Begin twintigste eeuw werd het noorden van de Canadese staat Ontario geteisterd
door bosbranden waarvan de vlammen zo hoog reikten dat het ‘vogels regende’,
zoals een van de overlevenden het haast poëtisch uitdrukte in Jocelyne Sauciers Het regende vogels. Bosbranden
als de grote brand van Matheson (de moordadigste van een reeks branden tussen
1911 en 1922) stonden voor een groot menselijk verlies dat gevat werd in verhalen
en legenden. Motor achter deze roman is een anonieme jongbejaarde
fotografe/verteller die met een oude camera portretten maakt van de
overlevenden uit die periode en hun getuigenis opschrijft. Wanneer ze op zoek
is naar de legendarische Ted Boychuck, die als jongen dagenlang door het
geblakerde landschap zwierf, ontdekt ze diep in de bossen een kleine
gemeenschap van mensen die in alle vrijheid buiten de maatschappij leven. De
recent overleden Boychuck had de intussen hoogbejaarden Charlie en Tom onderdak
bezorgd op zijn land, logistiek gesteund door de veel jongere Bruno en Steve
die een cannabisplantage runden in het bos, waarmee de bejaarde gemeenschap
financieel ondersteund werd. Het overlijden van Ted bracht een gigantische
hoeveelheid duistere schilderijen aan het licht waarin hij tot aan zijn dood
het trauma van de grote brand verwerkte. Wanneer Marie Desneige, de
hoogbejaarde tante van Bruno die haar hele leven in een gesticht opgesloten
zat, Charlie en Tom vervoegt, worden de oude cynische knarren, voortdurend met
één oog op een langverwachte dood, opeens vervuld van energie en levenslust. Met
een raak oog weet Marie de schilderijen van Ted te duiden, terwijl de fotografe
(herdoopt tot Ange-Aimée naar Maries enige vriendin in het gesticht) de schilderijen
catalogiseert voor een tentoonstelling over de grote bosbranden.
Liefde staat centraal in dit
boek, zoals de vermeende liefdesgeschiedenissen tijdens de grote bosbranden en
die van de jonge Ted in het bijzonder, op zoek in het dode landschap naar zijn
grote liefde die op late leeftijd het pad van de fotografe kruiste. Maar liefde
en dood blijven met elkaar verbonden: Charlie en Marie beleven hun Blue Lagoon-moment in het hoge Noorden,
terwijl Tom zich op zijn dood voorbereidt met het zoutvaatje strychine dat al sinds
jaren boven zijn bed klaar staat: ‘Vrijheid is zelf kiezen hoe je wilt leven.’
/ ‘En hoe je wilt sterven.’
Met Het
regende vogels brengt Jocelyne
Saucier een subtiel, poëtisch verhaal en een in geschiedenis gevatte parabel
over vrijheid en overleven door onderlinge afhankelijkheid. De setting van de
wildernis, een belangrijk thema binnen de Canadese literatuur, geeft
de hoogbejaarde personages een bijzondere innerlijke kracht. Met
korte hoofdstukken in de eerste en derde persoon weeft de verteller/fotografe
een web aan verhalen, waarin regelmatig plaats is voor de individuele stem
van de personages. Ze blikt afwisselend vooruit en terug, terwijl het verhaal
chronologisch vorm krijgt, dat ze alleswetend beheerst, maar waarin ze met
overgave participeert. Een kleinood dat je koestert zoals je ook het boek
koestert met zijn eenvoudige layout en harde kaft. Dit is reeds het vierde boek van deze nog niet eerder vertaalde Frans-Canadees auteur. Voor Het
regende vogels ontving Jocelyne Saucier de Prix littéraire des collégiens en de Prix
des Cinq continents de la Francophonie.
Amsterdam : Meridiaan, 2015, 191 p. : ill. Oorspr.
titel: Il pleuvait des oiseaux. ISBN 9789048822164
deze pagina printen of opslaan