Poëzie

BOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2024

Harry Martinson: Aniara

door Erick Kila

Een Zweeds epos in dichtvorm dat zich afspeelt in een verre toekomst en in een situatie waar de mens nog geen ervaring mee heeft: een Belgisch/Nederlands duo waagde zich aan de vertaling. Het gaat om Aniara, een tamelijk complex werk van schrijver/dichter en Nobelprijswinnaar Harry Martinson (1904-1978), dat in 1956 verscheen. Martinson schiep met Aniara een wonderlijk mengsel van sciencefiction en mythe. Om onbekende tijden, ruimten en omstandigheden vorm te geven, creëerde hij onder meer nieuwe woorden en schepselen. Zijn poëtisch procedé heeft als belangrijkste kenmerk variatie. Onder die paraplu gaan ook een bewuste inconsequentheid en grilligheid schuil.  

Hoe breng je een en ander overtuigend over het voetlicht in het Nederlands? Om dat te beoordelen kun je in dit geval uitsluitend op het vertaalde af gaan. Het epos van Martinson heeft een behoorlijke reputatie, maar maakt de Nederlandse tekst dat waar? Helaas is dat niet het geval. En dat is te wijten aan de poëtische kwaliteit van de vertaling.
 
De inhoud van Aniara, het verhaal, is interessant genoeg. Nadat de mensheid de aarde naar de filistijnen heeft geholpen, ziet zij zich gedwongen om de planeet te verlaten. De evacuatie naar Mars en Venus gebeurt met enorme ruimteschepen, goldonders. De goldonder ‘Aniara’ vervoert achtduizend mensen. Door een ‘noodzwenking’, om asteroïde Hondo te ontwijken, raakt de goldonder uit koers. Al snel blijkt dat het ruimteschip voorgoed uit koers is geraakt.
 
Er volgt een lange periode van hoop en vrees. De reizigers worden kalm gehouden met hulp van een levensechte illusie van het leven op aarde. Die illusie krijgt gestalte via een merkwaardige machinerie die ‘Mima’ heet. Het is een ingewikkeld instrument: de overtreffende trap van een kwantumcomputer, compleet met allerlei AI-toeters en bellen en nog veel meer. Als de bijna menselijke Mima op een gegeven moment ophoudt met functioneren worden de illusie en de herinnering aan de aarde niet meer gevoed. Er ontstaat steeds meer onrust en wanhoop. Men beseft dat Aniara niets meer is dan een soort sarcofaag.
 
Er zijn veel zaken in Aniara die we anno 2024 herkennen. Martinson had (op de helft van de jaren 1950!) een vooruitziende blik als het om het beheer van de aarde gaat en om de ontwikkeling van computerachtige machines. Dat alleen al maakt Aniara de moeite waard. Maar dan komen we bij de uitdaging om een poëzie-epos met eigenaardigheden op het gebied van metrum, rijm, neologismen, orakeltaal en mythe te vertalen.
 
Hoewel er zeker strofen te vinden zijn die een poëtische kracht hebben, gaat het geheel van deze vertaling gebukt onder fouten en zwakheden die bij een scherpe controle opgemerkt hadden moeten worden. Zo worden er congruentiefouten gemaakt (onderwerp en persoonsvorm komen niet overeen in ‘getal’) en zijn er slordigheden met werkwoordtijden. Oplossingen die het gevolg zijn van een soort vertalersrijmdwang sorteren te vaak een effect dat je ‘koddig’ kan noemen.
 
‘[…] Op die baar lag de kleine rozenknop
waarvan het opgroeien zij heeft gestopt […]’
 
Als rijm niet goed in het Nederlands gerealiseerd kan worden, forceer het dan niet.
 
Het nawoord van Petra Broomans is verhelderend en informatief. De uitgeverij, Wilde aardbeien, wil in het Nederlands taalgebied minder bekende Scandinavische auteurs in vertaling uitgeven. Dat streven verdient uiteraard alle lof. De fondslijst van de uitgever vermeldt naast literatuur uit de bekende Scandinavische landen ook literair werk uit IJsland, de Faerøer en Groenland.
 
Harry Martinson: Aniara. Een epos over de mens in tijd en ruimte, Wilde aardbeien, Groningen 2024, 195 p. ISBN 9789079873135. Vertaling van Aniara. En revy om människan i tid och rum door Anke van den Bremt en Anna Rottier

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri