Afgelopen eindejaarperiode pronkte deze laatste worp van een van
Nederlands meest geroemde auteurs in menig best off-lijstje. Kwaadschiks, de laatste toevoeging aan
de eindeloze romancyclus De tandeloze
tijd, is een turf van meer dan 1000 pagina’s, die pretendeert een literair
moordmysterie te zijn. U begrijpt, daar wordt een mens nieuwsgierig van.
Toen A.F.Th. in 1983
zijn romancyclus De tandeloze tijd
aanvatte, wilde hij een trilogie schrijven. Nu, drieëntwintig jaar later, met
het verschijnen van het intussen zesde deel van die cyclus, blijkt die trilogie
toch wat uit de hand gelopen. Maar laat u zich alvast niet afschrikken door het
feit dat Kwaadschiks geen losstaand
werk zou zijn: hoewel er linken zijn met voorgaande werken uit de cyclus (zo
duikt advocaat Ernst Quispel uit Advocaat
van de hanen weer op (1990)) en het ongetwijfeld een meerwaarde is om die
linken te kunnen leggen, kan je Kwaadschiks
ook zonder enige voorkennis lezen. Neen, die duizenden voorgaande pagina’s
hoeft u dus niet per se eerst te doorploeteren.
Als leidmotief voor zijn cyclus
koos Van der Heijden de beleving van de tijd, het ‘leven in de breedte’, zoals
hij het concept ooit doopte. De schrijver wil de tijd vertragen, het moment
uitrekken en verbreden en zo de tijd van haar tanden ontdoen. Kwaadschiks beschrijft amper een dag uit
het leven van hoofdpersonage Nico Dorlas, maar de roman is wel meer dan 1000
pagina’s lang. Als verbreding van de tijd kan dat dus wel tellen. Als
verwijzing naar Joyces Ulysses
trouwens ook.
Nico
Dorlas is een hoogst onsympathiek hoofdpersonage: reclameman van middelbare
leeftijd met een alcohol- en drugsprobleem en losse handjes, geplaagd door
slaapstoornissen en verlatingsangst; een ontspoord individu dat zijn eigen
ontsporing als de norm beschouwt. Dorlas’ relatie met zijn vriendin Desy loopt
bijgevolg niet van een leien dakje en wanneer zij hem besluit te verlaten,
probeert hij haar terug te winnen. Aanvankelijk probeert hij haar nog met
‘goede’ bedoelingen terug te halen, uiteindelijk volgens de leuze ‘gaat het
niet goedschiks, dan maar kwaadschiks’. Als Desy hem wil verlaten, dan moet ze
maar sterven.
Het
is vervelend om als lezer opgesloten te zitten in het hoofd van Nico Dorlas,
een onbetrouwbare verteller van heb-je-me-nou-daar. Het is bijna
onuitstaanbaar. Bovendien komt de eigenlijke actie heel traag op gang. Als je
het boek dus vooral leest omwille van het moordmysterie, blijf je lang op je
honger zitten. En toch blijf je lezen. Kwaadschiks
is een roman die de lezer gedurende al die pagina’s in een spagaat houdt. Je
wil stoppen met lezen, omdat Dorlas’ narcistische trekken je verafschuwen, maar
je wil niet stoppen met lezen, omdat van der Heijden zo’n stilistisch genie is.
Ik heb het
intussen wel gehad met het perspectief van de zelfingenomen, boze witte man –
Nico Dorlas is die man, duizend maal uitvergroot –, maar ik zou Kwaadschiks nooit botweg een slecht boek
durven noemen; hoogstens een problematisch boek. En misschien is dat ook wel
waar Van der Heijden naar op zoek was: het problematische portret van de
ontspoorde blanke man. In dat portret is ‘ie dan alvast geslaagd. Een ding
staat echter vast: was deze roman niet door Van der Heijden geschreven, dan
stond de kringwinkel er nu vol van.
Amsterdam De Bezige Bij 2016, 1283 p. ISBN
9789023449584. Distributie: WPG Uitgevers
deze pagina printen of opslaan