedimensionale vlakken doen, terwijl hij driedimensionaal schilderde met woorden. Jespers vond Van Ostaijens werk evenwel slechts gerommel in de marge. Er moest maar eens wat Amerikaanser en commerciëler gedacht worden, schreef hij. Het nieuwe blad raakte niet van de grond.
 
Van Ostaijen was dan wel geen commerçant – ook bij De Ridder dringt af en toe een stukje sappig Antwerps door –, zot was hij evenmin. Hij was het kind van een ijlende tijd die hij als geen ander kon aanvoelen en doorzien. Opgroeiend in een opklimmend gezin waar de liberaal-katholieke krant Het Handelsblad routineus de ontbijttafel dekt, lijkt het haast vanzelfsprekend hoe Van Ostaijen zich, emancipatorisch zelfbewust, aansluit bij flamingante en opruiende kringen. Geen stennis omwille van de stennis, maar omdat Van Ostaijen weet dat de tijd het vraagt. Net zo ontstaat zijn eerste bundel Music-Hall (1916) als een kolkende ervaring van de moderniteit, die de jonge dichter meesterlijk capteert. Criticus Oscar De Smedt stelt naar aanleiding van die bundel pertinent: ‘Wanneer spreekt de nieuwe gedachte te Brussel en te Gent?’ Al vroeg gold Van Ostaijen in Antwerpen als de nieuwe gedachte.
 
De blik van De Ridder brengt dat knooppunt tussen dichterschap en context in het zicht. Het maakt de lezingen van bekende gedichten als ‘Vers 6’, ‘Holle Haven’, en ‘Marc groet ’s morgens de Dingen’ heel intiem, terwijl bundels als Bezette stad (1921) en Feesten van angst en pijn (geschreven tussen 1918 en 1921, maar pas gebundeld in 2006) pregnante maatschappelijke contrapunten krijgen. Van Ostaijens sympathie voor de spartakisten Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg is reeds gekend, maar De Ridder vindt verder een nieuw ankerpunt voor de Feesten van angst en pijn. Van Ostaijens inspiratie voor die bundel ziet hij in de Tanzwut, een dansdrift die Berlijn na de Eerste Wereldoorlog in haar greep hield. In dezelfde lijn, maar een nog grotere vondst van De Ridder, is de nieuwe groteske ‘Ecce Europa’, waarin Van Ostaijen zwanst met een woekerend consumentisme.
 
Meer dan een terugblikkend portret is dit boek een aansporing. De Ridder slaagt erin Van Ostaijens storm en drang voelbaar te maken. Het boek toont niet enkel de dichter an sich, maar ook het fenomeen dat erachter, of beter, erin huisde. Daardoor wordt deze biografie geen marmerkoud praalgraf. Zorgvuldig laat De Ridder zien dat Van Ostaijen geen dichter was die de markt spiegelde, maar wel een die de tijd las. In de biografie blijft de dichter bovendien klinken als een verfrissende imperatief: probeer de tijd te grijpen. Het is de grote verdienste van dit boek dat het Van Ostaijen doet echoën, en ons zo, met dwingende stampen in onze flanken, opdraagt om te blijven zoeken naar omvattende vormen. Hulde aan dichters die durven, hulde aan Mathijs De Ridder, hulde aan Paul Van Ostaijen.
 
Mathijs De Ridder: Paul Van Ostaijen, de dichter die de wereld wilde veranderen, Pelckmans/Querido Facto, Kalmthout 2023, 936 p. ISBN 9789463102377. Distributie Pelckmans Uitgevers

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri