De debuutroman van Hagar Peeters, Malva, begint met het openingsgedicht van de cyclus ‘Verleden zee’ uit haar gelauwerde bundel Koffers zeelucht (2004). De beginverzen luiden: ‘Godbetert die vader van mij was altijd haantje / de voorste waar het onrecht betrof.’ Daarmee
wordt het Vatersuche-motief in de roman geïntroduceerd. Het wordt een
parallelle zoektocht, want het hoofdpersonage is Malva Marina Trinidad del
Carmen Reyes, dochter van Pablo Neruda en zijn Nederlands-Indische vrouw Maria
Hagenaar (Maruca genoemd). Zij ontmoetten elkaar in Batavia, waar Neruda consul
was en trouwden er op 6 december 1930. Op 18 augustus 1934 werd Malva geboren
in Madrid nadat hem daar een consulaire post was aangeboden. Neruda noemt zijn
dochter bij haar geboorte Malva Marina, nog onwetend van haar waterhoofd. De
zeemalve was voor Neruda, die in Chili graag aan zee verbleef, een bijzondere
bloem. In 1943 sterft Malva op achtjarige leeftijd in Gouda, waar ze in een
pleeggezin verbleef.
Dat zijn de feiten die vermeld worden in de
roman waarin de verbeelding het verhaal van de feiten voortdurend overneemt. Malva is geschreven in de traditie van
de Zuid-Amerikaanse literatuur, waarin het een gegeven is dat iemand doorleeft
nadat hij gestorven is. Zo koos Isabel Allende voor Het huis met de geesten een motto van Neruda waarin hij zich
afvraagt: Hoe lang leeft een mens uiteindelijk? Hoe lang duurt de dood? Wat wil
dat zeggen, voor altijd? In Malva
wordt Hagar letterlijk de ghostwriter van Malva. Het gestorven personage vraagt
de schrijfster haar levensverhaal, dat zich afgespeeld heeft op aarde en dat
zich na haar dood voortzet in het hiernamaals, voor haar te willen opschrijven.
Waarom? Malva wil door het verhaal haar triestig leven op deze wereld
schittering geven, na haar dood in het hiernamaals. Zij wil het vertellen voor
haar vader, die haar in haar leven verloochende. In zijn memoires immers wordt
Malva met geen letter vernoemd en Neruda heeft voor haar noch haar moeder ooit
een liefdesgedicht geschreven.
Malva is een
boordevolle, complexe, caleidoscopische roman geworden, achronologisch verteld
vanuit het standpunt van de alwetende verteller Malva, vertolkt door Hagar
Peeters. Malva formuleert haar visie op het leven en de liefdes van haar vader.
Die visie is gekleurd, kritisch, beschuldigend, maar ook bewonderend en
empathisch. Zij blikt terug op de liefdesrelatie van Neruda met zijn drie
vrouwen, de Nederlandse Maria Hagenaar, de knappe Argentijnse Delial uit het aristocratisch
geslacht van del Carril, twintig jaar ouder dan Neruda en bekeerd tot het
communisme, de Chileense gevoelige Matilde Urrutia met koperkleurig haar die
‘la Patoja’, Chileens voor ‘kortpootje’, als koosnaam heeft. Matilde heeft
Neruda’s literaire erfenis bewaakt, beheerd en de feiten in zijn memoires naar
haar hand gezet.
Boeiend zijn de hoofdstukken waarin de relatie
van Neruda geëvoceerd wordt met zijn vrienden en collega-dichters, zoals Ruben
Dario, Vicente Aleixandre, Miguel Hernandez. Alwetende Malva suggereert dat
Frederico Garcia Lorca Neruda openlijk het hof gemaakt heeft en dat hij, nadat
Frederico door fascisten geëxecuteerd was, trouwde met zijn communistische
gedachtegoed omdat hij niet met hemzelf kon trouwen.
In het hiernamaals
behoort Malva tot een fictieve vriendenkring, bestaande uit Oskar Mazzerath, de
dwerg met blikken trommel van Günter Grass, Lucia, dochter van James Joyce en
vermeend schizofreen, en Daniel, zoon van Arthur Miller, geboren met het
syndroom van Down. Samen maken ze een stuk met de affiche: ‘Daniel, the misfits
part II, door Arthur Miller post mortem. Het stuk dat hij op aarde nooit
schreef’ In een lied, door Oskar hysterisch op de trommel begeleid, zingen ze
dat de mensen de misvormden, de waterhoofdkinderen, de Siamese tweelingen, het
allegaartje van mutanten absoluut nodig hebben. Het stuk eindigt met de opkomst
van Sokrates, die Daniel een beeldje overhandigt van een lelijke Sileen, met
wie Alcibiades Sokrates vergeleek. Het is een matroesjka waarin ook een
schitterend godenbeeldje zit. Sokrates zegt daarover tegen Daniel: ‘Daarin
lijken jij en ik op elkaar: lelijk van buiten maar goud van binnen, dat zijn
we!’ Malva is zo ook een pleidooi voor en een schreeuw om erkenning van de
‘vleesgeworden vergissing, de wandelende dwaling van Moeder natuur.’
Via haar ghostwriter Peeters vertelt Malva in afleveringen het trieste
leven van haar moeder. Neruda liet haar met zijn dochter vertrekken naar
Holland, omdat hij zijn inzet voor het communistische ideaal tijdens de Spaanse
burgeroorlog belangrijker vond. Bovendien was hun ontsnapping aan de gevaren
van die oorlog een goed voorwendsel voor Neruda om de volgende twintig jaar
ongehinderd met zijn nieuwe geliefde Delia door te brengen. In Nederland moest
haar moeder Malva afstaan aan een pleeggezin in Gouda, zodat zij kon gaan
werken. En ook omdat het een Christian Science-familie was. Stiekem hoopte ze
dat Malva er door wie weet welk goddelijk ingrijpen toch nog zou genezen. In
het gezin Julsing zou ze gelukkige jaren gekend hebben. Na Malva’s dood in 1943
woonde Maria Hagenaar in Den Haag op een kamer boven de winkel van een
fotograaf, die goed verdiende aan het door de nazi’s verplichte persoonsbewijs.
Wegens haar Chileense nationaliteit werd ze in de laatste oorlogsmaand nog in
Westerbork geïnterneerd, mede omdat Neruda zijn diplomatieke status niet had
willen gebruiken om haar uit Nederland weg te halen.
Malva is een schreeuw van de mismaakte dochter om erkend te worden
door haar alom bejubelde vader en Nobelprijswinnaar. Die vond het dichterschap
echter belangrijker dan het dochterschap. Uiteindelijke erkenning krijgt Malva
in een uitgeschreven wensdroom. Haar geest is aanwezig op een banket voor
tweeduizend vrienden van Neruda in Mexico-Stad. Aan het slot van zijn tafelrede
maakt hij de eigenlijke aanleiding voor het banket bekend, niet om zijn
afscheid van Mexico te vieren maar om de gasten kennis te laten maken ‘met de
belangrijkste figuur in mijn leven, iemand die ik lang verborgen heb gehouden
om de verrassing des te groter te laten zijn. Dames en heren, hier is zij […]
mijn prachtige dochter Malva Marina.’ Het belang van die droom uit het
achtentwintigste hoofdstuk blijkt uit zijn woordelijke herhaling in het
slothoofdstuk.
Malva is
anderzijds ook het relaas van een geslaagde Vatersuche. In het eerste hoofdstuk
beschrijft Malva vanuit haar hemelse positie de begrafenisstoet van Neruda op
25 september 1973 in
Santiago. Tussen de menigte ziet ze ook een lange Nederlander stappen, die
journalistieke aantekeningen maakt in een soort code. Die Nederlander was een
student sociologie en journalist, die vanaf het begin van de jaren zeventig
stukken schreef over Latijns-Amerika, waar hij linkse contacten had met
guerrillero’s Hij is de vader van Hagar Peeters, de in Amsterdam wonende
socioloog en schrijver, Herman Vuijsje. Fragmentair verneemt de lezer dat
Hagar, geboren in 1972, vijf is wanneer haar moeder in de trein tegen haar zegt
dat de man tegenover haar een boek van haar vader leest. Elf jaar lang rept die
vader niet tegenover familie en vrienden over haar bestaan.Op haar elfde
schrijft ze hem brieven. En haar vader komt.
In 1983 was hij Chili
uitgezet wegens zijn connecties met Orlando Letelier, de Chileense ex-minister
die in 1976 in
Washington met een autobom om het leven was gebracht. Hij werd er tevens ook
van verdacht een agent van Cuba te zijn. ‘Na die uitzetting werd hij Hagars
vader’, schrijft Malva alias Hagar. In 2010 zal haar vader uitleggen waarom hij
Latijns-Amerika-expert werd en dat het te maken heeft met het feit dat hij de
zoon is van een joodse vader, wiens halve familie tijdens de oorlog was
vermoord in Sobibor. Hagars vader wordt na de oorlog geboren als tweede kind
van haar grootvader. Die weigert te antwoorden op vragen die hij over de oorlog
stelt. Hagar denkt dat hij als compensatie voor al dat zwijgen een jongen is
proberen te zijn die alles wil opschrijven en begrijpen. Maar ook hem lukte het
jarenlang niet om over gevoelige onderwerpen te spreken.
Voor
Malva liep de zoektocht naar haar vader op niets uit, die van Hagar is
geslaagd. Malva is een schitterende
roman waarin het gehele gamma van gevoelens in de relatie tussen vaders en
dochters aan het woord komt. Het is een veellagige roman met een opvallend
gebruik van de puntkomma als scheiding tussen de episodes in de hoofdstukken.
De puntkomma typeert het voorkomen van Malva, de punt is haar waterhoofd, de
komma het frêle lichaampje eronder. Bovendien is de puntkomma het
lievelingsleesteken van Malva omdat het een symbool is van ambivalentie: de
punt sluit af, maar de komma belooft dat er meer komt.
Amsterdam
: De Bezige Bij, 2015, 320 p. ISBN 9789023492665
deze pagina printen of opslaan