Nederlands proza

BOEKEN NR. 2, SEPTEMBER 2015

Marnix Peeters: De trapchauffeur

door Jooris van Hulle

De 58-jarige Antoine Guldentops komt aan de kost als trapchauffeur op de nationale luchthaven. Dat hij zowat iedereen duidelijk moet maken dat het wel degelijk ‘trapchauffeur’ is, en niet ‘tramchauffeur’, neemt hij er van lieverlede bij. Maar met het toenemend aantal slurven wordt zijn beroep stilaan overbodig. De weinige keren dat alle gates volzet zijn en passagiers met de ouderwetse trap op of van het vliegtuig moeten, staat hij wel paraat. Hoewel, aan het slot van de roman krijgt hij te horen dat hij het best met brugpensioen kan gaan, wegens geen economisch verantwoorde vooruitzichten en geen mogelijkheden voor bij- of herscholing. Veel uitwegen zijn er niet (meer), net zoals er geen uitweg was in of tijdens zijn actieve loopbaan. Guldentops lijkt wel vast te klitten aan de sfeer van de jaren zestig, gefascineerd als hij is voor de muziek van de The Cousins. Dat zijn negentigjarige moeder in het rusthuis alleen Mireille Mathieu wil horen, zorgt voor de nodige spanningen. Wat dan toch enige kleur zou kunnen brengen in het leven van Antoine, zijn de zaterdagse rondgangen met zijn vriend Norbert om er als Jehova’s Getuige de Blijde Boodschap te verkondigen. Dit leidt tot hilarische, maar tezelfdertijd intrieste scènes, zoals wanneer ze met het weekthema ‘seks voor het huwelijk’ bij een oud besje terechtkomen. En verder? Weinig variatie in Guldentops’ leven. Als die er dan toch komt, blijkt hij de brave schlemiel te zijn die zich gepakt ziet door de kuiperijen van anderen: de uitbater van de pitazaak die betrokken blijkt te zijn bij vrouwenhandel, of de opdringerige verlangens van een nymfomane die nodig zijn ‘soupape’ wil testen en verder in elke man die ze ontmoet, een mogelijke prooi ziet. Het lag duidelijk in de bedoeling van Marnix Peeters een beeld te schetsen van de eenzaamheid waarin mensen in een samenleving die het moet hebben van snelheid en bereikbaarheid te allen tijde, vastlopen. De snelle opeenvolging van de korte hoofdstukken kan daarbij als antithetisch opgevatte invalshoek gelden voor de inertie van de personages. Zo creëert Peeters een spanningsveld dat vanuit literair oogpunt echt had kunnen werken, mocht hij er ook in geslaagd zijn het verhaal dat ietsje meer te bieden dat het op een hoger niveau tilt, ook en vooral waar het de taal betreft. Van het sprankelende taalvuurwerk uit zijn vorige romans is hier weinig te merken. Kortom: verveling troef, niet alleen bij het hoofdpersonage, maar even goed bij de lezer die zich moet blijven dwingen tot aan het eind van de roman door te lezen.   Amsterdam : Hollands Diep, 2015, 142 p. ISBN 9789048825554    

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri