Vertaald proza

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2025

Tove Ditlevsen: Vilhelms kamer

door Katja Feremans

De in Denemarken alom bekende Tove Ditlevsen (1917-1976) begon in 2020 ook bij ons aan een triomftocht dankzij haar ontwapenende, autobiografische Kopenhagen-trilogie: Kindertijd, Jeugd en Afhankelijkheid. De eerste twee delen kwamen in het Deens uit in 1967. Vier jaar later volgde het slot, waarin de schrijfster schaamteloos focust op haar drie mislukte huwelijken en haar verslaving aan alcohol en pijnstillers. Het boek eindigt, wanneer alles nog koek en ei lijkt tussen haar en haar vierde echtgenoot. Toch zal ook die relatie na ruim twintig jaar op de klippen lopen.  

Veel van de teloorgang van dit huwelijk zit in Vilhelms kamer, de roman die ze in 1975 schreef, twee jaar na haar vierde scheiding. Het is het verhaal van de Deense kinderboekenauteur Lise Mundus en haar ex-partner Vilhelm – diezelfde Lise Mundus, een alter ego van Tove Ditlevsen, werd in 1968 ook al de hoofdpersoon van haar roman De gezichten. Wanneer Vilhelm haar na tweeëntwintig jaar van passie, vertwijfeling en ontrouw verlaat voor een veel jongere minnares ‘met matte rozijntjesogen’, ontkleurt Lises wereld. Om te voorkomen dat ze helemaal afglijdt, wordt ze opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis.
 
Ze bokst daar met haar kamergenote een contactadvertentie in elkaar en laat die in het dagblad plaatsen waarvan Vilhelm de hoofdredacteur is: ‘[…] ontsnapt uit een lang, ongelukkig huwelijk – 51 jaar, maar jong van geest – prachtige zoon van 15 jaar – bekende naam in de Deense literatuur – zomerhuis – groot appartement in het centrum van de stad – momenteel opgenomen vanwege een zenuwcrisis – bij voorkeur automobilist’. Na een dikke, kale bankbediende, die volgens Lise een halfjaar in de pekel leek te hebben gelegen, meldt de huurder van haar zonderlinge bovenbuurvrouw zich voor een kennismakingsgesprek. Lise stemt er meteen mee in dat deze Kurt bij haar en haar zoon komt wonen. Concreet betekent dit dat hij zijn intrek neemt in Vilhelms kamer, die leeg is komen te staan.
 
Mettertijd wordt Lise door vastgoedmakelaars gepusht om haar appartement te ruilen voor een kleinere flat verderop in de straat. Tijdens de verbouwingswerken die volgen op haar verhuis ziet ze Vilhelms kamer verdwijnen. Eerst bouwt ze die nog opnieuw op in haar hoofd: ‘Daar leeft die nu, vol fluisterende schaduwen, zacht gelach als spottend vogelgekrijs en warme tranen die worden weggekust of vrij mogen stromen als het vocht uit de scheuren in het behang, dat bevlekt is met hartstocht en wanhoop’. Uiteindelijk schrijft ze een boek over deze kamer en de stormachtige gebeurtenissen die ermee zijn verbonden.
 
Haar verhaal krijgt vorm vanuit verschillende standpunten. Nu eens is er een alwetende verteller aan het woord, dan weer neemt Lise Mundus het zelf over als ik-figuur. Of ze reiken elkaar de hand: ‘En het gevoel dat ze iets doms had gedaan, dat ze door de mand was gevallen en voor eeuwig en altijd gezichtsverlies had geleden, heeft zich nu dusdanig van Lise meester gemaakt dat ze niet (net zomin als ik) weet hoe ze verder kan leven’. Daarnaast krijg je episodes uit Lises toxische huwelijk te lezen in de versie waarin ze die publiceert in een sensatiebelust ochtendblad. Daarin vervlecht ze dan ook nog eens hilarische commentaren waarmee Vilhelms psychiater op de proppen kwam.
 
Toen Vilhelm die zielenknijper onder de arm nam om de barsten in hun huwelijk te helpen dichten, verwachtte Lise daar niet veel goeds van. En ze kreeg gelijk: de Freud-aanhanger legde alle schuld bij haar. Bijgevolg bleef Vilhelm vanuit zijn narcistische afgunst zijn venijn te pas en te onpas over haar uitspuwen. Aan zijn verwachtingen voldoen en tegelijk als succesvol schrijfster en huismoeder alle bordjes in de lucht houden, bleef voor haar een worsteling.
 
Aan het einde van de roman gaapt de afgrond. Lise ziet geen andere vrijheid meer dan die om te sterven wanneer het haar uitkomt. Het is een vrijheid die in haar ogen beeldschoon is. Dit voelt ronduit ijzingwekkend, als je weet dat Tove Ditlevsen een jaar na de publicatie van deze roman zelfmoord heeft gepleegd.
 
Hoe geliefd ze bij haar lezers was bleek bij haar begrafenis, die duizenden fans op de been bracht. Haar aanhang was het grootst onder vrouwen, die haar roekeloze levensstijl voor vrijgevochten hielden. Achter haar handel en wandel zaten evenwel ook destructieve krachten die werden gevoed door haar gebrek aan vertrouwen en haar vruchteloze zoeken naar geborgenheid en bescherming. Critici uit haar tijd – overwegend mannen – schilderden haar op hun beurt vooral af als schrijvende (huis)moeder uit de arbeidersklasse, aan wie vernieuwende tendensen in de literatuur voorbijgingen.
 
Tove Ditlevsen blijft in haar werk effectief dicht bij zichzelf, maar dit neemt niet weg dat ze tot op vandaag wel degelijk hedendaags klinkt. Haar onderwerpen zijn nog altijd actueel en stilistisch voegt ze aan Vilhelms kamer een extra laag toe door in te zetten op meerdere vertelstandpunten. Fris is ook haar typische humor, die geregeld sketchachtige fragmenten oplevert. Die toveren de grauwe realiteit niet weg, maar omhullen haar wel met wat luchtigheid. Net als in haar eerdere werk zegevieren haar humor en haar pakkende combinatie van kracht en broosheid in deze roman, die haar literaire testament is geworden.
 
Tove Ditlevsen: Vilhelms kamer, Das Mag, Amsterdam 2024, 219 p. ISBN 9789493320963. Vertaling van Vilhelms værelse door Lammie Post-Oostenbrink. Distributie De Wolken

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2025

De laatste dag van de veerman

Frode Grytten

Grenskolonialisme

Albina Fetahaj

Het paradijs van slapen, of Iemand die met bloemen fietst

Joost Oomen

Nachtvrouwen

Maja Haderlap

Rimpeling

Bibi Dumon Tak, Annemarie van Haeringen (ill.)

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 1, JANUARI 2025

Altijd samen

Bette Westera, Leo Timmers (ill.)

Hanna en Hamza

Janneke Schotveld, Arevik d’Or (ill.)

Je hond en jij

Elena Bulay

Kom op, we gaan!

Edward van de Vendel, Floor de Goede (ill.)

Wij zijn de nacht. De tofste dieren van het donker

Matthijs Meeuwsen en Paco Vink (ill.)

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri