Met haar historische thriller Vingervlug
neemt Lydia Verrbeeck de draad weer op die ze eerder reeds had uitgezet in haar
roman De kleurendief (2017) waarin in
de eerste plaats gefocust werd op de figuur van kleurmeester Michaël van Es en,
binnen breder kader dan, op de sociale mistoestanden begin 19de eeuw. die,
zeker in een stad als Lier, de weefindustrie een weinig benijdenswaardige naam
en faam bezorgden.
Ook in Vingervlug volgt de lezer de familie Van Es op de voet, met onder
meer van hun zwangere dochter Clara, die voorheen naar Schotland was gevlucht
omdat haar man gedeserteerd was uit het leger van Napoleon. Mede door de opeisingen
van de Franse legertop die arbeiders naar het front wil sturen en het debacle
van het bewind van Napoleon, loopt alles mis wat mis kan lopen in Lier. Waar
men daar dacht bevrijd te zijn van het juk van de Franse overheersing, komen
Pruisen en Kozakken in de plaats. In de stad doet de mare de ronde dat
geluksbotjes ervoor kunnen zorgen dat verder onheil kan worden geweerd. Dat het
hier gaat om botjes van kinderlijkjes, geeft het verhaal een verrassende
wending die weinig goeds voorspelt.
Met veel verve tekent Lydia Verbeeck de tegenstelling
tussen de verschillende sociale geledingen, met als protagonisten de
notarisfamilie Stracke, waarbinnen het ook niet allemaal koek en ei is, en
anderzijds de recht-voor-de-raap-gedragingen van arbeiders die in drank en
kleine criminaliteit vluchten om het leven tot op zekere hoogte leefbaar te
houden. Vingervlug weet te boeien als
breed uitwaaierend fresco van een periode uit onze sociale geschiedenis. Minder
aansprekend is de soms onzorgvuldige verwoording.
Lydia Verbeeck:
Vingervlug, Davidsfonds, Leuven, 2018, 319 p. ISBN 9789059089327. Distributie
Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan