In 2010 verscheen
bij De Bezige Bij Silvia Avallone’s romandebuut, Staal, een roman waarin
de vriendschap tussen de dertienjarige Anna en Francesca op de proef wordt gesteld.
De twee adolescenten, die in een klein industriestadje aan de Italiaanse kust wonen,
worden elkaars rivalen wanneer als bij toeval de liefde hen treft. Critici
labelden Avallone (1984) meteen als een nieuwe Italiaanse stem die de weg naar
volwassenheid op verpletterende wijze weet weer te geven.
Begin dit jaar verscheen
Avallone’s vijfde roman, Cuore nero, die twee literaire prijzen
wegkaapte en in meer dan twintig talen zouden worden vertaald. Zo zorgde het
sterke vertalersduo, Manon Smits en Pieter van der Drift, voor de treffende
weergave in het Nederlands. Met Donker hart verkent de meermaals
bekroonde Avallone opnieuw hoe vriendschap, liefde en rivaliteit op elkaar
ingrijpen op de weg naar volwassenheid, maar de auteur belicht nu ook hoe het
kwaad die zoektocht verder verstoort.
Bij aanvang van Donker hart
zijn de twee hoofpersonages echter geen pubers meer. Emilia en Bruno vinden
elkaar als buren in het berggehucht Sassaia in Noord-Italië wanneer Emilia het
huis van haar overleden tante betrekt. De prille dertigers worden verliefd, al
lijken ze die liefde heel laat aan elkaar te kunnen bekennen. Beiden dragen
immers een groot verdriet met zich mee. Zo verloor Bruno als tiener zijn beide
ouders bij een ongeluk met een kabelbaan en verdringt hij dat verdriet via zijn
baan als onderwijzer in een lagere school. Hij lijkt van kinderen beschermen of
redden zijn missie te maken. Emilia probeert op haar beurt te vergeten dat ze
de oorzaak is van haar eigen leed. Ze pleegde een zware misdaad waarvoor ze een
gevangenisstraf van vijftien jaar uitzat – Emilia’s familienaam luidt ironisch Innocenti.
De wegen van
beide geliefden scheiden even wanneer een rivale Emilia’s geheim onthult aan
Bruno. Bruno is onthutst omdat hij beseft Emilia niet echt te kennen. Hij, maar
ook Emilia, herleiden haar identiteit tot die ene (mis)daad. Hierdoor vlucht Emilia
weg uit Sassaia en trekt ze naar Milaan, waar een vriendin uit de gevangenis
haar opvangt. Die vriendin confronteert Emilia met haar verleden en met de
personen die haar geholpen hebben toen ze haar straf uitzat. Emilia komt
langzaamaan tot het besef dat ze meer is dan haar verleden en dat ze recht
heeft op een toekomst. Dat doet uiteindelijk ook Bruno, en dat dankzij Basilio,
een andere bergbewoner die zich over Emilia had ontfermd. Donker hart eindigt
dan ook met een gelukkig weerzien van Emilia en Bruno wanneer beiden het zich
vergeven dat zij nog in leven zijn terwijl ze geliefden verloren. Met dat besef
kan hun bestaan een nieuwe wending nemen.
Deze beschrijving klinkt
wellicht wat melig, maar naar het einde van de roman is Avallone’s vertelling zeker
beklijvend. Als lezer kan je dan de opbouw met de vele flashbacks en
beschrijvingen plaatsen, wat niet wegneemt dat de aanloop van het verhaal wat
strakker had gekund. In het ‘Dankwoord en een toelichting’ voegt Avallone toe dat
ze het verhaal van Emilia en dat van andere personages losjes baseerde op de getuigenissen
die jongeren in een jeugdgevangenis met haar deelden. Met Donker hart
brengt ze eigenlijk een hommage aan al wie die jongeren nieuwe kansen biedt en
fictionaliseert ze haar ‘zeer indringende ontmoeting met de werkelijkheid’.
Silvia
Avallone: Donker hart, De Bezige Bij, Amsterdam 2024, 428 p. ISBN 9789403132327.
Vertaling van Cuore nero door Manon Smits en Pieter van der Drift. Distributie
Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan