Strips en graphic novels mogen dan niet langer in het
verdomhoekje zitten, toch krijgen die grafische vertellingen nog lang niet de
kritische aandacht die ze verdienen, ook niet in Italië dat een rijke
striptraditie kent. Met Gipi’s eenverhaal
(2015) lijkt daar een kentering in te komen. Vorig jaar werd die graphic novel
genomineerd voor Italiës meest prestigieuze literaire erkenning. Nooit eerder
werd een beeldroman in de Strega-selectie opgenomen. Gipi (pseudoniem voor Gian
Alfonso Pacinotti, geb.1963) was overigens niet aan zijn proefstuk toe. Hij had
al een aantal beeldromans uitgebracht nadat hij eerst exclusief als illustrator
actief was. Ook die romans hadden prijzen weggekaapt, waardoor Gipi bekendheid
verworven had in binnen- en buitenland – hij werkte en verbleef een tijd lang
in Parijs.
In vergelijking met Gipi’s eerdere beeldromans is eenverhaal een meer gelaagde vertelling
over de crisis van Silvano Landi, een succesvol auteur, die zichzelf verliest
in het tragische relaas van zijn overgrootvader, die meestreed in de Groote Oorlog.
Dat relaas reconstrueert hij aan de hand van brieven die hij als bij toeval
terugvindt op zolder: in die brieven staat hoe zijn overgrootvader zich
verbeten vastklampte aan het leven om zo te kunnen terugkeren naar zijn vrouw
en zoontje. Landi daarentegen lijkt het heden juist los te laten en zich steeds
meer te verwijderen van zijn dierbaren. Vooral zijn dochter kan maar niet
begrijpen hoe iemand zich zo kan vastbijten in een verhaal uit een ver
verleden.
In de instelling, waarin Landi uiteindelijk wordt opgenomen,
communiceert de verwarde auteur alleen maar via zijn tekeningen, die zijn
therapeuten niet weten te plaatsen. De lezer krijgt een andere inkijk in
Landi’s reddeloosheid, zij het fragmentarisch. In de sequenties die zich
meermaals onttrekken aan ruimte en tijd, volgt de lezer eenverhaal door de ogen van Landi en zijn dierbaren, door die van
zijn overgrootouders en door die van de weinig begripvolle therapeuten.
Bovendien eist ook de verteller zijn plaats op via de ironische metacommentaren
onderaan een aantal tekeningen en in de vertelling zelf kruipt hij in de
gedaante van een wat bizar uitziende redacteur.
Het fragmentarische karakter van de vertelling wordt verder
versterkt door de verschillende grafische technieken en materialen die Gipi
hanteert. Zo combineert hij potlood, inkt, aquarel en olieverf, zonder dat een
bepaalde techniek samenvalt met een verhaallijn of verteller. Dat geldt ook
voor de kleurcontrasten die wonderwel in elkaar overvloeien. De panelen doen
vaak klassiek aan – eenverhaal lees
je van links naar rechts, van boven naar onder, maar de ontbrekende kaders en
doorlopende tekstdelen doen de beelden naadloos in elkaar overgaan, ook al weet
je dat er in de goten van de panelen (de blanco’s tussen de tekeningen) een
groot deel van het verhaal verborgen blijft.
Rode draad is dan weer het beeld van een dorre boom die ook
op de cover van eenverhaal prijkt.
Zoals Stefan Hertmans op diezelfde cover aangeeft, staat die boom ‘op een
unieke suggestieve manier’ voor een vertelling over leven en dood. Het mag dan
ook geen toeval heten dat de auteur van Oorlog
en terpentijn (2013), die op basis van enkele cahiers van zijn grootvader
diezelfde Groote Oorlog beschreef, zich zo verbonden voelt met Gipi’s graphic
novel.
Amsterdam Oog & Blik/De Bezige Bij, 2015, 128 p. ill.
Oorspr. titel: Unastoria. ISBN 9789054924456
deze pagina printen of opslaan