Olga Tokarczuk (1962) is de
belangrijkste Poolse auteur van haar generatie. In 2018 werd ze bekroond met de
Nobelprijs voor literatuur. In Huis voor de dag, huis voor de nacht uit 1998
speelt de handeling zich af in en rond het plaatsje Nowa Ruda, in
Zuidwest-Polen, een streek die lange tijd Duits was en ook een stukje
Tsjechisch. De inwoners ervan werden in 1945 naar het Westen geëvacueerd en hun
huizen en bezittingen werden van staatswege toegewezen aan Oost-Poolse ‘repatrianten’.
De lezer maakt in een van de verhalen zo'n verbanning mee. De ik-vertelster
woont tijdelijk in zo'n dorpje in ‘la Pologne profonde’. Haar levensgezel Z. en
buurman Zo-en Zo zijn maar schimmige figuren aan de periferie van het gebeuren,
alleen maar af en toe de aanleiding tot raadselachtig-fascinerende digressies.
Meer corpus heeft Marta, de oude
buurvrouw en pruikenmaakster, die haar winterslaap houdt in de kelder van haar
huisje en absoluut geen prater is, maar haar uitspraken ontlokken de
schrijfster bespiegelingen die mythe, droom en de realiteit van elke dag proberen
te vatten. De droom speelt in dit boek een cruciale rol. De schrijfster
verzamelt dromen, die kleine ingewikkelde werelden die in de hoofden van alle
mensen ter wereld exploderen, plaatst er zelfs advertenties voor en speurt er
naar op internet. Ze draait haar dromen om en om, wordt zelf ‘alleen maar
kijken, zonder reflectie, zonder enig oordeel’. Het inspireert haar tot
apocalyptische bladzijden.
Tokarczuk voert de lezer mee in
het rijk der fantasie tussen mythe, dromen en realiteit, een rijk waarin alles
verkeert in zijn tegendeel en dat in zijn vreemdheid ons toch vertrouwd is.
Haar roman is digressief, heeft geen plot en een open einde, is tevens een
anthologie van wonderlijke, poëtische en ontroerende verhalen, die zich in Nowa
Ruda en omstreken afspelen op verschillende tijdsniveaus en die de atmosfeer
van de streek oproepen. Deze verhalen zijn nooit lang, maar het zijn
juweeltjes, zoals bijvoorbeeld het verhaal over de dood van de zielige
dronkaard Marek Marek die sterft aan de pijn van het leven of over Krysia en
haar droomgeliefde Amos, de verdrijving van hun landgoed van de rijke Von
Goetzens, de leraar klassieke talen Ergo Sum, die weerwolf wordt omdat hij ooit
in een Siberisch kamp mensenvlees at enz. Eén verhaal loopt als een basso
continuo door het hele boek: het apocriefe levensverhaal van de heilige
Kümmernis, aan wie Christus zijn trekken en zijn baard leende om haar niet te
laten uithuwelijken, waarop ze door haar eigen vader gekruisigd werd, een
geschiedenis die opgetekend wordt door de monnik Paschalis, die zelf overhoop
ligt met zijn geslachtelijke identiteit, waardoor het verhaal op een
geraffineerde wijze omgekeerd wordt. Tokarczuks roman is een heel mooi boek en
tevens een vertaalprestatie, of zeg gerust ‘vertaalkunst’, die gelijke tred
houdt met de stilistische en idiomatische eigenheid van het origineel.
Huis voor de dag, huis
voor de nacht verscheen voor het eerst in het Nederlands in 2000. Deze uitgave is de
derde druk.
Olga Tokarczuk: Huis voor de dag,
huis voor de nacht, De Geus, Breda 2025, 332 p. ISBN 9789044550634. Vertaling van Dom dzienny, dom nocny
door Karol Lesman. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan