Jan Wolkers (1925-2007)
geldt nog steeds als een van de belangrijkste schrijvers uit het
Nederlandstalige literaire landschap van de twintigste eeuw. Gelauwerd, maar
zelden bekroond omdat hij verscheidene eremerken, zoals bv. de
P.C. Hooft-prijs en de Constantijn Huygens-prijs, weigerde. Van zijn debuut, de
verhalenbundel Serpentina’s petticoat (1961), over romans als Kort
Amerikaans(1962), Een roos van Vlees (1963) en De Walgvogel (1974),
tot zijn Waddenboek (2007): het was een oeuvre dat veel lezers aansprak.
De literaire kwaliteit van zijn werk werd al snel onderkend door toonaangevende
critici. Toch heeft Jan Wolkers zich altijd in de eerste plaats een beeldhouwer
gevoeld, en zijn eerste literaire probeersels vervulden hem aanvankelijk met
twijfel.
Neerlandicus
en journalist Onno Blom (°1969) vond in de door hem bewonderde Wolkers de
uitgelezen figuur voor een biografie; eerder schreef Blom al boeken over onder
meer Harry Mulisch en Gerrit Komrij. Na tien jaren onderzoek, gesprekken met
nabestaanden en de schrijver zelf, publiceerde Blom onlangs zijn biografie over
Jan Wolkers met als titel Het litteken van de dood.
Het vuistdikke werk, voorzien
van een uitgebreid notenapparaat, een personenregister en tientallen foto’s uit
privé-archieven is chronologisch opgevat. Blom gaat zeer uitgebreid in op het persoonlijke
leven van Jan Wolkers, zijn relaties tot familie en vrouwen en koppelt dat aan
zijn literaire werk en zijn werk als schilder/beeldhouwer. Daartoe citeert Blom
uitgebreid uit zowel gepubliceerd als ongepubliceerd materiaal: dagboeken,
teruggevonden kattenbelletjes of brieven. Blom kreeg deze kans omdat Karina, de
weduwe van Jan Wolkers, het archief van haar man openstelde en omdat het idee
voor een biografisch werk al was opgevat toen Wolkers nog leefde.
In Het litteken
van de dood legt Blom vooral nadruk op Wolkers’ schrijverscarrière, hoewel
het succes en de erkenning die Wolkers voor zijn verhalen kreeg niet zo vlot
kwam als zijn bevestiging als beeldend kunstenaar. Wolkers zelf raakte hierover
aanvankelijk zó gefrustreerd dat hij de eerste versies van zijn vroege verhalen
(in tegenstelling tot de aanzetten van zijn latere romans) vernietigde.
Dat zijn oeuvre
veelal autobiografisch is, was al bekend. Blom verrichtte minutieus onderzoek
om naast vanzelfsprekende citaten uit de romans van de auteur ook via nooit
eerder gepubliceerd materiaal het leven van zijn onderwerp te illustreren. Want
dat was het grote uitgangspunt: een biografie schrijven aan de hand van het
uitgebreide nagelaten archief van de auteur. Helaas levert die oefening
nauwelijks nieuwe feiten op – de bekentenis dat op zeker ogenblik tussen hem en
zijn zus Janna een welhaast incestueuze relatie bestond niet te na gesproken.
Wél is Het
litteken van de dood een vlot leesbaar, interessant boek geworden. Want
hoewel het zoals gezegd voor de Wolkers-kenners misschien een illustratie van
al bekende feiten kan zijn (met onderwerpen zoals de vroege dood van broer
Gerrit die als een rode draad door Wolkers’ werk; zijn interesse voor
vrouwelijk schoon en de daaraan gepaarde losbandigheid, e.d. meer), Blom
verbindt anekdotes aan elkaar en toont Wolkers hoe hij echt was. Om een
voorbeeld te geven: hoe promiscue Jan Wolkers ook was, het (eenmalige) overspel
van zijn eerste vrouw Maria met auteur Eli Asser deed de schrijver ontsteken in
ongekende woede en was mede de oorzaak van de teloorgang van hun huwelijk. En
dat de eerste vertalingen van zijn werk in het Engels (A Rose of Flesh,
1967) en het Zweeds hem onzeker maakten, toonde hij nauwelijks aan de
buitenwereld.
Het
zijn zulke details die deze biografie van de hand van Onno Blom meer maken dan
een opsomming van feiten, een rist aan anekdotes gelardeerd met citaten uit des
schrijvers werk. Blom heeft een zeer leesbaar, uitgebreid werkstuk afgeleverd
dat liefhebbers van Jan Wolkers met smaak zullen verorberen. Er kan nog aan
toegevoegd worden hoe Blom ingaat op verfilmingen van verscheidene romans van
Wolkers, het belang dat hij hechtte aan poëzie, de gedichten die hij zelf
schreef of het bezoek dat Jan Wolkers op Texel kreeg van Alberto Moravia en
natuurlijk zijn liefde voor de natuur – hoe hij met het Paddenstoelenboekje
in de hand door de tuin liep om de diverse boleten te kunnen determineren. Hoe
meer je leest, hoe meer je wil lezen in de ruim duizend pagina’s. Een
meesterproef.
Onno
Blom: Het litteken van de dood, De Bezige Bij, Amsterdam 2017, 1120 p. ISBN
9789023454588. Distributie WPG Uitgevers
deze pagina printen of opslaan