Het eerste wat opvalt aan Riley Sagers zesde triller is
de kaft. Dreigend staat daarop een huis bovenop een hoge klif met een bloedrode
lucht en de titel in blauwe letters. De kaft lijkt een beetje op een filmposter
van een oude horrorfilm en intrigeert door zijn lelijkheid. Het afgebeelde huis
heeft overigens de naam ‘Hope’s End’ en speelt een belangrijke rol in De
enige die overbleef.
Het is immers de thuisbasis van de eenenzeventigjarige
Lenora Hope, die sinds haar zeventiende een teruggetrokken leven leidt in het
huis. Omdat Lenora deels verlamd is, heeft ze permanente hulp nodig. Haar
vorige verzorgster Amanda is echter plots vertrokken en dus komt het bureau
Gurlains Zorg aan Huis uit bij Kit, een medewerkster die enige tijd geleden in
opspraak is gekomen omdat ze haar terminale moeder een handje zou hebben geholpen
bij haar dood. Kit staat echter niet te springen om de opdracht want Lenora
Hope is een berucht figuur in de streek. Ze wordt er immers van verdacht om
haar ouders en zus Virginia als tiener te hebben vermoord. Er zijn geen
bewijzen en Lenora heeft sinds die fatale nacht nooit meer gesproken, maar bij
gebrek aan een andere dader, wordt algemeen aangenomen dat zij het gedaan heeft.
Omdat Kit de
centen en de job hard nodig heeft, aanvaardt ze de opdracht en trekt ze in in
het grote landhuis op de klif. Daar zijn verder nog aanwezig: de jonge
huishoudster Jessie, kok Archie, klusjesman Carter en mevrouw Baker die met
strenge hand over het geheel waakt. Al snel ontdekt Kit dat Hope’s End een
vreemd huis is. Sommige schilderijen zijn afgedekt met een doek, het huis maakt
vreemde geluiden, als je goed kijkt, zie je dat het huis niet erg goed is
onderhouden en bovendien helt het gevaarlijk over naar de rand van de klif. En,
Lenora blijkt overweg te kunnen met een typemachine en is bereid haar verhaal
over de gebeurtenissen uit 1929 te doen aan Kit. Zal de waarheid over wat er
meer dan vijftig jaar geleden is gebeurd dan eindelijk toch uitkomen?
Liefhebbers van
plotwendingen komen in De enige die overbleef weer goed aan hun trekken.
Net als in Sagers vorige boeken, kijkt de auteur ook nu niet op een wending
meer of minder. Enkele keren denk je te weten hoe de vork in de steel zit, maar
dan geeft Sager het verhaal toch weer een nieuwe draai. In zijn vorige boeken
kwam hij hier nog mee weg, maar in De enige die overbleef lijkt Sager
toch een plotwending te veel uit zijn hoed getoverd te hebben. Het verhaal had
immers veel geloofwaardiger en compacter gekund met een ander einde.
Afwisselend wordt het
verhaal verteld door Kit en door Lenora. Met mondjesmaat krijg je dus
informatie aangereikt. Sager let er goed op dat de lezer wel af en toe een hint
krijgt, maar nooit grip kan krijgen op de volledige waarheid. Die spaart de
auteur immers op voor zijn grote finale met de nodige dramatische wendingen. Het
verhaal speelt zich af in 1983 en computers en gsm’s zijn nog niet ingeburgerd.
Een verhaal vertellen doe je met behulp van een typemachine en als je een
huisgenoot kwijt bent, moet je hem effectief gaan zoeken in plaats van snel even
te bellen.
De
enige die overbleef is een typisch boek van Riley Sager en valt niet uit de
toon bij zijn vorige vijf thrillers De laatste meisjes, Mijn laatste
leugen, Sluit
alle deuren, Voor
het donker thuis en Overleef
de nacht. In het tweede deel van het boek volgen de plotwendingen
elkaar in sneltempo op en komt de geloofwaardigheid gevaarlijk in het gedrang. Maar
Sager weet hoe hij een verhaal moet vertellen en spanning opbouwen. Hij verdient
vooralsnog het voordeel van de twijfel.
Riley Sager: De enige die
overbleef, Ambo/Anthos, Amsterdam 2024, 428 p. ISBN 9789026366161. Vertaling
van The Only One Left door Roelof Posthuma. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan