Joke van
Leeuwen is in onze letteren in menig opzicht een buitenbeentje. Ze laveert
moeiteloos tussen diverse genres en teksttypes; op het ogenblik dat ze
toonaangevend is als auteur van kinderboeken schrijft ze enkele succesvolle
romans, en tussendoor publiceert ze al geruime tijd poëzie. Toch laat die
enorme verscheidenheid aan publicaties tegelijk ook een consistent oeuvre zien,
waaraan vooral een bijzondere blik ten grondslag ligt. In al haar boeken neemt
Van Leeuwen een wat verrassend en apart perspectief in, met een opmerkelijke
combinatie van realiteit en fantasie. Daardoor zijn haar boeken tegelijk
herkenbaar en bevreemdend. Daarbij komt een briljant gevoel voor taal: niet
enkel beelden en betekenissen, maar ook klank en ritme.
Al die kwaliteiten kenmerken
ook haar poëziebundels. Het moet nog
ergens liggen biedt eens te meer een breed palet van teksten en thema’s.
Joke van Leeuwen toont zich hier op haar best. Elk vers springt van de ene
associatieve inval naar de andere, en de verrassende taalvondsten spatten van
de bladzijden. Hier is een ware woordkunstenaar aan het woord, maar van
vrijblijvend taalspel is volstrekt geen sprake. Integendeel, de stemmen die in
deze gedichten aan het woord komen zijn bijzonder eigentijds. Soms komt een
helder ik aan het woord, dat herinneringen ophaalt aan de eigen kindertijd of
met enige verbazing de wereld rondom zich observeert. Op andere plaatsen is
sprake van een soort van anoniem ‘men’, waardoor de sociale norm lijkt te
spreken. Die spanning tussen het persoonlijke en het onpersoonlijke, het
individuele en het sociale doorkruist deze hele bundel. De aloude harmonie van
het verleden heeft plaats gemaakt voor een verbrokkelde ervaring van de
realiteit, voor een melancholisch verlies aan samenhang. Anderzijds ontstaat
daardoor net de ruimte om met een onbevangen blik te leven.
Het is geen toeval dat de
ruimte van de stad in deze gedichten een belangrijke rol speelt: daar is de
dynamiek van het hectische bestaan het sterkst merkbaar. De landelijke omgeving
daarentegen opent het pad voor een andere vorm van zintuiglijkheid, die veel
sensitiever is. Die blik leidt er echter ook toe dat in deze bundel heel wat
aandacht uitgaat naar maatschappelijke problemen, naar de uitdagingen van onze
eenentwintigste eeuw: het verlies aan zekerheden, de zorg voor de andere, de
sociale cohesie en het gemis aan identiteit. Die omvattende borderline ervaring neemt hier echter
niet de gedaante aan van harde slogans, maar wordt op een ingenieuze manier
verweven met de ervaring van het alledaagse. Dat resulteert in enkele
monumentale afdelingen waarvan speciaal de reeks ‘Visioenen’, wat mij betreft,
klassiek mag worden. Joke van Leeuwen zorgt ervoor dat haar taalstroom de lezer
voortstuwt maar tegelijk wordt de lectuur onafgebroken stilgezet door een of
ander vreemd beeld, door een zin die dreigt te ontsporen, door een contrast of
een gedachte die halfweg onderbroken wordt. Door die eigen stijl wordt de lezer
voortdurend opnieuw aan het denken gezet en moet hij of zij als het ware de
gedachtesprongen van de dichter ‘lijfelijk’ mee ondergaan. Het moet nog ergens liggen is een bijzonder leesbare, maar tegelijk
ook ongemeen indringende bundel.
Amsterdam : Querido 2016, 69
p. : ill. ISBN 9789021403977. Distr.: L&M Books
deze pagina printen of opslaan