Delphine Lecompte is ongetwijfeld een van de meest
productieve dichters in ons taalgebied. In een snel tempo levert zij bundels af
die qua volume opmerkelijk zijn. Ook haar jongste worp, Western, telt meer dan honderd dichtbedrukte bladzijden. Die
productiviteit hangt samen met de specifieke manier waarop Lecompte haar
dichterschap vorm geeft. In plaats van eindeloos te polijsten en een tekst uit
te puren – zoals veel van haar collega’s – schrijft zij daarentegen lange
teksten op een associatieve, haast spontane wijze. Het enige wat telt, is haar
voorkeur voor strofen van vijf (soms zes) regels. Doordat haar verzen ook nog
eens spreektalig van toon zijn, lijken ze bijzonder sterk op poëtisch proza.
De vorm mag
dan al vrij rudimentair zijn (soms zelfs vrij slordig), dat neemt niet weg dat
vanaf de eerste regels een geheel eigen toon merkbaar is. Die stem combineert
een quasi-dagelijkse toon met bijzonder bevreemdende gebeurtenissen. De
dichteres vertelt laconiek haar verhalen, terwijl die alle banaliteit of
vanzelfsprekendheid missen. Haar commentaren krijgen daardoor een ironisch of
humoristisch effect. Het universum van Lecompte is haar handelsmerk, vooral
door de manier waarop ze het weet te verkopen alsof het normale personages en
herkenbare gebeurtenissen betreft. De titel van de bundel verwijst onmiskenbaar
naar die ‘andere’ wereld, waarin recht en geweld heersen maar waarin ook de
romantiek buitenrealistische proporties aanneemt.
Vanaf de eerste regels wordt de
lezer meegezogen in die aparte wereld. Zinnen als ‘Dit is de badstad die ze
vergaten te bombarderen’, ‘De analfabetische jongenshoer wordt verkracht’ of
een sprekende profetische teckel zijn schering en inslag. De personages krijgen
stuk voor stuk groteske eigenschappen, van hun beroepsbezigheden tot hun
uiterlijk, en daardoor wordt het aannemelijk dat ze de meest vreemde of
gruwelijke handelingen verrichten op een haast mechanische manier. Ook het
dichterlijke ik is in die bizarre logica opgenomen: het wordt aangesproken,
verkracht, reist rond of haalt herinneringen op aan de psychiatrie en de
ontwrichte familie. Vrijwel niets in deze gedichten doet realistisch aan en net
dat maakt ze onverstaanbaar. Toch is dit allerminst vrijblijvende lyriek.
Integendeel, de lezer vermoedt een getormenteerde geest, iemand die vlijmscherp
de anomalieën en de paradoxen van ons dagelijkse bestaan uitvergroot, zoals dat
in cartoons visueel gebeurt.
Boeiend is ook hoe Lecompte in feite haar dichterlijke
programma her en der in de bundel uitstrooit, door zichzelf als een schrijvend
of verbeeldend personage ten tonele te voeren. Ook de monologen van de wezens
die ze ontmoet kunnen vaak als literatuuropvattingen worden gelezen, net zoals
de vreemde beroepen die ze uitoefenen. Die dimensie verleent een extra
leesplezier. Traditionele poëzielezers zullen zich allicht storen aan de
nonsensikale en ronuit gruwelijke visie op de wereld en de mens die in Western
wordt verwoord. Andere lezers zullen zich verlustigen aan net die cultus van
het abnormale. In beide gevallen gaat het om een reductie van het poëtische
potentieel van dit oeuvre, dat tegelijk veelzeggend en nietszeggend wil zijn,
geëngageerd en escapistisch.
Lecompte is, met andere woorden, even enigmatisch en
intrigerend als haar verzen. Toch is de overdaad soms ronduit vermoeiend. Haar
poëzie valt met mondjesmaat bijzonder te genieten en te overdenken, maar een
indigestie kan een levenslange afkeer of (erger nog) verveling met zich
meebrengen.
Delphine Lecompte: Western, De Bezige Bij, Amsterdam 2017, 116 p. ISBN 9789023463139.
Distributie: WPG Uitgevers
deze pagina printen of opslaan