Nederlands proza

BOEKEN NR. 5, MEI 2018

Harrie Geelen: De weg naar voorgoed

door Jen de Groeve

‘Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer?’ Wie kent deze zinsnede nu niet? En welke vijftiger heeft niet de laaiend populaire serie gezien, die in de jaren zeventig op de Nederlandse televisie liep? Bertram Bierenbroodspot (Rob de Nijs), Lidwientje Walg (Loeki Knol), Gruizel Gruis (Leen Jongewaard)… zijn personages die zeker in het geheugen zijn blijven hangen. Harrie Geelen schreef het scenario voor de reeks, dat uitging van het sprookje van ‘De Rattenvanger van Hamelen’ van de gebroeders Grimm. Waar het sprookje eindigt, daar begint Geelens verhaal: een rattenvanger verlost het stadje Hamelen van een rattenplaag, maar als de stad hem het beloofde goud weigert te betalen, komt de rattenvanger terug en lokt hij de kinderen van de stad mee. Vier volwassenen volgen hen. Ze raken opgesloten in een berg en dan is de rattenvanger plots verdwenen. De zoektocht begint om uit die magische berg en terug thuis te geraken.
 
Geelen is met het maken van televisieseries gestopt toen de dwang van de formats te groot werd. Voor de fantastische miljoenenproducties die tegenwoordig gemaakt worden en waarin geen idee te moeilijk, te duur of te gek is om uit te voeren, heeft hij geen interesse. Hij vindt dat de kracht van zijn televisiewerk van toen precies lag in de beperking. Er was weinig geld, overal moesten oplossingen voor worden gevonden en dat loonde.  
 
Niettemin zijn het de beperkingen van de televisieserie die Geelen ertoe hebben gebracht om het hele verhaal opnieuw te doen in een boekenreeks. Zo’n 1500 bladzijden kopij heeft hij ingeleverd bij zijn uitgever, die het verhaal in drie delen op de markt zal brengen. De weg naar Voorgoed, hoe herkenbaar de vertelling ook is voor wie de serie op televisie gezien heeft, is voor negentig procent nieuw. Geelen heeft van de vrijheid die het schrijven zonder praktische barrières hem biedt, gebruikgemaakt om nieuwe personages en situaties te creëren, de ene al krankzinniger dan de andere. De kolder kan niet op:
 
‘Er is een heleboel dat jullie niet weten. Bertram en Tor heb ik erheen geschopt, maar ik kon er niks aan doen want ik wormde… En voor Loei moet je oppassen, hij heeft een grascontract en Rijksdwerg Knipscheer is niet altijd wie hij is.’
 
Dit citaat heb ik lukraak van de eerste de beste bladzijde geplukt. En als ik het boek opnieuw op een willekeurige plek opensla gaat het in dezelfde trant verder:
 
‘Korenvelden?’
‘Zover het oog reikt?’
‘Zover het oog reikt, ja’, snauwde de kat.
‘Welk oog, Guurt?’ vroeg Knipscheer. Hij keek zo gulzig mogelijk. […]
‘Je middelste?’
‘Eén oog is geen oog’, zei Knipscheer. ‘Twee oog is een half oog.’
‘Goed. Zover drie ogen reiken.’ Guurt werd ongeduldig.
‘Goed. Ik werk voor Jewelste. Maar wat moet ik verkeerd doen?’ vroeg de dwerg.
 
En zo kan ik wel 578 bladzijden doorgaan. Lastige lectuur voor wie van begrijpelijkheid houdt. Het is dan ook goed om weten dat de Hamelaars zich in een wereld bevinden die draait volgens een heel eigen logica en wetmatigheid. En dat er aan Harrie Geelens geestdriftige fantasie werkelijk geen einde komt.
 
De weg naar voorgoed is geen spin-off of remake van een succesformule. Geelen grijpt de mogelijkheid aan om het Hamelen-verhaal te herscheppen in woorden. In het essay ‘over cultuur en kunst en zo’ (Literatuur zonder Leeftijd, jg. 27, 2013) schreef hij:
 
‘Een boek bestaat alleen uit woorden. En dat is het prachtige ervan. Het is misschien niet gemaakt van de stof waarvan dromen gemaakt zijn, maar wel van iets dat er vlak naast gelegen heeft.’
 
En met enkel woorden is Geelen een stuk lyrischer dan met scenario en acteurs. In de beperking toont zich opnieuw de meester. 
 
Voor wie het boek bedoeld is? Geelen schreef het voor zijn eigen genoegen en hoopt op de kijkers van toen en hun ouders, die stiekem meekeken. Op lezers uit nostalgie dus. De weg naar voorgoed lees je om je ongehinderd door rede of betekenis te laten meeslepen door een ongebreideld creatieve geest. De flaptekst waarschuwt terecht: dit verhaal ‘gaat over niets; hooguit per ongeluk over alles.’
 
In 1977 was er al een boek van Geelen: Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer: De kei, maar dat verhaal is een stille dood gestorven. Ik hoop op een betere toekomst voor De weg naar voorgoed, want het boek is zeer kundig gemaakt en heeft een ongelofelijke drive.
 
Harrie Geelen: De weg naar voorgoed, Van Oorschot, Amsterdam 2018, 579 p. ISBN 9789028280076. Distributie Elkedag Boeken 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri