Met Passions humaines:
de menselijke driften leverde Erwin Mortier op uitnodiging van Toneelhuis
Antwerpen een toneelstuk af met in de hoofdrollen koning Leopold II, diens
minnares Blanche, schrijver Georges Eekhoud en kunstcriticus Sander Pierron. De
voorstelling werd gespeeld in het Nederlands en het Frans, voorzien van een
vertaling door Marie Hooghe. Beide versies werden opgenomen in de gedrukte
versie.
Centraal in het verhaal staat het beeldhouwwerk De menselijke
driften van Jef Lambeaux (1852-1903). Dit monumentale marmer uit 1898 toont
viriliteit en sensualiteit, man en vrouw, een en al beweging onder het wakende
oog van de dood. Opdrachtgever van dit door controverse omgeven bas-reliëf
is toenmalig koning Leopold II. Meteen vraagt hij de dan nog jonge architect
Victor Horta een paviljoen te ontwerpen voor het beeld. Tot vandaag staan
paviljoen en beeld in het Jubelpark van Brussel.
In Passions humaines
gaat Erwin Mortier vooral in op menselijke relaties: tussen de koning en
zijn minnares, tussen de koning en de architect, tussen de
kunstkenner en de kunstcriticus. Liefde en (homoseksuele) passie vieren
hoogtij, onbegrip voor de gewone burger en zijn problemen ook. Beklijvend zijn
de dialogen tussen enerzijds Sander Pierron (de socialistische kunstcriticus)
en Georges Eekhoud (schrijver) en hun respectieve echtgenoten. Allen zijn
op de hoogte van de geheime relatie die er bestaat tussen de mannen, en ze
praten er onderling ook openlijk over. In de gesprekken tussen de
anarchist en journalist Gilbert Vandecaveye en de conservatieve journalist en
kunstkenner Max Sulzberger komt dan weer meer de politieke dimensie van (de
opdracht tot) het beeld naar voren, tussen beeldhouwer en architect zijn het
dan weer vooral de artistieke verschillen die de boventoon voeren.
Maar steeds slaagt Mortier erin de de geest van de tijd te
vatten zowel in het enigszins gedragen taalgebruik als in de paradox
tussen de vrije geest enerzijds en de puriteinse moraal die nog algemeen
heersend is. Zo is er bijvoorbeeld het conflictueuze gesprek over het ontstaan
van de cultuur in België - in gezwollen taal uiteengezet door Sulzberger - die
meteen wordt gedekseld door de echtgenote van Georges Eekhoud, Cornélie van
Camp, die met beide voeten in de klei staat. Haar droge opmerkingen
verlichten meermaals de toon en voorkomen dat de gesprekken overgaan in
oeverloos gezwets. Deze aanpak (verheven moraal/politiek stellen tegenover het
aardse denken van de gewone mens) doet enigszins denken aan toneelwerk van Hugo
Claus en Walter Van den Broeck. Net als zij slaagt Mortier erin de
typisch Belgische problematiek te laten verwoorden door types die we ook
vandaag nog herkennen in politici, mediafiguren en kunstenaars. Het verstrijken
van de tijd speelt geen rol, de geest van het stuk blijft ook vandaag nog
actueel. Naar het einde toe bieden steeds meer bijschriften informatie
over wat er na de dood van de beeldhouwer en van Leopold II met de beeldengroep
gebeurde - het gesteggel om het werk gaat merkwaardigerwijs, maar tegelijk zo
Belgisch, tot op de dag van vandaag door.
Passions humaines
wordt afgesloten door een monoloog van Jef Lambeaux zelf (uiteraard in de
woorden van Mortier).
Erwin Mortier toont opnieuw zijn bevlogenheid als het gaat
om de geschiedenis van België. Hij weet sterke personages beeldend neer
te zetten; ook al zagen we nooit de toneelversie, de dialogen zijn sprekend
genoeg, zelfs voor een lezer met weinig fantasie.
Amsterdam : De Bezige Bij, 2015, 222 p. Nederlandse theatertekst
en Franse vertaling. ISBN 9789023490395
deze pagina printen of opslaan