Dit nogal
warrig uitgegeven boek - typografisch soms nogal onoverzichtelijk, en het valt
niet mee om de bibliografische informatie van de uitgave precies te achterhalen
- kende een complexe voorgeschiedenis. In feite dient het een dubbel doel.
Enerzijds wil het de Belgische poëzie van vandaag (en gisteren) laten zien, in
haar diversiteit en haar eenheid. Anderzijds komt het ook voort uit het
succesvolle tijdschrift Poëziekrant,
waarmee stichter Willy Tibergien vanaf 1976 tot voor kort de poëzie zoveel
mogelijk wilde promoten. Vertaler-dichter Jan H. Mysjkin vertelt in zijn
persoonlijk nawoord (een ode aan het Poëziecentrum overigens) hoe hij zijn
keuze van vijftien dichters uitsluitend op hun aanwezigheid in dat tijdschrift
heeft gebaseerd. In de inleiding heet het daarenboven dat het werk van de
betreffende dichters nauwelijks of niet in het Frans aanwezig mochten zijn. Die
selectieprincipes zijn enigszins verrassend, want ze impliceren meteen de
afwezigheid van een aantal vooraanstaande vertegenwoordigers uit onze poëtische
traditie: Leonard Nolens, Miriam Vanhee, Roland Jooris en Luuk Gruwez zoekt de
lezer hier, met andere woorden, vruchteloos. Omgekeerd krijgen minder bekende
(maar daarom niet onverdienstelijke) dichters als Frank Pollet, Johan de Boose
en Hilde Keteleer wel een kans om hun werk voor een internationaal forum voor
te stellen. Aan Franstalige kant is de keuze al even beperkt, want David
Giannoni koos voor dichters uit zijn eigen fondsen (de uitgeverijen Maelström
en L’arbre à paroles). Deze laatste uitgeverij is trouwens ook de
initiatiefnemer voor deze bloemlezing.
Een representatief
eigentijds overzicht hoeft de lezer hier niet meteen te verwachten, en al
evenmin gaat het om een soort van betrouwbare poëziegeschiedenis. Het
belangrijkst zijn de literaire teksten zelf, die telkens in twee landstalen
worden opgenomen. Opmerkelijk is wel hoe op de linker bladzijde telkens het
origineel staat afgedrukt en op de rechter bladzijde de vertaling, waardoor de
lezer spontaan beurtelings op het Frans en het Nederlands moet overschakelen.
Daardoor wordt de meertaligheid waar het hier om gaat als het ware tastbaar
tijdens het lezen. De enige die, niet verwonderlijk, aan dat systeem ontsnapt,
is de visuele dichter Renaat Ramon van wie de tekstbeelden per definitie
taalgrenzen overschrijden.
Hoe dan ook biedt deze bloemlezing
allicht een aantal verrassingen, net door die minder conventionele aanpak van
de samenstellers. De dertig dichters opsommen is onmogelijk, en daarop stip ik
kort enkele opmerkelijke tendenzen aan. Zo is er de aanwezigheid van Christophe
Vekeman met enkele retorische gedichten die de Franse vertaler behoorlijk wat
kopbrekens hebben bezorgd: het gedicht ‘We waren’ is bijvoorbeeld gebaseerd op
allerlei klankherhalingen die nauwelijks vertaalbaar zijn maar waarvoor in het
Frans vaak creatieve equivalenten werden gezocht. Dezelfde retorische principes
vinden wij ook terug bij andere dichters die vaker op het podium staan:
Laurence Veille (de volgende Dichter des Vaderlands) en Julie Remacle, Milady
Renoir, Antoine Boute en Alexis Barbosa passen perfect in dezelfde, op voordracht
gerichte literatuurpraktijk. Haast diametraal daartegenover is er eveneens een
tendens merkbaar bij heel wat dichters om te experimenteren met de grens tussen
poëzie en proza: Antoine Wauters vormt daarvan aan Franstalige zijde een
intrigerend voorbeeld, maar het meest experimenteel is ongetwijfeld Jan H.
Mysjkin, die haast een stamelende incarnatie van Ivo Michiels lijkt. Iets
soortgelijks kan ook gezegd worden van Dominique Massaut, die experimenteert
met klanken en nieuwvormingen. Daarnaast biedt dit boek ook een mooie oogst aan
meer klassieke vormen van poëzie, zowel van Vlaamse auteurs (Delphine Lecompte
of Roger de Neef, om maar die twee tegenhangers te vermelden) als van
Franstalige zijde. De publicatie van dit boek zal overigens ook gepaard gaan met
een heuse Tour, een toernee langs diverse Belgische steden.
Uiteraard
is deze bloemlezing erg heterogeen en ook kwalitatief erg verscheiden, maar er
vallen alleszins tal van nieuwe ontdekkingen te doen. In die zin vormt dit boek
een waardevolle aanvulling bij de collectie.
Gent /
Amay 2015, PoëzieCentrum / Maison de la Poésie. 45 p. : ill. Tweetalig. ISBN
9789056551568
(Poeziecentrum ) / 9782874065972 (l'Arbre à paroles)
deze pagina printen of opslaan