Stel je voor: je bezoekt min of meer per
toeval het Museum van Invasie in Bayeux, bekijkt een Amerikaans soldatentijdschrift
in een vitrine en herkent op een zestig jaar oude zwart-witfoto je vader. Het
overkwam de Nederlandse schrijfster Sana Valiulina, die onder meer over dit indrukwekkend
voorval vertelt in haar nieuwste boek Waar alle wegen ophouden.
Twee zussen doen
onderzoek naar hun overleden Russische vader. Hij deed in de Tweede
Wereldoorlog dienst als parachutist (met vliegangst), werd bij Smolensk
gevangengenomen door de Duitsers en te werk gesteld in een krijgsgevangenkamp
nabij Cherbourg, vluchtte met een vriend naar de kant van de geallieerden, belandde
in Engeland maar reisde uiteindelijk terug naar het vaderland, waar hij, stank
voor dank, als landverrader naar de goelag werd gestuurd. Vaniulina doet
uitgebreid verslag van dit avontuurlijke leven en brengt haar gekwelde, gesloten
maar ook goedaardige vader met behulp van rake karakteriseringen overtuigend weer
tot leven. De liefde en fascinatie voor haar onderwerp – die ze de ontroerende
bijnaam ‘de kleine korporaal’ geeft – stralen van de pagina’s.
Valiulina vervlecht
haar vaders (en haar eigen) levensverhaal met de politieke contexten van de afgelopen
tachtig jaar. Een dergelijke opzet vergt veel research, en dwingt de
schrijfster tot de verwerking van een hoop droge feitjes – het boek bevat niet
voor niks een weliswaar bescheiden maar nuttige bibliografie.
De passages waarin al die politiek-historische feiten aan
bod komen, contrasteren nogal fel met het persoonlijke, emotionele vaderdochterverhaal.
De vertelling springt bovendien kriskras heen en weer van heden naar verleden (de
jeugd van de vertelster, episodes uit het leven van haar vader, belangrijke
momenten in de Sovjetgeschiedenis). Mede door die niet-chronologische ordening maakt
het boek een rommelige indruk. Het valt toe te juichen dat Valiulina genres –
roman, dagboek, familiekroniek, biografie – durft te vermengen, maar het
totaalplaatje is toch wat chaotisch.
Helaas wemelt het boek ook van
de eigenaardige metaforen (‘de wachttoon gaat dwars door mijn hart’, ‘het
dringt zich in al mijn poriën en ik verlies mijn hoofd’, ‘zo worstel ik nu mijn
ogen open’) en clichés (‘naald in een hooiberg’, ‘zijn veelbetekenende zwijgen
is sterker dan woorden’). Ook bevat het boek nogal wat verhaspelde uitdrukkingen
(‘tegen al het kwaad van de wereld behoed’, ‘ik eet met mijn handen een hap van
een aardappel’) en hebben veel zinnen een manke syntaxis (‘Ik knik van ja, klim
op een krukje en zie toe hoe hij netjes het brood snijdt, in dit geval beslist
zwart brood, en ingeval er haring is uitsluitend witbrood’, ‘Uit het raam van
de bus kijk ik naar vader die me naar de bus terug naar Tallinn heeft gebracht’).
Valiulina heeft
met name de neiging om bijzinnen en passussen behoorlijk achteloos aan elkaar te
rijgen. De slecht gemetselde zinnen die daardoor ontstaan, vormen een nogal stroeve
tekst, zoals in de volgende exemplarische zin: ‘Roslavl dus, en dus was hij het
niet, die broodmagere, door de zon bijna zwart gebrande Sovjetsoldaat met net
als vader wit gebleekte, naar achteren gekamde haren – onmiddellijk zie ik
vaders haar op de Krim en in die zeldzame hete zomermaanden in Estland.’
Hoe grondig het historische
onderzoek ook is uitgevoerd, en met hoeveel genegenheid Valiulina ook over haar
vader schrijft, de uitwerking van haar ambitieuze project laat dus toch een
beetje te wensen over en had nog wel eens langs een redacteur mogen passeren.
Sana Valiulina: Waar alle wegen ophouden, Prometheus,
Amsterdam 2024, 309 p. ISBN 9789044650686. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan