In een filosofische roman wordt de romanvorm
gebruikt om filosofische vragen en concepten te verkennen. Dat kan goed
uitpakken, maar dan moet je wel weten hoe je een wijsgerig idee of concept
subtiel kunt verpakken in een verhaal met diepte. Het hoeft daarbij geen betoog
dat helderheid en een doelmatige compositie de aandacht van de lezer moeten
vangen. Het onmogelijke manuscript van Govert Derix (Horst, 1962) wordt
als ‘compacte filosofische roman’ aangekondigd. De ronkende flaptekst volgend
mag de lezer veel verwachten van het boek. Zo zal onder meer de weg gewezen
worden naar de redding van de wereld. Derix, zo lezen wij, schreef eerder al ‘grensverleggende’
boeken.
Het leesavontuur
begint moeizaam. De schrijver ontwikkelde voor zijn literair-filosofische
wondermiddel een wel zeer omslachtige structuur. Het is de bedoeling dat een
verhaal zich voor het oog van de lezer op een aanstekelijke wijze ontvouwt. Maar
hier gaat het anders. Laat ik een poging doen om een en ander in kaart te
brengen. We hebben het tastbare boek met de genoemde titel en de genoemde
schrijver (1). Het boek bevat een dialoog tussen een zekere Roberto (die later
Govert Derix blijkt te zijn) en zijn zwager José. In die dialoog wordt de
inhoud van een door de uitgever van Roberto/Derix afgewezen manuscript in
stukjes en beetjes naverteld (2).
We lezen dus in feite een (niet voor publicatie geschikt
bevonden) naverteld verhaal, een in dialoogvorm geperste vertelling. Die
dialoog blijkt gekunsteld en ronduit knullig. In het navertelde verhaal wemelt
het bovendien van de verhaallijnen en bordkartonnen personages. Je raakt de
draad al snel kwijt. Schrijver Derix geeft dan ook nog eens in zijn gesprek met
José toe dat het wat zijn verhaal betreft allemaal te veel en te overdadig is.
In laten we
zeggen het (navertelde) kernverhaal (2) wordt een Thierry Baudet-achtig
personage ten tonele gevoerd. Hoe origineel. Voor de hand liggende grappen als
‘de muil van Minerva’ zijn vervolgens niet van de lucht. Ook de
concentratiekampen van de Tweede Wereldoorlog worden betrokken bij de
navertelling. Om de couleur locale te schetsen (het verhaal wordt in Brazilië naverteld)
worden frequent Braziliaans-Portugese woorden en namen gebruikt. Het literaire
kruidenrekje van deze schrijver raakt maar niet uitgeput.
In een ongecontroleerde stroom
van verwikkelingen, variaties op verhaalmogelijkheden en reisgidsachtige
passages koerst dit ‘onmogelijke manuscript’ op een aangekondigde miraculeuze
ontknoping af. De ‘compacte filosofische roman’ mondt uit in een slotakkoord van
zweverigheid waarin een van de protagonisten zelfs letterlijk aan het zweven
slaat.
Na het
lezen van deze vermoeiende en onwaarachtige roman dringt zich een prangende
vraag op: waarom is dit boek er? Wat kan in vredesnaam de bedoeling zijn van
auteur en uitgever? De filosofische portee wordt niet helder, het schreeuwerige
verhaal blijkt een beproeving voor de welwillende lezer en ook de redding van
de wereld komt door dit boek niet naderbij.
Ach ja, de redding van de
wereld. Dat heilige voornemen leidt nimmer tot ware literatuur. Doe mij dan
maar liever het concept van de mislukking van de wereld: dat is pas echt een
houvast voor de schrijfkunst.
Govert Derix: Het onmogelijke manuscript, Magonia, Utrecht
2023, 230 p. ISBN 9789492241597
deze pagina printen of opslaan