Clara Badisco is de hoofdpersoon van de debuutroman van
Sanne Huysmans. Clara leeft in een isolement nadat ze verlaten is door haar
vriend Jakob. Dertig dagen lang wacht ze op hem, maar daarna weet ze
langzaamaan haar leven weer op te pakken en sociale contacten aan te knopen.
Via een vriend, Florian Geernaert (‘zeg maar Gé’) raakt ze zelfs aan een
baantje bij het natuurkunde departement. Voor professor Herman Ides gaat ze op
zoek naar wat de natuurwetenschappen voor de gewone mens kunnen betekenen.
Clara gaat wekelijks uiteten met professor Ides, maar komt ook samen met Gé
regelmatig bij Ides en zijn vrouw over de vloer. Verder ontmoeten Gé en Clara
elkaar regelmatig met hun gezamenlijke vriend Alex. Binnen al deze ontmoetingen
ontspinnen zich diepgaande gesprekken onder andere over entropie en de
samenhang tussen entropie en vrijheid.
Rafelen is zeker geen makkelijk boek. Het eerste deel speelt zich
af in de complexe denkwereld van Clara, terwijl in het tweede deel de dialogen
tussen de personages van belang zijn. De gedachten van Clara in het eerste deel
zijn erg mooi en met een opvallend rijk vocabulaire geschreven. Helaas zorgen
ze er echter ook voor dat de wereld van Clara voor de lezer erg abstract blijft
en Clara niet tot leven komt. De dialogen uit het tweede deel verwachten een
hoog kennisniveau van de lezer, wat ook blijkt uit de bronnenlijst achterin het
boek. Het boek is daardoor niet voor iedere lezer, noch voor elk moment
geschikt. Ik citeer een stukje uit het begin van het boek over de eenzaamheid
van het hoofdpersonage om een impressie te geven van de schrijfstijl:
‘Van vergane glorie
is het makkelijk lyrisch te worden. Van de doden is het makkelijk geen kwaad te
spreken. Ik voel geen nostalgisch heimwee naar wat was. Hoewel ik een
tintelende spanning ervaar om de draad weer op te pakken, is het belangrijkste
gevoel als ik achterom kijk toch een indringende angst, om de verschrikkelijke
eenzaamheid.’
Clara
komt aan het einde van de roman aan de hand van het natuurwetenschappelijke
idee van de entropie tot de conclusie dat contact met mensen tot meer vrijheid
leidt. Wie met die blik het boek herleest, zal de titel kunnen verklaren. In
het begin van het boek mijmert Clara aan de hand van haar rafelend
badkamertapijt:
‘Rafelen is de worsteling tussen de verknoopte draad en zijn weefsel,
tussen wat weg wil en wat insnoert. Het is de paradox van de vrijheid. Weg van
verstikkende structuren, de zucht naar bewegingsvrijheid. Vrijheid als
bevrijding, ongebondenheid en zelfzucht. Maar tegelijkertijd krijgt de draad
pas zin in het geheel van het tapijt. Vrijheid in de andere betekenis van
naastheid, verbondenheid en zorg. Het is allebei waar. [...] Ik moet bestaan in
mijn eentje en ontstaan in contact. Ik moet eenzaamheid en vriendschap vinden.’
Tegen het
einde koppelt Clara dit idee met entropie, een term uit de thermodynamica als
maat voor wanorde. Zo vervult zij de missie van professor Ides:
natuurwetenschappelijke inzichten maken tot iets dat ook van belang is voor de
samenleving, maar het is natuurlijk ook een manier om haar eigen eenzame leven
onder de loep te nemen. Clara wil dit idee niet via een wetenschappelijke
publicatie, maar via een roman de wereld in sturen. Dit roept bij mij de vraag op
of de missie van hoofdpersoon Clara gelijk is aan de missie van schrijver Sanne
Huysmans. Wil zij met dit boek de boodschap van Clara, die mogelijk haar eigen
boodschap is, de wijde wereld in sturen? En slaagt zij hierin?
Helaas maar gedeeltelijk. De personages komen niet tot leven en de stof is te
hoog gegrepen. Ik vrees dat dit boek daardoor maar een klein publiek zal weten
te bekoren en net als de natuurwetenschappen van professor Ides ver van de
samenleving zal blijven staan.
Sanne Huysmans, Rafelen, Houtekiet, Antwerpen 2017, 220 p.
ISBN 9789089245625. Distributie: VBK België
deze pagina printen of opslaan