Ernst Grip is een man die al heel wat watertjes heeft doorzwommen.
Vroeger werkte hij bij de veiligheidspolitie maar tegenwoordig staat hij in
voor de beveiliging van de Zweedse koninklijke familie. Toch wordt hij op een
dag bij zijn voormalige baas van de veiligheidspolitie geroepen. De Amerikanen
hebben namelijk een man aangehouden van wie ze vermoeden dat hij een Zweed is.
De man houdt echter de lippen stijf op elkaar en dus hopen de Amerikanen dat
een landgenoot hem kan doen praten. Voor Grip het beseft, zit hij op een
vliegtuig naar New York waarna hij via San Diego doorreist naar Diego Garcia,
een atol middenin de Indische Oceaan waar Amerika een luchtmachtbasis heeft.
Daar ontmoet Grip de Zweed I. die er al een tijdje vastzit.
De Zweed is een
titel met een dubbele betekenis, want om welke Zweed gaat het precies? Om I.
die vastzit, of om Ernst Grip die zelf ook niet onbesproken blijkt te zijn?
Schrijver Robert Karjel kan door een knappe constructie van de plot deze
twijfel lang vasthouden. Dat er verschillende personages met een dubbele agenda
rondlopen, wordt vrij snel duidelijk, maar iedereen lijkt een meester in
manipulatie. Want waarom is het net Grip die naar Diego Garcia wordt
gesommeerd? Ook agente Shauna Friedman, de contactpersoon van Grip met de
Amerikanen, wil aanvankelijk niet prijsgeven waarom Grip op Diego Garcia is of
wie I. is.
Het
verhaal in het heden wordt afgewisseld met flashbacks waarin we I. leren kennen
net na de tsunami van 2004. Tijdens de dagen na de ramp ontmoet I. een paar
andere overlevers, namelijk de Tsjechische huurmoordenaar Vladislav, de
mysterieuze verpleegster Mary, de Amerikaanse wapenhandelaar Adderloy en de
geblondeerde Pakistaan Reza. In eerste instantie hangen ze de toerist uit, maar
na enige tijd besluiten ze om samen een misdaad te beramen om aan geld te komen
en hun leven in alle anonimiteit (ze zijn immers vermist na de tsunami) te
kunnen leiden.
Het is knap hoe Karjel heel lang
in het midden kan laten wie nu precies wie manipuleert en hoe de vork in de
steel zit, zonder dat de spanning er onder te lijden heeft. Dat doet Karjel met
korte hoofdstukjes in een mooie, vlotte schrijfstijl. Het is overigens geen
toeval dat De Zweed zich grotendeels
afspeelt in militaire en geheime kringen. Karjel was in een vorig leven immers
helikopterpiloot bij de Zweedse luchtmacht. Nu woont hij met zijn gezin in
Stockholm en schrijft hij thrillers gebaseerd op zijn professionele ervaringen.
Met De Zweed toont Karjel
alvast dat hij een spannend en boeiend verhaal kan vertellen. En het einde à la
‘The Usual Suspects’ komt voor een keer echt als een donderslag bij heldere
hemel. Dat maakt dat je het boek nog een tweede keer wil lezen om na te gaan wat
je allemaal over het hoofd hebt gezien.
Amsterdam : Cargo 2015,
349 p. Vertaling van De redan döda door Jasper Popma. ISBN 9789023496038
deze pagina printen of opslaan