‘De Bron heeft me weer terug’. Zo omschrijft Ruth Aldrich
haar thuiskomst na drie jaar hechtenis. Ze wordt ervan verdacht schuldig te
zijn aan de dood van haar kleinzoon, Julien. Nu is ze voorwaardelijk vrij en staat
onder huisarrest. De Bron is een prachtig stuk natuurgebied dat Ruth en haar
man Mark kochten om een nieuwe start te maken. Ze hebben het gehad met hun oude
jachtige leven in Londen, waar ze bovendien voortdurend geconfronteerd werden
met de naweeën van een pedofilieaffaire. Mark werd daarin ten onrechte
beschuldigd, later weliswaar van alle blaam gezuiverd, maar toch. De mensen
bleven hen erop aankijken. De Bron lijkt een paradijs, groen en vruchtbaar,
terwijl de rest van Engeland lijdt onder extreme droogte. De afgunst en de nijd
bij hun buren is dan ook groot als ze zien hoe de boerderij van Ruth en Mark
floreert. Want als het regent, valt die enkel en alleen op het terrein van De
Bron. Dat fenomeen brengt gaandeweg ook de pers op de been, het Bron-domein
moet door de politie beschermd worden tegen horden journalisten, nieuwsgierigen,
gefrustreerden en pelgrims. Deze laatsten komen er toch in, ze worden
binnengeloodst door Ruths dochter Angie, die maar wankel in het leven staat en
een verslavingsgeschiedenis met zich meedraagt. Zuster Amelia, de manipulatieve
leider van de ‘zusters van de Roos’ overtuigt Ruth er gaandeweg van dat ze de
uitverkorene is. De Bron behoort de vrouwen toe en Ruth moet zorgen dat de
zusters van de Roos er hun plek krijgen. Religieus fanatisme gaat gaandeweg
haar leven overheersen.
Dit dystopische verhaal is in de eerste plaats een
indrukwekkende karaktertekening van een zwaar beproefde vrouw. In de
gevangenschap in haar eigen huis tracht ze in het reine te komen met wat er zich
door haar toedoen – is dat wel zo? – heeft voorgedaan. Maar haar geheugen is
een onbetrouwbare factor: ‘Op een dag, dat moet ik geloven, op een dag zal ik
me omdraaien en dat zal de dag zijn dat ik het antwoord heb. Maar voorlopig kan
ik alleen maar naar de muur kijken en die thuis noemen.’ Chanter heeft het
echter niet zo op duidelijke antwoorden en veel blijft in het ongewisse. De
hele context van een door droogte geteisterd Engeland, de rigoureuze militaire
bewaking die Ruth krijgt, heeft iets van een doemscenario voor de nabije
toekomst. Maar plaats en tijd blijven onbestemd.
Aan het slot gaat Ruth weg en laat de Bron aan Mark. Zij
heeft gefaald, maar hij heeft de vaardigheid om ‘daar andere vruchten te
plukken’ vindt ze. En misschien slaagt hij wel, want ook in de rest van het
land valt er opnieuw regen. De belegering kan dus worden opgeheven, het leven
kan zijn normale gang hernemen. Voor al wie de verschrikkingen uit het verleden
een plek kan geven, tenminste.
De Bron intrigeert
tot de laatste bladzijde en dankt dat vooral aan het personage van Ruth. Zij is
degene die de aandacht van de lezer vasthoudt, Mark, Angie, zuster Amelia komen
te weinig uit de verf om te beklijven. Chanter schrijft bovendien een krachtig,
ingehouden proza. Dit debuut doet alleszins uitkijken naar meer.
Amsterdam : Ambo/Anthos, 2015, 385 p. Oorspr. titel:
The well. ISBN 9789041425881
deze pagina printen of opslaan