De Nederlandse Eva Meijer (1980) is beeldend kunstenaar,
filosoof, singer-songwriter en schrijver van proza, gedichten en tal van filosofische
werken met een politiek-maatschappelijke inslag. Met Dagen van glas is
ze aan haar zevende roman toe. Het is het verhaal van een uiteenvallend gezin vanuit
het standpunt van de moeder, de vader en de dochter. In het eerste deel staat
de moeder centraal. Ze raakt in hun huis in de buurt van Amsterdam geobsedeerd
door de vrouw die haar vanuit de spiegel in de gang geregeld aankijkt. Nu eens
ziet ze op die momenten zichzelf verschijnen, dan weer vraagt ze zich af wat
het spiegelbeeld met haar te maken heeft.
Allebei de reflecties drijven
haar ertoe om zich te onttrekken aan de verantwoordelijkheden die haar benauwen:
haar rol als moeder van Doris, als echtgenote van Johannes, maar ook als
docente en als auteur. Op de vlucht voor dit alles, vertrekt ze aan het eind
met de trein naar een krakkemikkig vakantiehuisje in een verlaten bos in
Henegouwen. Ditzelfde verhaal van de moeder legde Eva Meijer in 2021 al vast in
de novelle Haar vertrouwde gedaante. Dagen van glas voegt aan dit
perspectief waarmee het begon, het gezichtspunt toe van de andere gezinsleden.
Aan de dochter
is het tweede deel gewijd. We schrijven 2025. Doris is om en bij de achttien en
zit niet helemaal goed in haar vel. Fotografie is haar uitlaatklep. Vijf jaar
nadat haar moeder zich verschanste in haar Belgische vakantiehuisje, doet Doris
even hetzelfde. Ze heeft het boek Kamers achter glas meegenomen, een
roman van Marie Vanderbeecke, een van de schrijfsters rond wie haar vaders
proefschrift draaide.
In het derde deel keer je aan de hand van haar vader terug
naar 1997. Hij, Johannes, promoveert aan de universiteit en rommelt wat aan met
twee meisjes. Uiteindelijk kiest hij voor Emel, die Doris’ moeder zal worden.
Voorts verdiept hij zich in de briefwisseling die Marie Vanderbeecke in de
eerste helft van de twintigste eeuw voerde met een andere schrijfster, Philippa
Draw. Deze – fictieve – auteurs waren vormvernieuwers, maar in hun brieven hebben
ze het over dagelijkse dingen en over de liefde. Allebei zijn ze samen met een
man, maar tegelijk gaan hun harten naar elkaar uit. Hun brieven staan voor een
vorm van waarheidsvinding waarin de tijd een belangrijke rol speelt: het zijn de
voorbijgaande dagen en de wisselende seizoenen, die ons over de jaren heen laten
zien wat er werkelijk toe doet.
Er volgen nog memoires van Marie Vanderbeecke, alsook een
voorwoord dat Johannes schrijft bij een herziene vertaling van haar Kamers achter
glas. ‘Een afdruk achterlaten’ is dan weer een performance van Doris. Een
maandlang gaat ze in 2033 elke dag op eenzelfde plek in het gras liggen en
onderzoekt zo hoelang het duurt om een afdruk na te laten die blijft. Dag na
dag geeft ze tekst en uitleg bij wat deze beproeving met haar doet. De roman
eindigt in 2060 vanuit het perspectief van haar bejaarde moeder.
In Dagen van glas
laat Eva Meijer haar voorliefde spreken voor meerstemmigheid en voor
verschillende genres en vormen binnen een en hetzelfde boek. Heen en weer
springend in de tijd reikt ze je stukken aan van de levens van de drie
hoofdpersonen. Eén duidelijk afgelijnd verhaal levert dit evenwel niet op. De uitkomst
van Dagen van glas is even verbrokkeld als het bestaan zelf: verlangen
naar heelheid botst met verlies, vervreemding en de drang om te verdwijnen.
Achter alle versplintering ontvouwen zich wel mooie taferelen rond liefde en
vriendschap. Een andere rode draad is de zoektocht naar een betekenisvol leven
en de rol die tijd, filosofie en kunst daarin kunnen spelen. Verder illustreert
de roman hoe ieders leven met allerlei touwtjes aan het verleden vastzit.
Eva Meijer:
Dagen van glas, Cossee, Amsterdam 2023, 229 p. ISBN 9789464521009. Distributie
Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan