Nederlands proza

BOEKEN NR. 2, FEBRUARI 2017

A.F.Th. Van der Heijden: Kwaadschiks

door Sigrid Jacobs

Afgelopen eindejaarperiode pronkte deze laatste worp van een van Nederlands meest geroemde auteurs in menig best off-lijstje. Kwaadschiks, de laatste toevoeging aan de eindeloze romancyclus De tandeloze tijd, is een turf van meer dan 1000 pagina’s, die pretendeert een literair moordmysterie te zijn. U begrijpt, daar wordt een mens nieuwsgierig van.

Toen A.F.Th. in 1983 zijn romancyclus De tandeloze tijd aanvatte, wilde hij een trilogie schrijven. Nu, drieëntwintig jaar later, met het verschijnen van het intussen zesde deel van die cyclus, blijkt die trilogie toch wat uit de hand gelopen. Maar laat u zich alvast niet afschrikken door het feit dat Kwaadschiks geen losstaand werk zou zijn: hoewel er linken zijn met voorgaande werken uit de cyclus (zo duikt advocaat Ernst Quispel uit Advocaat van de hanen weer op (1990)) en het ongetwijfeld een meerwaarde is om die linken te kunnen leggen, kan je Kwaadschiks ook zonder enige voorkennis lezen. Neen, die duizenden voorgaande pagina’s hoeft u dus niet per se eerst te doorploeteren.
 
Als leidmotief voor zijn cyclus koos Van der Heijden de beleving van de tijd, het ‘leven in de breedte’, zoals hij het concept ooit doopte. De schrijver wil de tijd vertragen, het moment uitrekken en verbreden en zo de tijd van haar tanden ontdoen. Kwaadschiks beschrijft amper een dag uit het leven van hoofdpersonage Nico Dorlas, maar de roman is wel meer dan 1000 pagina’s lang. Als verbreding van de tijd kan dat dus wel tellen. Als verwijzing naar Joyces Ulysses trouwens ook.
 
Nico Dorlas is een hoogst onsympathiek hoofdpersonage: reclameman van middelbare leeftijd met een alcohol- en drugsprobleem en losse handjes, geplaagd door slaapstoornissen en verlatingsangst; een ontspoord individu dat zijn eigen ontsporing als de norm beschouwt. Dorlas’ relatie met zijn vriendin Desy loopt bijgevolg niet van een leien dakje en wanneer zij hem besluit te verlaten, probeert hij haar terug te winnen. Aanvankelijk probeert hij haar nog met ‘goede’ bedoelingen terug te halen, uiteindelijk volgens de leuze ‘gaat het niet goedschiks, dan maar kwaadschiks’. Als Desy hem wil verlaten, dan moet ze maar sterven.
 
Het is vervelend om als lezer opgesloten te zitten in het hoofd van Nico Dorlas, een onbetrouwbare verteller van heb-je-me-nou-daar. Het is bijna onuitstaanbaar. Bovendien komt de eigenlijke actie heel traag op gang. Als je het boek dus vooral leest omwille van het moordmysterie, blijf je lang op je honger zitten. En toch blijf je lezen. Kwaadschiks is een roman die de lezer gedurende al die pagina’s in een spagaat houdt. Je wil stoppen met lezen, omdat Dorlas’ narcistische trekken je verafschuwen, maar je wil niet stoppen met lezen, omdat van der Heijden zo’n stilistisch genie is.
 
Ik heb het intussen wel gehad met het perspectief van de zelfingenomen, boze witte man – Nico Dorlas is die man, duizend maal uitvergroot –, maar ik zou Kwaadschiks nooit botweg een slecht boek durven noemen; hoogstens een problematisch boek. En misschien is dat ook wel waar Van der Heijden naar op zoek was: het problematische portret van de ontspoorde blanke man. In dat portret is ‘ie dan alvast geslaagd. Een ding staat echter vast: was deze roman niet door Van der Heijden geschreven, dan stond de kringwinkel er nu vol van.
 
Amsterdam De Bezige Bij 2016, 1283 p. ISBN 9789023449584. Distributie: WPG Uitgevers 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri