Als we uit de mond van de auteur vernemen dat
dit ‘verhuisbericht’ -want dat is waar de titel op slaat – de grondslag legde
om de rest van zijn oeuvre te kunnen schrijven, dan krijgt dit lange zesdelige gedicht
meteen meer gewicht.
Mudanza roept de intense
ervaring op die je bekruipt bij het achterlaten van een plek waar je je thuis
voelde, om te verkassen naar een plek die je (nog) niet kent. Zambra was 27
toen hij dit schreef, had voordien nauwelijks gepubliceerd en was net uit
Spanje, waar hij een tijdlang had gewoond, teruggekeerd naar zijn vaderland
Chili, dat nog worstelde met de naweeën van de dictatuur. Hij moest zijn plaats
veroveren op twee fronten : in het gehavende Chili en in de literatuur.
Het beeld van
‘verhuizen’ met zijn wanorde, instabiliteit, twijfel, bleek perfect dienstig
voor beide: fysiek verhuizen staat dicht bij loslaten en chaos; terwijl
literatuur creëren - zo formuleerde hij het zelf ooit – al evengoed een reis is
naar het onbekende, met alle vragen en struikelblokken die onderweg opduiken.
Het enige wat daarbij vaststaat is dat er een plaats is van waaruit je vertrekt
en een plaats waar je verlangt aan te komen. Zambra heeft de onzekerheid die de
ruimte tussenin vult vorm gegeven in wilde beelden. Beelden die, hoewel op
zichzelf toegankelijk, schijnbaar geen samenhang vertonen, momentopnames zijn
binnen een groter verhaal, tomeloze fragmenten van een omineuze werkelijkheid
die van ver of nabij aan reizen en verhuizen kunnen gerelateerd worden. Die
beelden intomen was allerminst mijn bedoeling, zegt Zambra: het zijn
deelervaringen, geen concepten.
Het is juist die atmosfeer van onstabiliteit die aan het
gedicht zin en cohesie geeft. En niet enkel aan dit gedicht. Diezelfde klank
zal Zambra (naar eigen zeggen) vaak opnieuw horen bij het uitwerken van zijn
latere romans, omdat de toon ervan ‘zo herkenbaar is’; in die mate zelfs dat
hij die latere romans ‘replica’s, echo’s of vertalingen’ noemt van bepaalde
beelden die voor het eerst in Mudanza
opdoken en die hij, zoals eerder gezegd, nodig had ‘om de rest van zijn oeuvre
te kunnen schrijven’. Overigens is het niet uitsluitend beeldmateriaal dat
later terugkeert. Ook de grondtoon van een leven-in-ongemak waar Mudanza in is ondergedompeld, doordrenkt
zijn verhalen van jaren nadien.
Zambra’s ‘verhuisbericht’ begint met een verzoek aan de
reiziger om dertig dagen vooraf zijn vertrek aan te kondigen, en herneemt dat
verzoek in de laatste regels van het gedicht, met de toevoeging: ‘dertig keer
zeiden ze me / te vertrekken en niet terug te keren’. Tussen beide extremen
hangt een spanningsboog samengesteld uit aaneengeknoopte partikels die
appelleren aan het besef dat elk houvast ontbreekt. Het brengt het vreemde
gevoel teweeg dat ontstaat bij het aftasten van het onbekende waar elke
bewegwijzering faalt.
Deze mooi uitgevoerde uitgave is de herziene versie van een
eerdere publicatie bij dezelfde uitgever die, als toemaatje, achteraan twee
korte essays van Zambra mee opneemt, getiteld ‘Tegen de Dichters I’ en ‘2’.
Alejandro
Zambra: Mudanza, Karaat, Amsterdam 2018, ISBN 9789079770441.
Vertaling uit het Spaans door Luc De Rooy
Meer over het werk van Alejandro Zambra
deze pagina printen of opslaan