Twee
steden, twee vrouwen, twee maatschappelijke werkelijkheden, één man. Voor welk
leven kiest hoofdpersonage Vincent Westerik? Het is de vraag die ons door Barry
Smits tweede roman Tahrir leidt, een
verhaal dat zich afspeelt tussen Amsterdam en Caïro, tussen de Nederlandse
Tessa en de Egyptische Mayram. De Arabische lente ontrolt zich, niet eens op de
achtergrond van dit verhaal, maar pal er middenin. Het is een chaotische,
opwindende tijd. Westerik, gepokt en gemazzeld in het ontwikkelen van politieke
campagnestrategieën, yup aan huis aan het Binnenhof van Den Haag en de
horecazaken er rond, trekt naar aanleiding van de Egyptische opstanden naar
Caïro. Hij gaat er samen met twee collega's de plaatselijke politieke elite en
wat ervoor doorgaat inwijden in de geheimen van het westerse campagnevoeren.
Ontwikkelingshulp op het hoogste niveau kortom, waar tentenkampen plaatsruimen
voor dure restaurants, mooie vrouwen en af en toe een lijntje coke. <br
/> Het vormt de aanleiding voor wat een roman had kunnen worden over de
coulissen van de wereldpolitiek. Over wat er zich afspeelt in de
achterkamertjes, de invloed van campagnemakers, de zwermen persjongens en
-meisjes en hoe die zich een weg willen banen naar het succes. Toch lijkt het
Smit niet echt daarom te doen, daarvoor blijft hij te veel aan de oppervlakte.
Tahrir is daardoor een nogal stereotiep portret van hoe het er tussen al die
jonge, mooie en hoogopgeleide mensen aan toe gaat - en of ze zich daarbij in
West-Europa of in het Midden Oosten bevinden lijkt daarbij niet eens echt van
belang.
Tahrir wordt
veeleer voortgestuwd door een oerklassiek liefdesverhaal. Vincent is al lang
samen met Tessa - knap, succesvol, een vrouw die hem bovendien voldoende
bewegingsruimte geeft. Maar in Caïro wordt hij natuurlijk smoorverliefd op
Mayram - ook knap, maar in allerlei opzichten bovendien afhankelijk van iemand
als Vincent, al was het maar als reddingsboei richting Europa, weg van dat
rumoerige land, en vooral ook weg van haar broer, die zich steeds radicaler
gedraagt als lid van de Moslimbroederschap en voor wie Mayrams vrijgevochten
houding een doorn in het oog is.
Natuurlijk levert het meeslepende
pagina's op, dit literaire oermotief van een man die verscheurd wordt door de
liefde voor twee vrouwen, maar voor een grote roman is veel meer nodig dan dat.
Smit diept zijn personages nauwelijks uit, en ook de situaties waarin ze zich
bevinden, krijgen zelden de kans om echt interessant te worden. Heeft een en
ander ook te maken met de wel heel koel beschrijvende, haast journalistieke
manier waarop Smit zijn pen hanteert? Het zou goed kunnen. Korte zinnen, heel
feitelijke beschrijvingen en een absoluut minimum aan dialogen: soms heb je het
gevoel dat je geen roman leest maar een feitelijk verslag. Alleen de gedachtegangen
van hoofdpersonage Vincent Westerik leiden verder dan het zuiver feitelijke,
maar veel meer dan het verlangen naar twee knappe maar heel verschillende
vrouwen, en de emotionele tweestrijd die dat bij hem losmaakt, krijgen we ook
daar niet te lezen. Het maakt van Tahrir
een roman die makkelijk wegleest en nadien haast ongemerkt weer van je
afglijdt. Spijtig, want uit de literaire en thematische uitgangspunten van Tahrir viel echt iets pakkends te puren.
Amsterdam : Atlas Contact, 2015. 204 p. ISBN 9789025444068
deze pagina printen of opslaan