In haar doordacht opgebouwde
debuutroman brengt Ellen van Pelt het relaas van een dochter-vaderrelatie en de
impact daarop van vooral de manier waarop de vader zijn relationele
onzekerheden heeft aangepakt. In wezen gaat Drift
over het maken van keuzes, of, zoals Van Pëlt haar roman uitbouwt, het niet
durven maken van keuzes.
In het dochterverhaal, gesitueerd in 1997, komt Eloïse aan
het woord. Na de geboorte van haar dochtertje Louisa kampt ze met een
postnatale depressie. Als ze toevallig in Antwerpen haar vroegere geliefde
tegen het lijf loopt, besluit ze man en dochter achter te laten en met hem mee
te trekken naar Noord-Frankrijk, waar ze zogezegd aan een essay over
architectuur wil werken. Snel wordt duidelijk dat zij er in de eerste plaats
nood aan heeft de geschriften van haar vader te lezen die zij via de moeder van
haar halfzus in handen heeft gekregen. In alternerende hoofdstukken komen dan
verder Eloïse en haar vader aan het woord. In de vadergeschriften, gedateerd
1972, volgt de lezer het schrijfproces van vader Louie, die zijn leven wil
overzien nu hij beseft dat hij, net als zijn moeder voorheen, wegens het
onomkeerbare voortschrijden van de ziekte van alzheimer in totale vergetelheid
dreigt te verzinken. Dan blijkt dat zijn verhaal een spiegelbeeld is van het
leven dat zijn dochter tot hiertoe heeft geleid. Hij heeft nooit de keuze
kunnen maken tussen de twee vrouwen die zijn levenspad hebben gekruist: zijn
wettelijke vrouw, Marie, de moeder van zijn dochter Jolien, en zijn minnares
Céleste, de moeder van Eloïse. Zijn relaas lijkt op een pleidooi pro domo, in
die zin dat hij blijft vasthouden aan zijn overtuiging dat hij zonder reserves
echt van beide vrouwen heeft gehouden. En dan komt, hieraan aansluitend, de
vraag: kan Eloïse van de twee mannen in haar leven houden? In een suggestieve
slotzin suggereert Van Pelt dat de mogelijkheid alleszins open blijft.
Met haar strak in de hand gehouden stijl, die verhindert
dat het verhaal melodramatisch wordt, stijgt dit debuut uit boven de
middelmaat. Meer nog: de onderliggende symbolisch aangewende motieven van de
stad (‘een mentale stad opbouwen, die me veiligheid en voorspelbaarheid
verschaft’) en het water (de Schelde vloeit als rode draad door het hele
verhaal) geven een duidelijke meerwaarde aan het geheel.
Vrijdag/Wereldbibliotheek :
Antwerpen/Amsterdam, 2015, 157 p. 9789460012822/9789028426450
deze pagina printen of opslaan