Letterkunde

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2016

Jozef Janssens e. a.: Floris ende Blancefloer

door Jen de Groeve

Floris en Blancefloer zijn een middeleeuws liefdespaar. Hij een Moorse koningszoon, zij een christelijk meisje dat in gevangenschap aan het koninklijk hof leeft. Hun liefde voor elkaar is echter niet naar de zin van de koning en hij verkoopt Blancefloer aan een oosterse emir. Aan Floris zegt hij dat ze gestorven is. Wanneer Floris dreigt zelfmoord te plegen van verdriet, vertelt de koning hem de waarheid. Floris gaat haar zoeken en vindt haar samen met 140 andere vrouwen terug in de ‘vrouwentoren’ van de emir.
 
Het boek Floris ende Blancefloor van Diederik van Assenede: liefde in het graafschap Vlaanderen van de dertiende eeuw maakt deel uit van een project van de geschiedkundige kring Hallekin uit Assenede. De initiatiefnemers werden geïnspireerd door het bekende tapijt van Bayeux uit ca. 1070, dat de geschiedenis uitbeeldt van de slag bij Hastings uit 1066, waar Willem de Veroveraar de Angelsaksische koning Harold versloeg. Het tapijt en haar faam brachten de mensen van Hallekin op het idee om het literair-historische erfgoed rond Diederik van Assenede en zijn beroemde roman via beelden bij het grote publiek te brengen. Emeritus hoogleraar en specialist middeleeuwse letterkunde Jozef Janssens werd aangesproken om de wetenschappelijke basis rond Floris ende Blancefloer te creëren.
 
Floris ende Blancefloor van Diederik van Assenede vormt dus het eerste luik in een groot cultureel en participatief project – zo staat in navolging van Bayeux ook een immens borduurwerk op stapel, dat het verhaal in beelden vertelt. Dit boek gaat over de stand van zaken in het wetenschappelijk onderzoek, de historische context en de betekenis van werk en schrijver in de middeleeuwse cultuur en literatuur. Het heeft de bedoeling om een niet-gespecialiseerd publiek kennis te laten maken met het literaire werk zelf en met haar achtergrond en literaire context.  
 
Janssens heeft ervoor gekozen om geen volledige versie van het verhaal op rijm (bijna 4000 versregels) op te nemen; hij opent met een beknopte samenvatting van het verhaal, om daarna uitgebreid op de achtergronden en literair-historische context in te gaan. Een parafrase van het verhaal, krijg je pas in het achtste hoofdstuk. Het is een beetje jammer dat de keuze niet verklaard wordt om de roman slechts in gespreide fragmenten verdeeld over het hele boek weer te geven. Een nieuwe tekstuitgave was alleszins te verantwoorden geweest, want de recentste uitgave van de roman, in een vertaling met toelichting van Ingrid Biesheuvel, dateert intussen toch al van 2001 (‘Griffioen’-reeks, Querido). Wel zijn een paar uitgaven online raadpleegbaar op dbnl.org.
 
In het uitgebreide hoofdstuk ‘Het mysterieuze Oosten’ wordt het liefde-en-dood-thema benaderd en dan voornamelijk in oosterse context – de harem maakte opgang als literair motief. Middeleeuwse schrijvers zijn ‘compilators’, die met bestaande verhaalstof nieuwe vertellingen tot stand brengen en hun bronteksten creatief verwerken voor het eigen publiek en de eigen context. Zo ook Diederik van Assenede; hij verwerkte verhaalelementen van oosterse oorsprong met elementen uit de eigentijdse literatuur en cultuur. Janssens gaat ook in de volgende hoofdstukken grondig in op de literaire en historische context waarin Floris ende Blancefloer ontstond, op de manier waarop middeleeuwse teksten tot stand kwamen, op hun relatie met de bronteksten en hoe de schrijver, ‘slingerend tussen vertaling en bewerking’ zijn roman in verzen schreef. Floris ende Blancefloer staat bekend als een getrouwe vertaling van het Franse origineel – hetgeen overigens niet belet dat Diederik van Assenedes creatief met zijn bron omging.
 
Jozef Janssens werkwijze om middeleeuwse literatuur en cultuur bij een ruim publiek te brengen, heeft in een indrukwekkende reeks uitgaven bij het Davidsfonds al ruimschoots haar merites bewezen. Voor wie zijn werk een beetje volgt, is dit een feest van herkenning. In een overzichtelijke structuur brengt hij literatuur, cultuur, geschiedenis, godsdienst en maatschappij samen in gedetailleerde en stevig beargumenteerde analyses. Janssens is een bevlogen wetenschapper en docent en hij slaagt er telkens opnieuw in om complexe materie boeiend en bevattelijk, en met grote zin voor nuance uit te leggen. Zijn teksten zijn meticuleus opgebouwd en barsten van de namen en data, verwijzingen en noten. Maar de verteltoon is buitengewoon boeiend en hij weet precies hoe hij de aandacht van de lezer moet grijpen en vasthouden.  
 
Op Janssens analyse van het verhaal en zijn context volgen nog een dertigtal bladzijden over ‘Landschap en bestuur van Assenede in de dertiende eeuw’ door Adrie de Kraker en een deeltje over de mogelijkheden om met Floris ende Blancefloer in het secundair en hoger onderwijs te werken, door Jan Uyttendaele en Veerle Uyttersprot.
 
Floris ende Blancefloer is een bijzonder mooie uitgave, rijk geïllustreerd met onder meer een groot aantal schitterende middeleeuwse miniaturen. Een uitgave volgens een beproefd concept, waar hoegenaamd geen sleet op zit.
 
Leuven : Davidsfonds 2015, 256 p. : ill. ISBN 9789059086791  

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri