Augustus is het
laatste deel van de Maanden-reeks van uitgeverij Das Mag. Annelies Verbeke
trapte af met September (je vindt een
voorpublicatie van haar boekje in het slot van Augustus, wat de reeks mooi rond maakt). Op de rug van elk deeltje staat
een letter en met dit laatste deeltje is het volledige woord gevormd: ‘tijdsgewicht’.
Tzum literair
blog trapte af met over dit woord geintjes te maken. Foutje van de uitgever?
Gevolgd door een quiz in de vorm van een multiplechoicevraag, waarin onder
andere de keuze om deze fout passend te vinden voor het niveau van de reeks.
Een ander antwoord: het is een prachtig en geschikt woord. Dat kan natuurlijk
ook, en dan is het (dus) een woordgrapje richting ‘tijdsgewricht’, een woord
dat wél bestaat. En, dat stond in de beginselverklaring bij de reeks, er wordt
in deze reeks geprobeerd iets belangrijks te doen met de tijd: een uitnodiging
‘anders naar de tijd van het jaar te kijken’. In een paar gevallen werd er
inderdaad wel iets moois meegedeeld over de tijd, door Arjen van Veelen
bijvoorbeeld, in Mei.
De een typeerde de maand wat beter (Rob van Essen, Annelies
Verbeke) dan de ander (Bregje Hofstede en Arjen van Veelen). We vinden augustus
terug in het motto (‘de dagen van ijzer’ als de stranden belegerd worden), en
het is een vakantiemaand en de maand van een feest dat in dit geschiedenisje
aan de orde komt.
April mag de wreedste zijn,
augustus is bij Charlotte Van den Broeck de maand van het geweld. Ze vertelt er
ingenieus en indirect (collageachtig) over, het is tegelijk een aanklacht en
een klein beetje een jammerklacht. Over een vastgelopen vrouw na een relatie
met een leugenachtige, onbetrouwbare, grensoverschrijdende en daarmee
gewelddadige man. Je denkt niet meteen: dit heb ik nog nooit gelezen, kort
geleden zelfs nog, bij
Ik dacht dat jij van Joke van Leeuwen (met ook fysiek geweld). Maar vooruit, als
het maar goed gedaan wordt.
Liegen, zo is het jonge ik-personage geleerd door haar
moeder, is verreweg het ergste wat er bestaat. Verder leek eigenlijk alles wel
te kunnen. In het verhaalheden evalueert deze ik (ook aangeduid als de
Bevraagde, de Kleine Verteller, het Voormalige Persoonlijke Voornaamwoord ‘ik’
of het Vrouwelijke Hoofdpersonage) deze relatie op het Griekse eiland Corfu,
waar ze op vakantie is met haar vriendin June.
Die man is er eentje uit het boekje, de man van alle
tijden. Hij manipuleert, werkt op het gevoel (een jeugdtrauma doet het altijd
goed), bedriegt, zegt nooit dat het hem spijt en weet een gesprek van zijn
schuld af te leiden. Om dat aan te tonen verweeft Van den Broeck hier en daar,
vaak heel geestig, verschillende verhalen door haar relaas. Echt uitgebreid
gebruikt ze het sprookje van Repelsteeltje en het verhaal van Odysseus.
Met ‘Repelsteeltje’
maakt de jonge ik kennis via de op cassette ingesproken versie van Lekturama .
Echt wel een eng sprookje, want het gaat over liegen. Een sprookje over drie
manipulatieve mannen, van wie minstens twee gewelddadig. De molenaarsdochter
trouwt in ’s hemelsnaam dan maar met die gemene, ouwe gast van een koning (wat
moet ze anders? – het levert haar wel een mooie positie op). Ze wordt bij het
redden van haar kindje deze keer geholpen door een andere vrouw, met een
gelijksoortige ervaring. Van den Broeck geeft een feministisch tintje aan dit
sprookje.
Het
verhaal van Odysseus krijgt de meeste pagina’s. Odysseus is een perfect voorbeeld
van een volbloed mannelijke opportunist: op zijn reis deelt hij het bed met
veel vrouwen, behalve als iets anders hem meer voordeel biedt. Zoals de trouwe
echtgenoot uithangen en daardoor op Corfu van de vader van prinses Nausikaä
(met wie hij een tijdje veelbelovend optrekt) een boot krijgen om naar huis te
kunnen varen. N. blijft gedesillusioneerd achter. Juist op dit eiland,
jaarlijks, in augustus, wordt een feest ter ere van de held gevierd. De twee
vriendinnen wonen dat bij, de ik bekijkt een en ander behoorlijk kritisch:
Odysseus komt er veel te mooi van af.
Zeer effectief eindigt Augustus met het sprookje van het
allerallerbegin van een man en een vrouw. Daarvoor en tussendoor staan (andere)
sterke passages. Een gesprek met de bedrijfsarts (Arbeidsgeneesheer) over haar
overspannenheid, een wonderschoon beschreven meditatie-oefening en een gave,
tegen een mini-essaytje aanleunende passage over wat geweld doet met woorden en
grammatica. En van het (gaan) liggen op de strandhanddoek weet ze een dreunende
emotionele achtbaan te maken. Het voorplat lijkt naar deze scène te verwijzen.
Dat de twee
vrouwen in de tweede zin (op de covertekst herhaald) zo nadrukkelijk ‘fel
vermagerd’ genoemd worden, zal wel slaan op de dwang die er rust op vrouwen er
op het vakantiestrand op geen enkele wijze te dik uit te zien. Ook dat nog.
Een geslaagd
slot van de reeks, intens en gecondenseerd.
Charlotte Van den Broeck:
Augustus, Das Mag, Amsterdam 2023, 96 p. ISBN 9789493248687. Distributie De
Wolken
deze pagina printen of opslaan