De Canadese dichter Gary Geddes –
geboren in Vancouver in 1940 -- is in ons taalgebied zo goed als onbekend.
Daarin wordt nu verandering gebracht met deze selectie, vertaald en uitgeleid
door H.C. ten Berge. Ten Berge heeft daarbij gekozen voor een bloemlezing die
diverse facetten van het dichterschap van Geddes laat zien en een ruime periode
overspant. De recente bundels The
Resumption of Play (2016) en The
Vetriloquist (2022) zijn vertegenwoordigd, maar de helft van dit fraaie
boek gaat naar de integrale vertaling van de bundel Hong Kong Poems (1987).
Geddes is een dichter die
bijzonder begaan is met maatschappelijke problemen en daarbij een duidelijk
engagement niet schuwt. Daarbij kruipt de dichter letterlijk in de huid van
slachtoffers door hen daadwerkelijk een stem te geven; het is een procedé dat
op het eerste gezicht misschien vreemd aandoet maar dat bijzonder ingrijpend
werkt. Zo is in de titelreeks een autochtone jongen aan het woord die bruusk
wordt weggeroofd uit zijn milieu en wordt meegevoerd naar een kostschool waar
hij de ‘beschaving’ moet leren kennen. Het verhaal is gebaseerd op traumatische
historische gebeurtenissen, en Geddes slaagt er bijzonder goed in de
beklemmende sfeer op te roepen. De jongen weet niet wat hem overkomt als hij
wordt afgesneden van het landschap en de mensen uit zijn vertrouwde omgeving.
De onbekende wereld waarin hij terechtkomt moet hij leren ontdekken, en voor
zijn angstig bewustzijn is dat een hachelijke ervaring. De nieuwe wereld van de
gedwongen kostschool is er een van afstandelijkheid en ondoorzichtige regels,
van tucht en misbruik. Het enige tegengewicht vormen de dromen over het
verloren paradijs van de jeugd. Het vervolg is een moeizaam bestaan, met een
weinig heilzame vlucht in alcohol, esoterie, tot een therapie en een succesvolle
opleiding in een fundamenteel keerpunt resulteren. Toch zijn de diepe wonden
onherstelbaar: de man leest de getuigenissen van zijn lotgenoten, en ook de
terugkeer naar de ouderlijke omgeving laat zien wat er allemaal onherroepelijk
verloren is gegaan. In die zin combineert deze prachtige reeks biografische (en
deels autobiografische) elementen met een sociale en politieke analyse.
Datzelfde gebeurt ook op magistrale wijze in de reeks
gedichten over de Canadese soldaten die tijdens de Tweede Wereldoorlog naar
Hong Kong werden gestuurd maar daar geheel onvoorbereid aankwamen en vrijwel
meteen sneuvelden of krijgsgevangen genomen werden. Hun getuigenissen vormen de
basis voor een bundel met korte gedachten, lyrische verzen en prozagedichten.
Opnieuw hanteert Geddes een variatie van haast journalistieke observaties (met
feitenmateriaal en cijfers) en persoonlijke getuigenissen van een aantal
betrokkenen. De berichtgeving over de oorlog en de vele slachtoffers krijgt zo
iets van een reportage, maar opnieuw is de stem van de dichter dominant in de
vele metaforen en beelden die suggestief allerlei verbanden oproepen. De
Japanse vlag wordt een spiegelei maar ook het symbool voor zinloos geweld en de
rijzende zon.
Eenzelfde
procedé van meerstemmigheid ligt ook ten grondslag aan de gedichten waarin
Geddes het ziekteproces en het overlijden van zijn moeder oproept. De intense
emotionaliteit van dat vroegtijdige overlijden ten gevolge van kanker wordt
doorspekt met medische gegevens en observaties, alsof opnieuw de toon van
wetenschap en poëzie de al te intieme en haast onuitspreekbare gevoelens moeten
compenseren.
Deze
bundeling biedt alleszins een mooie inkijk in het oeuvre van een onbekende maar
waardevolle dichter. Ook voor wie niet meteen vertrouwd is met de Canadese
geschiedenis blijft deze poëzie belangwekkend, want de thema’s van ontheemding
en vervreemding die Geddes behandelt zijn universeel en vandaag misschien zelfs
actueler en noodzakelijker dan ooit.
Gary Geddes, H.C. ten Berge (sam.): De hervatting van het spel gevolgd door Hong Kong ’41, Poëziecentrum,
Gent 2023, 143 p. ISBN 9789056553111. Vertaling uit het Engels door H.C. ten
Berghe
deze pagina printen of opslaan